Een land van zand en sterrenstelsels
Loonse en Drunense Duinen
Tien jaar lang verkenden Dutch WideOyster-medewerkers Bas van Oort en Dirk Wijnand de Jong de wereld totdat ze zich realiseerden dat ze hun eigen land nauwelijks kenden. ‘Expeditie Achtertuin’ was geboren. In vier seizoenen verkenden ze hun eigen land alsof het hun laatste zoektocht was. Door de ogen van echte wereldreizigers ontdekten ze de moerassen, polders en eilanden van Nederland, maar hun grootste ontdekking was de zandwoestijn in Brabant.
De wereld is vacuüm gezogen wanneer de wekker gaat. Het is zo stil dat ik aan de hand van de omgevingsgeluiden niet kan bepalen hoe laat het is, iets waarin ik normaal gesproken veel genoegen schep. Ik hoor geen vogels en ik hoor ook geen holle camperdeuren. Het is zo stil zelfs dat ik de hartslag onder mijn borstkas hoor. Maar goed, half vijf dus, de wekker is net afgegaan. Ik ontpop onhandig uit mijn slaapzak, druk mijn contactlenzen in mijn ogen, zorg voor de eerste holle deurplop van de dag, steek mijn hand naar buiten om de temperatuur te peilen, trek een dikke trui aan en schud Liva wakker met de boodschap hetzelfde te doen.
Het duurt een paar minuten voordat we bij de bosrand zijn. Waterdamp landt op mijn wangen en mijn handen voelen klam. Via een open plek in het bos klimmen we stap voor stap naar boven, een beetje slaperig nog, tussen de bomen die als donkere silhouetten oplichten in het schijnsel van de straatlantaarns. Liva is als eerste boven. Doordat ze daar een poosje bewegingloos blijft wachten, weet ik dat er aan de andere kant iets moois te zien is. Wanneer ik me een paar tellen later hijgend naast haar voeg, zie ik onder aan de heuvel, zich uitstrekkend van uiterst links naar uiterst rechts, een onmenselijk grote zandbak: Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen.
We staan daar maar een beetje te bewonderen. Dezelfde nevel die we in het bos op onze huid voelden, hangt nu beneden als een transparante sluier boven het zand. Blijf je er maar lang genoeg naar staren, dan wordt het een spook die traag over de uitgebloeide heideplanten zweeft. Pas echt wonderlijk wordt het tafereel wanneer de zon voor het eerst die dag boven de bladerdaken uit kruipt. Van het ene op het andere moment verandert de donkere vlakte aan onze voeten in een troebele, waterige oranje wereld vanwaaruit kronkelige stronken als nieuwsgierige fantomen omhoog komen kruipen.
Blijf je er maar lang genoeg naar staren, dan wordt het een spook die traag over de uitgebloeide heideplanten zweeft
Het voelt alsof we in een avonturenfilm beland zijn. Dolgelukkig rennen we, terwijl het zand aan alle kanten omhoogvliegt, de heuvel af. We besluiten de zandvlakte te volgen langs de bosrand, die na een paar honderd meters ineens naar rechts afbuigt en een nog veel grotere, langere en heuvelachtigere woestijn blootlegt. Tot zover onze blikken reiken zien we zandduinen, de ene berg na de andere berg, van vorm veranderende heuvels gemaakt van honderden biljoenen miljoenen korrels zand. En dan te bedenken dat er zeven keer meer sterren in het universum zijn dan zandkorrels op de aarde. Aan dat feitje moet ik ineens denken wanneer ik boven op een metershoge zandduin het melkwegstelsel uit mijn schoenen schud.
SAHARA VAN BRABANT
De eerste keer dat ik in een echte échte woestijn was, kan ik me nog goed herinneren. Ik werd wakker in een bedoeïenentent in de Sahara met microscopisch kleine zandkorrels in mijn bilnaad, in mijn mobiele telefoon en nog weken na thuiskomst in mijn oren. Maar de meeste indruk maakte een ommetje naar een dertig meter hoge geribbelde zandberg, waar plotseling een zandstorm opstak die al mijn sporen uitwiste en mij een totaal gevoel van desoriëntatie gaf. Aan alle kanten was de horizon ineens hetzelfde. Op dat moment besefte ik dat een foute keuze hier cruciaal kan zijn. Mijn tweede keer onderstreepte dat, ditmaal in Peru. Een glinsterend voorwerp in het zand trok mijn aandacht. Toen ik dichterbij kwam, lag daar een volledig intact skelet van een jonge vrouw, met hier en daar nog wat restjes vlees en kleding.
Maar de meeste indruk maakte een ommetje naar een dertig meter hoge geribbelde zandberg
Terwijl Liva en ik zo over het geribbelde zandlandschap van de Loonse en Drunense Duinen wandelen, worden we opgenomen in een klimatologische formule. Die luidt: hoe verder de zon boven de bomen uitsteekt, hoe sneller de nevel verdampt en hoe meer laagjes kleding we moeten uittrekken. De dag- en nachttemperatuur in het natuurgebied – niet voor niets de Sahara van Brabant genoemd – kan in de zomer wel vijftig graden Celsius verschillen. En alsof dat nog niet genoeg gemartel is, werkt het glinsterende zand ook nog eens als een oogverblindend spiegeloppervlak.
Expeditie Achtertuin
De avonturen van Bas van Oort en Dirk Wijnand de Jong in eigen land zijn te volgen op Instagram. Onlangs werden de mooiste foto’s en verhalen ook gebundeld in een stoer koffietafelboek, dat meteen in de Bestseller60 terechtkwam. In 256 pagina’s laat Expeditie Achtertuin zien dat je niet urenlang in het vliegtuig hoeft te zitten om iets moois en magisch te zien, of om op avontuur te gaan. Te koop in de boekhandel voor de tijdelijke introductieprijs van €29,50.
In de verte weerklinkt het gehamer van een bonte specht en boven het bos het onheilspellende geroep van een buizerd.
We besluiten verkoeling te zoeken in het bos. Een pad is er niet en daarom schieten we het galmende woud in tussen twee eindeloze naaldbomen, over een tapijt van dennenappels, duizenden zijn het er. Ik ben er dol op: op de mystiek van de stilte en de echo. Breekt er ergens een takje, dan recht je in opperste staat van paraatheid ineens je rug, wie weet welk wezen zich in de struiken schuilhoudt. In de verte weerklinkt het gehamer van een bonte specht en boven het bos het onheilspellende geroep van een buizerd. Die informatie krijg ik meestal door via een live-verbinding. Dat werkt zo: ik whatsapp mijn broer Gertjan, de hobbybioloog, drie of vier hints – bijvoorbeeld ‘klein bruin zangvogeltje, zit op een tak, heeft een kuif’ – en hij stuurt onmiddellijk een foto van de boomleeuwerik, inclusief informatie over lokroep, verspreidingsgebied en eigenaardigheden terug.
Vlak voordat we ons rondje door het park voltooien, springen er drie herten in een parabolische boog over een boomstronk op het pad. ‘Reeën’, corrigeert mijn broer meteen. ‘En trouwens: als die burlen, is het niet om aan te horen. Net een hond met een stevige verkoudheid.’
Ontdek de Loonse en Drunense Duinen