Wolken, smokkelaars en zeven bergtoppen
Region Dents du Midi
Onder de mooiste toppen van Region Dents du Midi, waar skiërs nu zorgeloos afdalingen maken, probeerden smokkelaars hun koopwaar ongezien van Zwitserland naar Frankrijk te brengen. En andersom. We volgen de oude routes en luisteren naar de verhalen van de laatste contrabandiers die met gevaar voor eigen leven over de bergen trokken.
Na twee dagen van dikke wolken, sneeuw en mist laat de Pas de Chavanette zich eindelijk zien. Op een hoogte van 2.144 meter maken wintersporters zich klaar voor de fameuze Mur Suisse, een supersteile ongeprepareerde piste met hoge buckels. Of bosses, zoals ze hier zeggen. Nog vlug een selfie, bindingen vast, schoenen dicht en gaan.
Tot diep in de twintigste eeuw was deze pas een beruchte doorgang voor de smokkelaars van de arme boerendorpen aan zowel de Zwitserse als Franse kant van de grens. Met gevaar voor eigen leven gooiden zij tot veertig kilo koffie, sigaretten, vlees, suiker, schoenen en zelfs koeienbellen op rug. Er moest wat extra geld worden verdiend om het hoofd boven water te houden.
…een supersteile ongeprepareerde piste met hoge buckels. Of bosses, zoals ze hier zeggen. Nog vlug een selfie, bindingen vast, schoenen dicht en gaan
Louis Perrin (95) herinnert zich zijn eerste tocht nog goed. ‘Als jongetje van tien, elf jaar oud smokkelde ik een paar bergschoenen naar Frankrijk. In ruil kreeg ik schapen mee terug. Na de transactie ben ik naar huis gerend. Ik heb mijn hele leven lang niet zo hard gelopen. Thuis werden de schapen meteen geslacht zodat ze niet meer te achterhalen waren. Het vlees hielden we deels zelf en deels hebben we dat verkocht.’
Louis vertelt hoe bang hij was om zo jong door de woeste bergwereld te lopen. Zeker in het donker. Het was levensgevaarlijk bovendien. Niet eens vanwege de douaniers die jacht maakten op de smokkelaars – daarbij werd zelfs geschoten – maar vooral door de onvoorspelbare natuur. Denk aan lawines, steenslag, aardverschuivingen, noodweer.
“Het was levensgevaarlijk. Denk aan lawines, steenslag, aardverschuivingen “
Zo arm als de streek destijds was, is het natuurlijk niet meer. Vooral het wintertoerisme heeft vanaf de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw welvaart gebracht. Er werden hotels gebouwd, restaurants geopend, liften geïnstalleerd en pistes aangelegd. Sinds de opening van het skigebied Les Portes du Soleil, dat zowel in Zwitserland als in Frankrijk ligt, zijn er honderden miljoenen geïnvesteerd, goed voor 600 kilometer piste, verdeeld over acht dorpen aan beide kanten van de grens.
Ik was de dag begonnen met een eenvoudige stoeltjeslift vanuit Morgins. Normaal heeft die rit een spectaculair einde waarbij langzaam de toppen van de Dents du Midi tevoorschijn komen. Maar die hadden zich nog in mist gehuld. Daarna was het fijn opwarmen op de pistes rondom de Alpage La Chaux, een alm (alp zeggen de Zwitsers) met een chalet uit 1871. Er wordt huisgemaakte honing, jam en génépi verkocht.
De verse sneeuw van de afgelopen dagen heeft de hooggelegen pistes goed gedaan. Heerlijk skiën naar Champoussin met zijn chalets en Les Crosets, met 1.660 meter het hoogst gelegen skidorp aan de Zwitserse kant van het skigbied. Het bergstation van Pointe des Mossettes (2.277 meter) staat precies op de grens. Omhoog in Zwitserland, afdalen in Frankrijk. Zorgeloos. In tegenstelling tot de smokkelaars hoeven wij niet op te letten in welk land we precies zijn.
Bovendien gaat het met liften en op ski’s een stuk sneller. Een ervaren smokkelaar deed er uren over om de bijna 1.000 hoogtemeters te overbruggen. De skiër heeft dat in minder dan een half uur gepiept. Tenzij er wordt aangelegd bij één van de bergrestaurants, zoals het eigentijdse Cookie Café op de Pointe des Mossettes. Met uitzonderlijk goede koffie, niet zo vanzelfsprekend op deze hoogte.
Dan komen plotseling, langzaam, één voor één, de zeven toppen van Les Dents du Midi uit de wolken tevoorschijn. Eerst alleen de Haute Cime (3.258 m), daarna de Les Doigts de Champéry (3.200 m), Dent Jaune (3.186 m) en Eperon (3.114 m). Ze steken door de voorbij razende wolken tot alle nevel als het gordijn van een theater is opgetrokken en de grote ster middenop het podium staat. Het massief oogt robuust en markeert het einde van de vallei. Hier houdt de wereld op en begint het niemandsland tussen hemel en aarde.
Ik wil afdalen naar Champéry en neem de lange route buitenom: Ripaille Grand-Paradis. En dat is het, een paradijs. De piste ligt nogal uit de richting en aan de rand van het skigebied. Zeker als je vanuit Morgins of één van de Franse stations komt. Dus is het er rustig en stil. De afdaling is meer dan tien kilometer lang en volgt een eeuwenoude pelgrims- en handelsroute. Geliefd voor het vervoer van kaas, melk en het woord van God.
Hoewel het in geen enkel boek staat, wordt het soms wel hardop gedacht: zonder het smokkelverleden was het Zwitsers-Franse skigebied – in die tijd een revolutionaire samenwerking – er nooit gekomen
Ook smokkelaars hielden van deze weg omdat hij veel beschutting bood. Dankzij de bomen en rotsblokken op het bovenste deel konden ze ongezien naar de Col de Cou lopen. En vanaf deze bijna 1.921 meter hoge pas afdalen in Frankrijk. Soms naar een afgesproken plek op een alp, soms naar afgelegen boerderijen of een dorp zoals Morzine.
De bloeitijd van de smokkelarij lag tussen 1920 en 1960. In die tijd ontstonden er vriendschapsbanden tussen smokkelaars aan beide kanten van de grens. Onder moeilijke omstandigheden leer je elkaar goed kennen. Hoewel het in geen enkel boek staat, wordt het soms wel hardop gedacht: zonder het smokkelverleden was het Zwitsers-Franse skigebied – in die tijd een revolutionaire samenwerking – er nooit gekomen. Daar was vertrouwen voor nodig. En dat hadden de smokkelfamilies nou juist met elkaar opgebouwd
De route eindigt in Champéry dat met het gezicht naar de zon ligt. Ski’s parkeren en wandelen door de Rue du Village, de hoofdstraat met zijn oude en nieuwe chalets. Het is er ongedwongen. De crêperie bevindt zich naast een exclusieve interieurzaak, een klassiek fondue-restaurant naast een conceptstore of neem At’Home, een hybride café, bar, restaurant, club. Al naar gelang de stemming en het tijdstip.
Ooit stond hier het Grand Hôtel Pension de la Dent du Midi (1857) met een dépendance in Belle Époque-stijl. Het was één van de twee eerste hotels van het dorp. Na de Tweede Wereldoorlog is het gesloopt. Alleen de dépendance die in 1896 was omgebouwd tot l’Hôtel National is blijven staan. Het heeft tegenwoordig een prachtige veranda en een fijne spa die voor iedereen toegankelijk zijn.
Aan de voet van het dorp, dat tegen een helling is gebouwd, bevindt zich de grote gondelbaan terug naar boven. Voormalig smokkelaar Perrin herinnert zich nog dat in de jaren dertig van de vorige eeuw de eerste lift werd gebouwd: ‘De staalkabels lagen door heel het dorp.’
Terug in het skigebied maak ik een grote ronde. Met 600 kilometer piste zijn er mogelijkheden genoeg. Tot diep in Frankrijk
Als we bergop gaan, zien we links de Dents du Midi, de bergketen die zijn naam heeft gegeven aan de regio. Het is overigens niet de naam van een geografische eenheid, maar van een toeristische samenwerking van zes charmante Zwitserse dorpen in de grensstreek: Champéry, Champoussin, Les Crosets, Morgins, Troistorrents en Val-d’Illiez.
Terug in het skigebied maak ik een grote ronde. Met 600 kilometer piste zijn er mogelijkheden genoeg. Tot diep in Frankrijk. De route voert me via Châtel, waar in de voormalige douanepost een smokkelmuseum is ingericht, terug naar vertrekpunt Morgins. Geen stampende après-ski maar een ontspannen sfeer op terrasjes in de zon. Skiërs, wandelaars, sneeuwschoenhikers. Alles zit gemoedelijk door elkaar.
Ik heb afgesproken met Raphy Guérin, een zeventiger uit een familie van smokkelaars. Hij heeft een tas vol herinneringen aan die tijd meegebracht zoals foto’s die een beeld geven van de grens en een wat wonderlijk paspoort: ‘Dankzij zijn werk in de bergen had mijn vader een speciaal carnet waarmee hij vrij door het grensgebied kon lopen. Daar heeft hij dankbaar gebruik van gemaakt…’
De almboerderij van de familie Guérin stond onder de montagnards bekend als plek waar je iets kon eten en drinken. Ook de douaniers kwamen er vaak, zodat vader Guérin altijd de juiste en meest actuele informatie had. ‘Hij wist bijvoorbeeld precies wanneer er een wisseling was van douaniers en er geen controles werden gelopen.’
De almboerderij van de familie Guérin stond onder de montagnards bekend als plek waar je iets kon eten en drinken. Ook de douaniers kwamen er vaak, zodat vader Guérin altijd de juiste en meest actuele informatie had
Als de avond valt, doet de rust er nog een schepje bovenop. Terwijl er een deken van stilte over Morgins ligt, maak ik een wandeling naar een hoger gelegen uitkijkpunt. Met een lampje op het hoofd heb ik geen haast. Alle tijd. Dit is zo’n beetje het tijdstip waarop de smokkelaars de bergen introkken. Hoe donkerder het zou worden, hoe beter.
Eenmaal op hoogte vind ik een plek met uitzicht op Morgins in het dal en de machtige bergwereld erboven. Ik probeer de smokkelpassen te herkennen: Pointe des Mossettes, Pas de Chavanette en daarachter moet de Col de Cou liggen. Ik denk aan Louis Perrin. Hoe hij als 10-jarig jongetje met handelswaar op zijn rug de vijandige bergen werd ingestuurd.
Aan de horizon staan de Dents du Midi als zwarte contouren in een donkerpaarse hemel. Aangelicht door de maan, fonkelend omlijst door sterren.
Ik denk aan Louis Perrin. Hoe hij als 10-jarig jongetje met handelswaar op zijn rug de vijandige bergen werd ingestuurd
Authentieke winter in Region Dents du Midi
Region Dents du Midi
Ben je op zoek naar een winterbestemming waar een bergwereld vol verhalen wordt gecombineerd met authenticiteit? Dan is Region Dents du Midi het antwoord. En behalve geweldig skiën kun je er sneeuwschoenwandelen, wellnessen en meer dan goed eten en drinken.