Bestemming Avontuur
Saas-Fee/Saastal
De regio Saas-Fee/Saastal heeft een uitzonderlijke ligging. Hier stopt de weg en begint het avontuur in een bergwereld van gletsjers en vierduizenders. Je bent er nog niet in de hemel, maar wel een heel eind op weg.
Het sneeuwt. En niet zo’n beetje ook. Uitzicht en geluid zijn verdwaald tussen de dikke vlokken. Met een paar brede allmountain ski’s op mijn schouder loop ik door het autovrije dorp Saas-Fee op 1.800 meter hoogte. Af en toe passeert er een elektrokarretje dat een bestelling moet afleveren. Of eentje met hotelgasten die naar de lift worden gebracht.
Natuurlijk zijn de bovenste liften bij deze omstandigheden gesloten. Maar zelfs de middelstations zijn onbereikbaar. Te veel sneeuw, te veel wind. Te gevaarlijk. Eén gondel gaat wel. Naar Plattjen op 2.570 meter hoogte en dat wordt een verrassend fantastische ochtend, zoals er vanmiddag nog een surprise wacht.
Op de top even zoeken naar een beschutte plek om de uitrusting in orde te maken. En dan omlaag. Aanvankelijk nog met weinig zicht, maar eenmaal tussen de bomen begint de pret. Daar zie ik weer hoe het terrein gaat, waar de oneffenheden zijn, de bochten, de rotsen en – niet onbelangrijk – de afgrond.
Het cadeau van de ochtend: al die verse sneeuw! Blij dat ik de brede ski’s onder heb. Ze zorgen ervoor dat ik niet te diep wegzak en zonder buitensporig veel inspanning mijn poederbochten kan maken. De eerste en tweede afdaling nog zoveel mogelijk op relatief eenvoudige hellingen om het juiste gevoel te krijgen, daarna steiler.
Alle plannen die ik had voor het Mittelallalin op 3.500 meter hoogte of de Längfluh op 2.870 meter zijn vergeten. Het is hier en nu. En het is prachtig. Zoeken naar mooie lijnen op hellingen die onaangetast zijn. Kennelijk hebben veel skiërs zich laten ontmoedigen door het gebrek aan zicht in het dorp. Of door de beelden van de webcam.
De omstandigheden zijn ideaal voor een ochtend groots skiën. Niet op enorme hoogte of over eindeloze pistes, maar heel dicht bij de natuur. Een aantal keer gaat het dwars door het bos, op plekken waar dat mag en het wild niet wordt gestoord. Soms waaien er dikke wolken sneeuw van de boomtakken die je van top tot teen in het wit dompelen.
Skiën, koffiedrinken, opwarmen, skiën, lunchen en als uiteindelijk ook op Plattjen het zicht verdwijnt is het tijd voor een andere verrassing.
Dus loopt niet veel later berggids Mark voor me uit door het dorp. Klimgordel aan, helm op. Ok, stop. Even acclimatiseren. Klimmen doe je toch in de zomer? Doorgaans wel ja, alleen hebben ze in Saas-Fee iets moois voor de winter bedacht: de Gorge Alpine, een afdaling door een kloof, een verborgen wereld van sneeuw en ijs.
Bij een kapel aan de rand van Saas-Fee vinden we ons vertrekpunt: een plateau en een kabel die over de kloof is gespannen. Mark haakt onze carabiners aan de kabel zodat we gezekerd zijn en stuurt over een tokkelbaan naar de overkant. Een goed begin! Links en rechts het ijs, boven me de besneeuwde bomen en op de bodem een beek die dapper stroomt.
Eerst heb ik alle aandacht nodig om me voort te bewegen over de bevroren richels en ladders. Dat voelt anders aan dan bij een canyoningtocht in de zomer. De handschoenen, de rotsen, het ijzer. Alles is een beetje gladder en minder voorspelbaar. Bovendien waait er af en toe een ijskoude tocht door de kloof. Maar eenmaal gewend aan de winterse omstandigheden komt er steeds meer ruimte om de omgeving in me op te nemen: rotsen die door de eeuwen heen in ronde vormen zijn geslepen, wanden in verschillende kleuren, bomen die op de meest onmogelijke plaatsen groeien en een wonderlijke mix van ijs en stromend gletsjerwater.
Onderweg zijn er ladders, hangbruggen en een slinger die me naar de overkant van de kloof laat zwieren. Als ik na een lange tokkelbaan in een grot eindig denk ik even dat het niet mooier meer kan, maar eenmaal boven blijkt er nog een toegift te wachten: een ladderbrug die boven de afgrond zweeft. In het midden hangt een touw waarmee ik afdaal naar de bodem én de uitgang van de kloof.
Als we beneden in Saas-Grund zijn, herinner ik mij het verhaal van pastoor Johann Josef Imseng, de toerismepionier van het Saastal. Hij was naar verluidt de eerste Zwitser op ski’s. De geestelijke vond het een handige manier om zich in de winter sneller te kunnen voortbewegen. Imseng was behalve pastoor ook hotelier, berggids en visionair. Hij opende in 1856 in Saas-Grund het eerste hotel van de streek.
Het toerisme begon er in de 19de eeuw beneden. Logisch, want Saas-Fee, een nederzetting van kleine boeren, lag te hoog en geïsoleerd. Toen de eerste gasten de lastige bereikbaarheid voor lief namen en naar boven gingen om de bergwereld van dichterbij te kijken, vonden de boeren dat een beetje gek. Zelf hadden ze vooral respect en angst voor de gletsjers en de pieken.
Zo werd bij de aanleg van de verharde weg van Saas-Grund naar Saas-Fee in 1951 al besloten om het bergdorp autovrij te houden
Uiteindelijk werd in Saas-Fee in 1881 het eerste hotel gebouwd. Daarna volgden er meer en nu is de situatie compleet omgedraaid. Het hooggelegen Saas-Fee is het bekendst en heeft de meeste hotelbedden, gevolgd door Saas-Grund en Saas-Almagell beneden.
De pioniersgeest van pastoor Imseng is altijd in de regio blijven hangen. Zo werd bij de aanleg van de verharde weg van Saas-Grund naar Saas-Fee in 1951 al besloten om het bergdorp autovrij te houden. Nog lang voor elke discussie over duurzaamheid en milieu. Wie met de auto komt, zet hem in een parkeergarage aan het begin van het dorp. Vanaf de eerste overnachting krijgen gasten bij bijna alle accommodaties de SaastalCard waarmee ze gratis van het openbaar vervoer in de regio gebruik kunnen maken.
Als de avond valt en de liften stilstaan, is het heerlijk wandelen door Saas-Fee. De wolken zijn deels verdwenen, de eerste sterren laten zich zien en de hoogste gletsjers glanzen in het maanlicht. In de hele vallei is er ruime keuze aan restaurants. Van traditioneel tot internationaal en modern. Glas wijn uit Wallis erbij. Niks meer aan doen.
Het prettige nieuws zoemt ’s ochtends door de straten. De liften naar 3.000 meter hoogte zijn open. Ok, daarmee blijft de absolute top van het Mittelallalin nog buiten bereik maar skiën we straks wel op en naast de gletsjers, waarvan er in het hele Saastal meer dan twintig zijn.
Onder de toppen van de Dom (met 4.545 meter de hoogste berg van Zwitserland), Täschhorn, Alphubel en Feechopf vliegt een helikopter. Er worden explosieven omlaag gegooid die lawines veroorzaken zodat deze straks niet ongecontoleerd naar beneden komen als er mensen onderweg zijn. Voorzorg dus.
Zoveel verse sneeuw, zoveel zicht, zulke perfecte pistes
Wat een machtige dag. Zodra de eerste liften in beweging komen, gaat het los. Zoveel verse sneeuw, zoveel zicht, zulke perfecte pistes. Er heerst een opgewekte positieve stemming. Kilometers maken, genieten van het uitzicht, de bochten wat scherper aansnijden of juist ontspannen driften.oeH
Boven Saas-Fee zelf ligt er ruim 100 kilometer afdaling. Daarnaast vind je in Grund nog eens 35 kilometer, in Almagell 15 kilometer en in Saas-Balen 1 kilometer aan afdalingen. Ruim 150 kilometer in totaal. En dankzij de SaastalCard allemaal gratis met bus te bereiken.
Dan gaat ook de Metro Alpin naar het Mittelallalin open, de hoogste ondergrondse tandradbaan in de wereld. Dwars door de rotsen naar de top op 3.500 meter hoogte. Terwijl de wind beneden nagenoeg is verdwenen, stormt het hierboven nog altijd stevig door. Geen hand voor ogen. Achteruit schuifelen we naar het vertrekpunt voor de afdaling. Ik weet niet of ik de juiste piste heb gevonden, maar er staan palen en nummers. Doen maar dan.
Zodra ik onder de top uit ben, is de wind verdwenen en opent zich de bergwereld. Skiën op en langs de Feegletsjer. De verse sneeuw heeft er een prachtig kunstwerk van gemaakt. Het maagdelijke wit bovenop en het blauw van het ijs zichtbaar in de brede en diepe spleten. Als ik vanaf de top in één keer afdaal naar Saas-Fee heb ik 1.800 hoogtemeters in de benen. Er zijn in heel de wereld maar weinig skigebieden te vinden waar dat mogelijk is.
Ik ben precies op tijd voor de laatste lift naar boven. Wat een geluk. Na mij gaat het hek dicht. Boven waait nog altijd een stevige wind, maar de storm is gaan liggen. Een mooi egaal tapijt leidt me tussen de gletsjerspleten door omlaag. De ondergaande zon geeft niet alleen de bergtoppen, maar zelfs de gletsjers een zachte oranje gloed.
Snelheid hoef ik niet meer te maken. De liften zijn gesloten. Alle tijd om de wereld van sneeuw en ijs te bewonderen. Ontspannen afdalen. 1.800 hoogtemeters lang!
De ondergaande zon geeft niet alleen de bergtoppen, maar zelfs de gletsjers een zachte oranje gloed
Op het dak
van Europa
Ervaar de bergen
Het Saastal is een perfecte standplaats om de winterse bergwereld in al zijn schoonheid te ontdekken. Van sunrise skiën op 3.500 meter hoogte tot een fondue avond in de gondel en van een pittige toerskitocht naar een vierduizender tot wintercanyoning door een stijf bevroren kloof. Een kwestie van kiezen en al je zintuigen wijd openzetten.