In de Al-Haram Al-Sharif van Jeruzalem
Het Nobele Heiligdom
De jongen die in een hoekje in de rots in de Bron der Zielen zit, lijkt een beetje misplaatst. Hij is te jong. Zijn Adidas T-shirt ziet er ook misplaatst uit in deze grot recht onder de heiliger dan heilige Fundatiesteen in de Rotskoepelmoskee op Al-Haram Al-Sharif, het Nobele Heiligdom. Terwijl de twee andere bezoekers, een dame en een oude man, in diepe religieuze concentratie zijn, kijkt de jongen naar mij. Glimlachend. Het is een troostende glimlach, vriendelijk, warm en open.
De dame draait mijn kant op, kijkt de jongen recht aan maar lijkt hem niet te zien. Ik glimlach terug naar de jongen. Hij steekt zijn hand uit. Hij houdt een Misbaha vast, gebedsketting. Ik kijk hem verbaasd aan. Hij glimlacht terug zonder iets te zeggen en spoort me met zijn ogen aan om de Misbaha van hem aan te nemen.
Ik neem de kralenketting aan, bedank hem met een vriendelijk knikje en keer terug om rond te kijken in de Bron der Zielen. Als ik me omdraai, is de jongen verdwenen. Waar is hij gebleven? Er is maar één uitweg uit deze oude grot, een steile trap, versleten door millennia aan voetstappen. Ik heb hem niet zien vertrekken. Was de jongen een verschijning? De vrouw leek hem tenslotte niet te zien?
Er is maar één uitweg uit deze oude grot, een steile trap, versleten door millennia aan voetstappen
MYSTERIEUZE MYSTIEK
Zou ook ik nu ineens last hebben van het Jeruzalemsyndroom? Die acute psychotische toestand die hier in de Heilige Stad de meest nuchtere reiziger kan overvallen? Een plots gevoel van mysterieuze mystiek?
Ik wandel, onder de indruk van m’n eigen fantasie, de steile trap op. Stap op de ingesleten voetsporen. Ook de voeten van Godfried van Bouillon, de fameuze kruisvaarder, hebben deze stenen aangeraakt in 1099 toen hij de stad veroverde. Sterker, een in kruisvaarders geschiedenis gespecialiseerde gids wist me te vertellen dat de grot wel eens gegraven kan zijn door de kruisvaarders. Op zoek naar de Ark des Verbonds. Maar zeker weten doet men dat niet. Hier in deze bijzondere stad claimt ieder van de drie grote Abrahamitische religies verhalen onder iedere steen. En dat maakt de Oude Stad van Jeruzalem zo bijzonder.
Zou ook ik nu ineens last hebben van het Jeruzalemsyndroom? Die acute psychotische toestand die hier in de Heilige Stad de meest nuchtere reiziger kan overvallen?
Vooral deze plek. De rots waar ik onder vandaan kom. De rots die deze koepelmoskee z’n naam geeft. “Een heilige steen voor alle drie de monotheïstische godsdiensten: Jodendom, Christendom en Islam,” weet onze gids Samar Nimer. Vanaf deze kei zou God de wereld hebben geschapen. Abraham zou zijn zoon Isaak erop hebben willen offeren (Genesis 22:1-19). De Moslims geloven dat dit de plaats was waar Mohammed ten hemel steeg op een gevleugeld paard genaamd Buraq (Soera 17). En het Laatste Oordeel zal hier plaats vinden, zo gelooft men. Deze steen is het begin én het eind.
De Joden geloven dat dit de plek is, waar de tempel van Salomo stond. Vandaar dat zij dit stukje aarde de Tempelberg noemen. Aan de westelijke buitenzijde van het complex, de Klaagmuur, bidden ze nog steeds.
ALLEEN VOOR MOSLIMS
Dat we hier mogen zijn, is vrij bijzonder. De religieuze gebouwen op de Al-Haram Al-Sharif worden beheerd door een Jordaanse islamitische waqf, een soort heilige raad. De Al-Aqsamoskee is sinds 2000 alleen voor moslims toegankelijk. En wij zijn geen moslims. Toch is het ons, met dank aan onze Palestijnse vrienden, gelukt om toegelaten te worden. Een proces dat een paar weken in beslag nam.
“Voor de Moslims is Al-Haram Al-Sharif een van de drie heilige plaatsen van de islam, na de Ka’aba in Mekka en de Moskee van de Profeet in Medina.” legt gids Samar uit. “Het Nobele Heiligdom ligt op een plateau op de hoogste plek van Jeruzalem. Hier vind je niet alleen de Rotskoepelmoskee, maar ook de Al-Aqsa Moskee.”
“Het Nobele Heiligdom ligt op een plateau op de hoogste plek van Jeruzalem. Hier vind je niet alleen de Rotskoepel, maar ook de Al-Aqsa Moskee”
AL-AQSA
De goudkleurige Rotskoepelmoskee, of Qubbet al-Sakhrah zoals de moslims hem noemen, werd gebouwd door kalief Abd al-Malik tussen 688 en 691 AD als huis voor de fundatiesteen en staat midden op het terrein. Aan de zuidzijde van Al-Haram Al-Sharif vind je de zilvergekleurde Al-Aqsa Moskee (Al-Qibla Moskee). “Dit rechthoekige bouwwerk, oorspronkelijk gebouwd in de zevende eeuw, herdenkt de eerste gebedsrichting in de Islam,” zegt Samar.
We gaan naar binnen nadat we onze schoenen hebben uitgetrokken. De Al-Aqsa is een gigantische moskee, de grootste moskee van Jeruzalem, met plaats voor ongeveer 5.000 mensen. Kunstig tapijt siert de grond. Tientallen pilaren breken de ruimte. Je voelt de tijd haast vertragen in dit heiligdom. “Een deel van de kruisvaarders die samen met Godfried van Bouillon als eersten de stad veroverden in 1099,” vertelt Samar, “namen hun intrek in de Al-Aqsa. Vandaar de naam waaronder ze bekend staan: Tempeliers.”
WONEN IN HET HEILIGDOM
We komen aan het eind van onze rondleiding en gids Samar neemt afscheid. Wij blijven nog even. Want we mogen op bezoek bij Mariam Abu Nijmeh. Mariam woont in het Nobele Heiligdom. Een plek die niet alleen haar thuis is, maar ook haar wereld. “Ik voel dat ik de gelukkigste persoon op aarde ben, dat God mij heeft uitgekozen om hier te wonen”, zegt ze vertederd. Het huis van Mariam is een wooncomplex uit het Mammeluk-tijdperk, een historisch gebouw met stenen muren, ramen met ijzeren roosters en gewelfde plafonds. Het is gebouwd boven de winkels van de oude Suq Al-Qattanin, de Markt van de Katoenhandelaren.
“Je was in de Bron der Zielen? Dat is mijn favoriete plek op Al-Haram Al-Sharif“
“Ik woon hier al sinds 1968,” zegt ze terwijl stemmen echoën en gonzen uit de menigte beneden. Het is het huis waarin ze is opgegroeid en waar ze al haar zeven kinderen heeft grootgebracht.
Ze komt aanzetten met een zilveren dienblad en serveert de koffie in prachtige porseleinen kopjes met gouden randen. Ik vertel over mijn ervaring in de grot.
“Je was in de Bron der Zielen? Dat is mijn favoriete plek op Al-Haram Al-Sharif. Je kunt de tijd ruiken in de stenen. Een geur die je terugbrengt naar de tijd van de profeten,” zegt ze zachtjes. Ze vertelt dat ze soms het gevoel heeft dat de Profeet zelf bij haar is, wanneer ze daar is. Ik denk terug aan de vreemde jongen, voel de gebedsketting in mijn zak. Zou die jongen… Nee. Dat kan niet. Of toch?