Provincie met de mooiste afdronk
Sherry driehoek Cadiz
Waar de Cariben hun Bermuda Driehoek hebben, heeft de Andalusische provincie Cádiz zijn Sherry Driehoek. Hier verdwijnt echter niet zoveel, er komt wél veel vandaan. Niet alleen een godendrank, maar ook elegante paarden, helwitte dorpen en hartstochtelijke flamenco. En af en toe een oranje bikini.
Ik hoor de opzwepende klanken, voel de passie, zie het enthousiasme van de mensen om mij heen, ruik het zweet… En tegelijkertijd ontgaat me van alles. Natuurlijk versta ik niet wat er wordt gezongen. Maar dat is lang niet het enige. Zo zie ik niet eens aankomen wanneer een flamencolied is afgelopen. De mensen om mij heen wel. Die beginnen onmiddellijk te klappen en te juichen wanneer de zanger, wiens lied tegelijk uit zijn keel, onderbuik en hart komt, plotsklaps ophoudt met zingen. Een nanoseconde adempauze? Niks hoor, lied uit.
Flamenco is een kunst die je moet leren begrijpen. Ik zie een zanger en een gitarist die bevlogen muziek maken: krachtige stem, virtuoos snarenspel, voetengestamp, handengeklap. De andere bezoekers van Tabanco El Pasaje horen eeuwen van traditie, zien meeslepende taferelen aan zich voorbijtrekken en vooral ook: ze voelen de duende, de voor buitenstaanders ongrijpbare emotionele communicatie tussen de muzikanten en hun toehoorders.
Nee, ik overdrijf niet. Ik heb het uit de allerbeste bron, namelijk Antonio, mijn buurman hier in dit sympathieke tapasrestaurant in Jerez. Antonio spreekt Engels en probeert mij wat elementaire flamenco-feiten bij te brengen. “Ah, duende! Duende kun je niet uitleggen. Dat is een gevoel dat wij hier delen. Een goede flamencozanger zorgt ervoor dat onze zielen samensmelten. Het is een mysterie, maar tegelijk iets van alledag. Snap je?”
“Ah, duende! Duende kun je niet uitleggen. Dat is een gevoel dat wij hier delen. Snap je?”
Ik knik. Want zelfs al ‘snap’ ik het misschien niet, ik zie en voel het wel. De bezoekers zijn niet hierheen gekomen om te horen wat de zanger en de gitarist ervan bakken, maar om door hen te worden meegevoerd. En dat lukt vanmiddag uitstekend. Zijn optreden gaat de gepassioneerde zanger alleen niet in de koude kleren zitten. Elke twintig minuten neemt hij pauze om bij te komen. Dan richten de bezoekers zich op de voortreffelijke tapas van El Pasaje. Ahumados (gerookte vis) bijvoorbeeld, of tabla de embutidos (een plateau met worst en vlees) en alcachofas marinadas al pedro ximénez (in sherry gemarineerde artisjokken).
Flamenco, dat muzikale en culturele fenomeen met eeuwenoude wortels in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en zelfs het Verre Oosten, en waaraan Joden, moslims en zigeuners hun bijdrage hebben geleverd, staat sinds 2010 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Na vandaag weet ik dat dat helemaal terecht is.
“De sherry is bijna aan winstbejag ten ondergegaan.” Aan het woord is Salvador Pinedo. Hij organiseert samen met zijn assistente Rosamar 4×4-tochten door los viñedos, de wijngaarden van Jerez. “Rond 1980 hadden we in de driehoek tussen Jerez de la Frontera, Sanlúcar de Barrameda en El Puerto de Santa María wel 22.000 hectare wijngaarden. Ontzettend veel productie, maar de kwaliteit van de sherry werd steeds slechter. Gelukkig is men toen gaan inzien dat alleen het streven naar topkwaliteit de sherryindustrie kon redden. Er is nu nog maar 7000 hectare aan wijngaarden en die leveren stuk voor stuk een uitstekend product. Geloof het of niet, maar hier wordt vrijwel de totale wereldproductie gemaakt: ongeveer 150 miljoen flessen per jaar.”
Terwijl hij zijn witte Nissan over de kurkdroge zandpaden stuurt, vertelt Salvador over de drie typen aarde die geschikt zijn voor sherrydruiven. “De albariza is de beste. Dat is de kalkrijke, bijna witte aarde die je hier in de omgeving veel ziet. Daarop groeit de palominodruif die onze befaamde fino-sherry oplevert. Daarnaast heb je nog de donkerbruine barros en de lichtbruine arenas. Ook geschikte grond hoor, maar minder.”
Naast het type aarde, is ook de wind van belang, zo blijkt als Salvador verder vertelt. Hij maakt onderscheid tussen de levante, een krachtige droge wind uit het oosten, en de poniente, die uit het westen komt en juist zacht en fris is. Als de twee winden maar een beetje afwisselend waaien, hebben de druiven het naar hun zin, begrijp ik.”
“De sherry is bijna aan winstbejag ten ondergegaan”
Behalve wijngaarden zie je in deze streek trouwens ook uitgestrekte velden vol zonnebloemen. Hun pitten, de pipas, worden niet alleen gebruikt om olie uit te winnen, maar blijken ook geliefd snoepgoed. “Als je de pipas openbijt, kun je de inhoud opeten”, vertelt Rosamar en voegt de daad bij het woord. Salvador parkeert zijn auto. “Bij pipas hoor je iets te drinken”, zegt hij en haalt een fles Pedro Ximénez, glazen en een mand met versnaperingen tevoorschijn. “Tijd voor de maandagmiddagborrel.”
Als je in Jerez bent wil je alles van sherry weten en als je alles van sherry wilt weten, moet je naar een bodega. Maar om nou direct na het ontbijt al aan een proeverij te beginnen… Ik besluit eerst nader kennis te maken met de stad zelf. Na een wandeling over met palmbomen omzoomde pleinen en een bezoek aan het oude Moorse fort, het Alcázar, kom ik uit bij de ruiterschool die vertegenwoordigt wat naast sherry die ándere specialiteit van Jerez is: paarden. De befaamde Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre werd opgericht door de sherryfamilie Sandeman en zij delen hun hoogbenige en langmanige geheim sinds 1973 jaarlijks met vele duizenden internationale bezoekers. Op de maat van hartstochtelijke gitaarklanken, maar ook van ingetogener vioolmuziek, laten de Spaanse Bonfire en Salinero zien dat ze hun koninklijke opleiding met goed gevolg hebben doorlopen.
Aroma van appelstroop
Op naar Bodegas Tradición. Dit wijnhuis, gevestigd in een fraai gerenoveerd pand in het oude stadshart, werd pas in 1998 gesticht, maar zet een traditie voort die teruggaat tot 1650. Ze maken hier vier typen sherry: Amontillado, Oloroso, Palo Cortado en Pedro Ximénez. “Die namen zeggen je nu misschien nog niets, maar dat komt nog wel”, belooft keldermeester Pepe Blandino. Hij voert me naar een bovengrondse kelder (logisch: ‘bodega’ betekent immers ‘bovengrondse kelder’) waar meer dan duizend eikenhouten vaten liggen opgeslagen en legt me het zogeheten solerasysteem uit.
Witter dan wit
Vejer de la Frontera blijkt de perfecte locatie voor een reclamespot voor Omo of Witte Reus. Mijn hemel, wat is alles hier wit! Tuurlijk, Andalusië is beroemd om zijn witte dorpjes. Maar zó wit? Ik heb me laten vertellen dat het wettelijk verplicht is alles helwit te houden. Zo niet, dan volgt een boete. In Vejer gaan de vrouwen daarom tweemaal per jaar met de witkwast rond, vlak voor Semana Santa en de feria, de jaarmarkt van augustus, zodat het dorp er op deze hoogtijdagen nóg blinkender bij ligt dan normaal. Elk jaar worden mensen blind door het felle zonlicht dat genadeloos door de muren wordt weerkaatst. Toegegeven, dat laatste verzin ik er voor de vorm even bij, maar het is wél waar dat er al honderden jaren witlaag over witlaag wordt geschilderd, met als gevolg dat de gevels van Vejer een uitgesproken pokdalig, grotachtig karakter hebben gekregen. Wat op de een of andere manier sterk bijdraagt aan het authentieke karakter van dit dorp.
Eliza was here
De Sherry Driehoek en Cádiz liggen in de streek Andalusië. Naast de sherry beroemd vanwege prachtige steden als Sevilla en Granada. Denk smalle, kronkelende straatjes, verscholen hofjes met fonteinen en imposante gebouwen met paradijselijke tuinen. Buiten de steden vind je ruige kustlijn, met kilometerslange goudgele zandstranden. Passie voor het leven. Daar draait het om in deze zuidelijkste streek van Spanje. Bij Eliza was here kun je superleuke, authentieke en kleinschalige accommodaties in de hele streek vinden. En een auto ter plaatse is altijd inclusief bij Eliza was here. Kun je mooi al die verschillende steden en plekjes zelf ontdekken. Aanrader.