Stadsreportage
Hartverwarmend Helsinki
Wie aan Helsinki denkt, denkt aan donkere winters en koude dagen. Een plek om van weg te vluchten richting de zon. Nou klopt dat donkere wel en die kou valt in de winter ook niet te ontkennen, maar Helsinki voelt als een knapperend haardvuur. Een verhaal over vesting Suomenlinna, de prestigieuze Nyländska Jaktklubben en sauna’s. Oh, oh die sauna’s.
De jongedame op het dek van de ferry die van Market Square in de Finse hoofdstad Helsinki naar Suomenlinna vaart, staart dromerig vanonder haar muts over de golven van de Finse Golf. Dit stukje van de Oostzee is nog minder zout dan de Oostzee zelf. In sommige delen van de Finse Golf slechts drie promille, oftewel drie gram zout per liter zeewater. Nogal een verschil met onze eigen Noordzee die met vijfendertig promille bijna twaalf keer meer zout bevat dan het water tussen Finland en Estland, met in het Oosten de Russische kust. Dat komt vooral omdat er zo’n tweehonderdvijftig rivieren hun zoete water lozen in de Oostzee. Het zwaardere zoute water dat vanaf de Atlantische Oceaan de Oostzee in stuwt, en ervoor zorgt dat de deze zout blijft, heeft weinig kracht meer hier.
Vandaar de brakheid van de Finse Golf. Het is tevens de reden dat de zee hier vrij snel bevriest. Maar dit jaar, nog, niet. Ook hier zijn aloude weerpatronen bokkensprongen aan het maken. Niet dat de jongedame in kwestie daarover aan het dromen is, tenminste, dat denk ik niet. Mijn blik valt op een houten gebouw langs de kade. “Dat is de Allas Sea Pool,” zegt de jongedame, die zich voorstelt als Mikaela. “Zwembaden en sauna’s. Er wordt op dit moment hard gewerkt aan het nieuwe hoofdgebouw. De financiering is opgehaald via crowdfunding. Veel Helsinkiërs hebben een klein steentje bijgedragen. Ik ook,” lacht ze.
De onderwaterwereld geeft zich pas volledig prijs wanneer je rondzwemt met een snorkelset. In de baai van Mala Maslinica groeit roestkleurig koraal op de rotsen, verschuilen regenboogvissen en zee-egels zich tussen het gesteente, liggen waaierschelpen in schotelformaat op de bodem en zwemmen scholen van honderden guppy’s in de rondte.
Russische Revolutie
We lopen verder langs de bastions en versterkingen. Sari wijst naar een donker gat. “Ga daar maar in. Dat is sneller,” weet ze. De gang gaat onder een van de versterkingen door. Het oude kalk dat gebruikt is om mee te bouwen, is langzaam naar beneden gezakt en vormt mini stalactieten op het plafond. Voor de gevangenen nu mag het goed toeven zijn, het is weleens anders geweest.
Sari gaat verder met haar historische inzichten. Ze vertelt over hoe Finland zich losmaakte van Rusland ten tijde van de Russische Revolutie. “In december 1917 verklaart Finland zich onafhankelijk. Het is tevens het begin van de Finse Burgeroorlog. Want over de nieuwe koers die het land gaat varen, bestaat geen consensus. Er is grote rivaliteit tussen de conservatieve Witte Garde en de socialistische Rode Garde. De Roden willen dezelfde koers varen als de bolsjewieken in Rusland. De Witte Garde kiest voor een eigen koers, zonder Rusland. De burgeroorlog duurt slechts enkele maanden, maar er wordt gevochten als leeuwen. Aan Witte zijde sneuvelen vijftienhonderd soldaten en de oorlog kost achtduizend Roden het leven. Veel gevangen Roden worden op Suomenlinna geëxecuteerd, anderen verhongeren op het eiland. Een zwarte bladzijde in de Finse geschiedenis. Op 5 mei 1918 komt er een eind aan de burgeroorlog.”
Nyländska Jaktklubben
Ook aan onze wandeling over het eiland komt een einde. Niet veel later stappen we van de veerboot af en wandelen naar de Norra Magasinsgattan 6A, de burelen van advocatenkantoor Hästo & Co. Het is het bedrijf van Mats Welin, de Commodore van de Nyländska Jaktklubben (NJK), de meest gerenommeerde jachtclub van Helsinki. We zijn er met de veerboot daarstraks langs gevaren: het eilandje Blekholmen, thuis van de NJK. Het grote witte clubhuis met het karakteristieke groen koperen dak is een van de blikvangers van de stad. Blekholmen heeft honderdvijfentwintig ligplaatsen waarvan er vijfenzeventig gereserveerd zijn voor leden. De andere vijftig zijn voor visiterende jachten.
Overigens heeft de NJK nog een jachthaven in de stad: Björnholmen. In de archipel rondom Helsinki, tot en met Åland, zijn er nog tien die de vlag van de NJK dragen. “Maar in de winter zijn we gesloten,” vertelt Commodore Welin. “IJs is tenslotte niet goed voor boten. In de zomer is het een drukte van jewelste op het water en worden alle jachthavens van Helsinki goed bezocht. De NJK is opgericht in 1861 en is daarmee de de oudste geregistreerde sportvereniging van het land. We worden soms als een tikkeltje elitair gezien, maar dat valt reuze mee. Met zo’n zesentwintighonderd leden zijn we ook best aan de grote kant. Het is geweldig zeilen hier. Al komt het niet heel vaak voor dat je in de korte broek kunt zeilen. Ook in de zomer niet. Dat komt vooral omdat het zeewater niet boven de vijftien graden uitkomt. Met wat wind erbij, is het dan toch al snel wat fris. Waar de varende bezoeker op moet letten als hij zich hier op het water bevindt? Dat het nogal ondiep kan zijn. Oplettendheid is een vereiste.”