Cuba: een bijzondere geschiedenis
Revolución o muerte
De geschiedenis van Cuba, het grootste Caribische eiland, loopt ver terug. Tot de 15de eeuw werd het bewoond door indianen en in 1492 werd het ontdekt door Cristoffel Columbus. In 1512 werd het eiland een Spaanse kolonie. Sinds 1959 heerst de revolutie van Fidel Castro en Che Guevara in Cuba. De bijzondere geschiedenis van Cuba in een notendop.
Een internationaal buitenbeentje. Zo mag je Cuba met een gerust hart noemen. Een laatste bolwerk van het pure socialisme, alhoewel ook dit laatste bastion langzaamaan steeds meer kapitalistisch wordt. Of, zoals de Cubanen grappen: “Het socialisme is de langste weg naar het kapitalisme”.
Het was hier dat onze held Piet Heijn, die men in Spanje en op Cuba gewoon piraat noemt, de Zilvervloot kaapte.
Het eiland staat meer dan drie eeuwen onder Spaans bestuur. Het is de haven van het Spaanse rijk: alle kostbaarheden (goud en zilver) die door de Spanjaarden uit Zuid-Amerika worden gehaald, gaan via Havana naar Spanje. Het was hier dat onze held Piet Heijn, die men in Spanje en op Cuba gewoon piraat noemt, de Zilvervloot kaapte.
Spanje raakt al zijn gebieden in de Amerika’s zo’n beetje kwijt, maar Cuba weten ze tot aan het einde van de 19de eeuw te behouden. Totdat de Cubanen in opstand komen met steun van de nog jonge Verenigde Staten. In 1898, na de Spaans-Amerikaanse oorlog, verovert de VS het land en geeft het in 1902 formele onafhankelijkheid. De VS houdt de touwtjes echter strak in handen en de zakelijke belangen, vooral ook die van de Amerikaanse maffia, zijn immens op het zonnige eiland.
Het hedonisme en de corruptie vieren onder maffiastroman en dictator Batista hoogtij. Voormalig advocaat Fidel Castro kan er niet mee leven.
“Stadshistoricus Eusebio Leal zet zich sinds begin jaren negentig in om de schoonheid van Havana te redden,” weet gids Jorge. “Dat gaat traag, zoals alles op dit eiland, maar er zit wel schot in. Leal staat aan het hoofd van Habaguanex (Habaguanex was de indianenleider uit de 15de eeuw die tevens de naamgever van Havana was – MB) een bijzonder Cubaans bedrijf dat rechtstreeks met buitenlandse investeerders zaken mag doen en dat niet zijn winst af hoeft te staan aan de Staat. Het schijnt dat Fidel Castro, hij was advocaat, de speciale wetgeving voor Habaguanex zelf heeft geschreven toen de Sovjet-Unie instortte en er op andere manieren aan geld gekomen moest worden. Tot die tijd was toerisme een heel erg vies woord op Cuba. Nu is het een van de grootste inkomstenbronnen van het land. Behoud en onderhoud van de pracht van Havana waren essentieel in die strategie. Fidel had dat door, en Leal kwam met het plan.”
Op 2 december 1956 keert Castro met ongeveer tachtig andere leden van de ‘Beweging van de 26e Juli’ terug naar Cuba. Daar aangekomen trekken ze zich terug in de dicht begroeide wouden in de bergen en beginnen een guerrillastrijd tegen Batista. In juni 1958 is Batista het zat en start definitief Operatie Verano om een einde te maken aan de rebellenbewegingen. Ruim 12.000 Cubaanse soldaten trekken de bergen in. De ervaren guerrillastrijders zijn beter voorbereid op de omstandigheden, en het Cubaanse leger lijdt zware verliezen. Operatie Verano is een grote nederlaag voor het Cubaanse leger.
Een week later, op 8 januari 1959, trekt Castro zonder weerstand de hoofdstad Havana binnen.
Door de overwinningsroes tijdens Operatie Verano kiezen de rebellen het offensief. Ze verlaten de bergen en veroveren een aantal zuidelijke steden, waaronder Santiago de Cuba, de belangrijke havenstad. Vervolgens beginnen de rebellenleiders, waaronder naast Castro ook Che Guevara, Camilo Cienfuegos en Jaime Vega, de lange tocht naar de hoofdstad Havana. Op 31 december 1958, na de val van de stad Santa Clara, besluit Batista eieren voor zijn geld te kiezen en verlaat het land. Een week later, op 8 januari 1959, trekt Castro zonder weerstand de hoofdstad Havana binnen.
Onze metallic blauwe 1953 Cadillac Eldorado Convertible zweeft over de Malecón, de boulevard langs de zee die je grotendeels langs de wijk Centro Habana voert en waar ’s avonds de hele wijk naar uitwijkt voor gezelligheid en een frisse zeebries. Hier heerst de samba bij ondergaande zon. Volgens velen is Centro Habana het bruisende centrum van Havana. Je vindt er namelijk veel hotels, restaurants, bars en clubs. Jorge zit voorin en spreekt ons achterstevoren gedraaid vrolijk toe over de verschillende bezienswaardigheden. Wat verderop rijden we via de Malecón langs de rand van de wijk Vedado, langs Hotel National en Hotel Habana Riviera. Beide ooit (gedeeltelijk) eigendom van Meyer Lansky, het brein van de Amerikaanse maffia. “In Hotel National hebben de hoofden van de verschillende maffiafamilies het Amerikaanse grondgebied ooit verdeeld,” roept Jorge boven het verkeerslawaai uit. “Cuba was in de jaren vijftig een maffiabolwerk aan het worden, Las Vegas in het kwadraat, met toenmalig leider Batista als stroman. De uitwassen hiervan droegen flink bij aan de uiteindelijke revolución van Che en Fidel. Na de revolutie vluchtten honderdduizenden Cubanen, veelal de elite en de hogere middenklasse. Wat ze achterlieten waren tienduizenden prachtige auto’s. Waar de overgebleven Cubanen maar al te graag in reden. Ook bij gebrek aan beter,” lacht Jorge.
Cuba trekt meer en meer naar de Sovjet-Unie toe, wat in 1962 leidt tot de Cubacrisis.
De Verenigde Staten stellen een handelsembargo in om Cuba te straffen. Een embargo dat tot de dag van vandaag voortduurt. Cuba vindt steun bij de gelijkgestemde USSR. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verliest Cuba zijn belangrijkste handelspartner en bondgenoot, waardoor de economie van het land volledig instort. Het land verbreekt voor het eerst zijn isolement en zoekt toenadering tot andere landen in Zuid-Amerika en dan vooral met het (socialistische) Venezuela van Hugo Chávez.
El Lider, een van de vele koosnamen voor Fidel begint begin jaren tachtig met zijn gezondheid te kwakkelen en Raúl Castro volgt in 2008 zijn broer Fidel op. Fidel sterft in november 2016 op negentigjarige leeftijd. Sinds april van dit jaar is Miguel Diaz-Canel formeel president. Of er onder zijn regime meer vrijheid en economische vooruitgang geboekt zal worden, zal nog moeten blijken. Maar de hoop is groot onder de Cubanen.