Tussen hemel en aarde
Garda Trentino
Je zou het bijna vergeten, maar boven het Gardameer ligt nog een wereld. Eentje van hellende grasvlaktes en preekstoelen, verdedigingslinies en uitkijkpunten. Ook niet onbelangrijk: stevige goulash en zelfgestookte grappa. Tijd voor een meerdaagse huttentocht in dit ‘andere Garda’.
Alle wegen leiden naar Rome, behalve die van de taxichauffeur. Van wieg naar stuurwiel en in de veertig jaar daartussen heeft hij zijn hoofdstad “dzzzero” keer bezocht. “En waarom zou ik? Alles draait hier om toerisme. In de vrije uurtjes die ik heb, duik ik de bergen in. Zelfs in de winter, wanneer een haast Siberische wind door de verlaten straten van de noordelijke plaatjes suist.”
Met gemengde gevoelens van verontwaardiging en jaloezie zit ik op de achterbank. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat je, nota bene als Italiaan, nog nooit in de Eeuwige Stad bent geweest? Maar tegelijkertijd: hoe fijn moet dat zijn, dat je wereld zo klein is dat je alleen een paar vrije uurtjes en een berg nodig hebt om aan de dagelijkse sleur te ontsnappen?
De Kroon van Garda, van 88 meter boven zeeniveau tot 1790 meter
Rust, liefde, oorlog, vrede
Gelukkig is de klim op de rechteroever van het Gardameer, op de Monte Baldo, een stuk vergevingsgezinder, ondanks een klim van zeven uur. Minder rotsen en losliggend puin, meer hellende alpenweides waarvan het groen als een soort hangmat tussen de bergkammen wiegt. Vooral het eind van de etappe is weids en wijds. En muisstil, zo stil dat alleen zoemende zweefvliegen en zingende marmotten de stilte doorbreken. Rust verzacht het ongemak.
Op de top van de Monte Altissimo staat de polenta al klaar. Gemaakt in een gigantische pot op het vuur, geserveerd door een jongen uit Verona en een dame uit Toscane, tussen wie het vuur ook ontstoken is. En hoe ontkom je daar ook aan? De uitzichten vanaf de bergtop zijn van zo’n zeldzame schoonheid dat je die het liefst met iemand deelt. Aan de voet van de Altissimo een kalm soort Gardameer, waarvan alleen de veerboot van Malcesine naar Limone naar Torbole verraadt dat er leven is.
Rondom de berghut oude loopgraven, grotten en ruïnes, soms een verdwaald stuk prikkeldraad. Delen van de Top Loop maken deel uit van de Sentiero della Pace, het Pad van de Vrede, een routenetwerk van vijfhonderd kilometer dat belangrijke plekken uit de Eerste Wereldoorlog met elkaar verbindt. Een dag eerder hebben we de fotoboeken van Marco doorgebladerd: ingesneeuwde, maar trotse soldaten op eenzame flanken, lepelend uit conservenblikken.
Terug op aarde
De laatste wandeldag is er een van langzaam terugkeren naar de mensheid. Twee, drie uur ploeteren over kammen, heide en door bossen, waarbij het uitzicht op het Gardameer steeds groter wordt, maar bij vlagen gehuld is in een dichte mist. Hier tref je preekstoelen zoals je die ook in de Noorse fjorden treft: uitstekende rotsblokken boven duizelingwekkend hoge kliffen. De wilde gemzen hebben er minder moeite mee. Die storten zich langs de verticale wand de diepte in. Voor ons volstaat de kabelbaan die ons in een paar minuten afzet in de realiteit van afgeladen terrasjes en toeristententjes: Malcesine.
Op de ferry van Malcesine naar Limone naar Torbole vraagt een Vlaams meisje waar we “gestapt” hebben. Ik wijs naar boven. “In een andere wereld. Eentje met mensen met lichtgevende haren, goulash en zelfgestookte grappa.”
De kroon van Garda
Het Gardameer is bij velen bekend, het gebergte dat haar omringd een stuk minder. De zevendaagse wandeling door dit prachtige hoogland is er een van vele gezichten, van in mist gehulde kaarsrechte kliffen tot boerenlandschap, wijnvelden, middeleeuwse dorpjes en dichte bebossing. Maar zelden is ze ver weg: het uitzicht op het grootste meer van Italië.