Eilandhoppen tussen drie Dalmatiërs
Brač, Hvar en Šolta
Ten zuiden van Istrië, voor de kust van Split, ligt een archipel waar olijfboeren, wijnmakers en vissers wonen. Een eilandengroep van eenzame kiezelstranden en tussen naaldbomen verscholen baaien. Welkom op de Kroatische eilanden Brač, Hvar en Šolta.
Éen enkele weg slingert over Šolta, omgeven door wat huizen. Het ontbreekt er aan een supermarkt, laat staan dat dit eiland een dorp heeft. Aan weerskanten kust het asfalt de Adriatische Zee, precies daar waar de schoonheid van het eiland ligt. Šolta is geprezen met baaien van buitennatuurlijke schoonheid.
Een enkele zeilboot en motorboot zet vanaf Supetar, de veerhaven van naastgelegen eiland Brač, koers naar deze eenzame plekken. Tegen de tijd dat onze boot vaart mindert en de matroos naar het voordek begeeft om het anker gereed te maken, kleurt het zeewater van diepblauw naar opaalgroen. Vanaf het dek is dan de zeebodem zichtbaar want bij gebrek aan zand is het water kraakhelder.
De onderwaterwereld geeft zich pas volledig prijs wanneer je rondzwemt met een snorkelset. In de baai van Mala Maslinica groeit roestkleurig koraal op de rotsen, verschuilen regenboogvissen en zee-egels zich tussen het gesteente, liggen waaierschelpen in schotelformaat op de bodem en zwemmen scholen van honderden guppy’s in de rondte.
Een kwart van alle Kroatische olijfolie en, als we de 70 wijnboeren mogen geloven, de goddelijkste wijnen komen van Brač. Een eiland ongeveer zo groot als Malta, maar dan minus de mensenmassa. En dus kijk je, in plaats van tegen appartementencomplexen en hotels, aan tegen naaldbomen, cipressen, wijnranken en olijfbomen. Muurtjes van opgestapelde stenen scheiden keurig de velden. Het hagelwitte kalksteen, een sedimentgesteente van schelpdieren, is trouwens de derde trots van het eiland. Op de vakwerkschool in Pučišća, waar de deur dagelijks openstaat voor bezoekers, vertellen de leraren graag hoe het gesteente van Brač verwerkt is in het Witte Huis in Washington DC en het Opera House in Sydney.
En dus kijk je aan tegen naaldbomen, cipressen, wijnranken en olijfbomen.
Rijdend over het eiland, glipt de geur van lavendel en salie door de open ramen van de huurauto. En staat de auto even stil bij een uitzichtpunt, bijvoorbeeld om te turen naar de zeilboten als witte stippen over zee glijden, dan doorbreken slechts cicaden de stilte.
De lodge ligt compleet afgelegen en is niet via de weg bereikbaar. De cabin’s zijn prachtig, met ieder een eigen houtkachel. De wc is buiten, maar als je hard loopt merk je niets van de kou zegt de Zwitserse eigenaar met een uitgestreken hoofd.
Hoe je ook rondrijdt, op een gegeven moment passeer je Skrip, de oudste nederzetting op Brač. Het dorp ligt hoog en droog, weg van de zee, weg van de oorlogsschepen van de Turken en Venetianen. Aan de rand van het dorp, naast het nobele fort, staat een 17e-eeuwse woning die eeuwenlang in gebruik was als olijfperserij. Na een flinke renovatie opende het in 2013 als olijfoliemuseum. De grove maalstenen, de verticale pers en het dak van losliggende stenen herinneren nog aan de zware arbeid die gemoeid was het boerenleven van toen. “Het landschap op Brač is nog steeds ontoegankelijk voor machines,” aldus Stefanio, gids in het museum. “Al 3000 jaar lang pakken alle families de olijven in het najaar van de grond, nadat ze de bomen heen en weer schudden. Meehelpende vrienden en kennissen werden én worden rijkelijk beloond in hemelse olie.” Op de tweede etage van het museum proef je die zelfgemaakte oliën, tapenades en gebakken olijven. En, zodat de proeverij wel erg veel op een lunch gaat lijken, wat brood, kaasjes en vijgenjam van de buren.
Het kloppende hart van de archipel is Hvar, een eiland op een half uur varen ten zuiden van Brač. De gelijknamige hoofdstad van het 60 kilometerlange eiland is grotendeels autovrij en heeft, dankzij 400 jaar aan Venetiaanse invloeden, alle ingrediënten van een Italiaanse kustplaats. Struinend door de oude stad passeer je lonkende ijssalons, miljoenenjachten in de jachthaven, promenades met terrassen en steile steegjes waarboven lakens te drogen hangen.
Dat doen ze liefst met een bosje zelf geplukte bloemen en lavendel.
In 2017 stelde de nieuwe burgemeester het verbod in om in badkleding over straat te lopen en te picknicken op het Piazza. “Het is hier geen strand,” beargumenteerde hij. En zo is het. Want openen in andere plaatsen de kathedralen hun deuren slechts voor toeristen, in Hvar lopen dagelijks tientallen katholieke Kroaten binnen bij het 15e-eeuwse Franciscaanse-klooster voor een dienst of zegening. Dat doen ze liefst met een bosje zelf geplukte bloemen en lavendel. En hoewel het heiligdom volhangt het klatergoud en iconen, is fotograferen er verboden.
Aan de andere kant van het dorpsplein herinnert een toegangspoort nog aan hun wijk en dus aan de tweedeling van de inwoners. Daarachter kronkelen stegen tegen de berg op. Een trappensteeg en kronkelpad verder, en je staat tussen de kanonnen en kantelen van Fortica. Het bastion overschaduwt de wijk en geeft een uitzicht tot voorbij het stadscentrum en de haven. Met gemak kijk je uit over de Pakleni-archipel, een verzameling droomeilanden met minstens 28 baaien. En hoewel de stad inmiddels bikinivrij is, telt Pakleni meer stranden dan er kathedralen in Hvar staan.
Met gemak kijk je uit over de Pakleni-archipel, een verzameling droomeilanden met minstens 28 baaien.
Op naar Brač!
TUI vliegt als enige airline naar Brač, direct vanaf Rotterdam. Behalve directe vluchten, biedt TUI pakketreizen aan, inclusief transfers én hotel.
Een weekje Brač, inclusief retourvlucht, transfer, hotel, ontbijt én diner boek je al vanaf €399 pp. Bekijk alle reizen op de website van TUI.