Hip Havana ontwaakt
Tekst: Marco Barneveld | Fotografie: Frits Meyst
Zwoel Havana zindert nu al, terwijl de Cubaanse politieke lente slechts mondjesmaat haar intrede heeft gedaan. Maar de kentering is duidelijk. Het stemt de Habaneros optimistisch. En dat voel je overal in de Cubaanse hoofdstad.
Cubaanse vrouwen van alle leeftijden, vormen en maten houden elkaars handen vast, gekleed in enkel een slipje. Ze kijken neutraal de camera in, een neutraliteit die de kijker ruimte geeft voor eigen invulling. De foto is bijna 15 meter lang, een haast oneindige stroom aan rondvormige vrouwelijkheid. Een hip setje kijkt ernaar en bediscussieert het geheel onder het genot van, je verzint het niet, een Bavaria 8.6 Special Blond Beer. In Nederland vooral gezien in de handen van zwervers op bankjes in parken, maar hier in de Fábrica de Arte Cubano, de hipste plek in Havana, is het premium. Dat doen die Bavaria-boys toch weer slim.
De Fábrica de Arte Cubano mag je met een gerust hart het culturele hart van bruisend en hip Havana noemen
Deze oude kookoliefabriek mag je met een gerust hart het culturele epicentrum van bruisend en hip Havana noemen. Gecreëerd door de Afro-Cubaanse muzikant X Alfonso vind je hier een fijnmazig doolhof aan mini-tentoonstellingen, podia, clubs en tientallen geheime ruimtes waar verborgen gesprekken plaatsvinden onder het genot van de altijd aanwezige mojito’s en cuba libre’s. Ik kijk vanaf het vipbalkon naar de menigte die energiek danst op de salsa van de vierkoppige band. Ik sta schouder aan schouder met bekende Cubaanse acteurs, kunstenaars en intellectuelen. Dat is toch wel een van de voordelen wanneer je op sleeptouw wordt genomen door een goed ingevoerde Cubaan. Jorge Pina Toreia, rechtenstudent en fijne gids van de Nederlandse reisorganisatie Better Places, hoefde alleen maar even een vriendje te appen die hier werkt en we worden als Bekende Cubanen behandeld.
De Fábrica de Arte Cubano zou niet misstaan in Amsterdam, Barcelona, Berlijn, New York of welke wereldstad dan ook. En dat is bijzonder in een land dat tot voor kort zo’n beetje afgesloten was van de buitenwereld. De wereld dringt door in Havana. Mondjesmaat, maar toch: de Cubaanse lente is een feit en Havana is ontwaakt.
Ik was tien jaar geleden voor het laatst in Havana. In de afgelopen tijd is er veel veranderd. La Habana Vieja, het oudste gedeelte van Havana met wortels tot in de 16de eeuw, is sinds 1982 Unesco World Heritage. In Habana Vieja staan zo’n vierduizend gebouwen die onder dit werelderfgoed vallen. Maar, ze zijn grotendeels vervallen: de prachtigste rococo, barokke en neoclassicistische bouwwerken brokkelen langzaam af onder invloed van de tijd en de tropische weeromstandigheden. Toch gaat het langzaam vooruit. Beetje bij beetje wordt de oude binnenstad gerenoveerd en keert pand voor pand de oude glorie terug.
Fidel Castro heeft zelf de speciale wetgeving voor Habaguanex geschreven
“Stadshistoricus Eusebio Leal zet zich sinds begin jaren negentig in om de schoonheid van Havana te redden,” weet gids Jorge. “Dat gaat traag, zoals alles op dit eiland, maar er zit wel schot in. Leal staat aan het hoofd van Habaguanex (Habaguanex was de indianenleider uit de 15de eeuw die tevens de naamgever van Havana was – MB) een bijzonder Cubaans bedrijf dat rechtstreeks met buitenlandse investeerders zaken mag doen en dat niet zijn winst af hoeft te staan aan de Staat. Het schijnt dat Fidel Castro, hij was advocaat, de speciale wetgeving voor Habaguanex zelf heeft geschreven toen de Sovjet-Unie instortte en er op andere manieren aan geld gekomen moest worden. Tot die tijd was toerisme een heel erg vies woord op Cuba. Nu is het een van de grootste inkomstenbronnen van het land. Behoud en onderhoud van de pracht van Havana waren essentieel in die strategie. Fidel had dat door, en Leal kwam met het plan.”
Dat plan komt erop neer dat Leal via Habaguanex investeert in toeristische ondernemingen en met de winst die daaruit voortvloeit restauraties uitvoert aan panden die daarna weer een toeristische bestemming krijgen, waar weer winst op wordt gemaakt, wat weer terugvloeit naar de restauraties enzovoort. Voordeel is daarbij natuurlijk dat grotendeels alle panden in Habana Vieja eigendom zijn van de Staat. Maar, dat laatste gaat veranderen.
Sinds 10 november van dit jaar mogen Cubanen ook huizen kopen én verkopen
“Sinds 10 november van dit jaar mogen Cubanen ook huizen kopen én verkopen,” vertelt Jorge. “Een enorme verandering, en een stap richting kapitalisme. Buitenlanders mogen ook kopen, al mag dat officieel alleen als men permanent op Cuba woont. Maar enkele bepalingen in de wet maken vakantiewoningen ook mogelijk. De nieuwe wet kan ook Habaguanex in een stroomversnelling brengen,” filosofeert Jorge. “Want gerestaureerde panden kunnen nu verkocht worden, wat meer snel kapitaal oplevert voor weer nieuwe restauraties. Wat geweldig is, want Vieja wordt er in ieder geval mooier door.”
Onze metallic blauwe 1953 Cadillac Eldorado Convertible zweeft over de Malecón, de boulevard langs de zee die je grotendeels langs de wijk Centro Habana voert en waar ’s avonds de hele wijk naar uitwijkt voor gezelligheid en een frisse zeebries. Hier heerst de samba bij ondergaande zon. Volgens velen is Centro Habana het bruisende centrum van Havana. Je vindt er namelijk veel hotels, restaurants, bars en clubs. Jorge zit voorin en spreekt ons achterstevoren gedraaid vrolijk toe over de verschillende bezienswaardigheden. Wat verderop rijden we via de Malecón langs de rand van de wijk Vedado, langs Hotel National en Hotel Habana Riviera. Beide ooit (gedeeltelijk) eigendom van Meyer Lansky, het brein van de Amerikaanse maffia. “In Hotel National hebben de hoofden van de verschillende maffiafamilies het Amerikaanse grondgebied ooit verdeeld,” roept Jorge boven het verkeerslawaai uit. “Cuba was in de jaren vijftig een maffiabolwerk aan het worden, Las Vegas in het kwadraat, met toenmalig leider Batista als stroman. De uitwassen hiervan droegen flink bij aan de uiteindelijke revolución van Che en Fidel. Na de revolutie vluchtten honderdduizenden Cubanen, veelal de elite en de hogere middenklasse. Wat ze achterlieten waren tienduizenden prachtige auto’s. Waar de overgebleven Cubanen maar al te graag in reden. Ook bij gebrek aan beter,” lacht Jorge.
De meeste oldtimers zijn inmiddels perfect gerestaureerde exemplaren. Inclusief nieuwe laklaag in originele kleuren
In de jaren die volgden werden de sloepen met alles wat voorhanden was, rijdende gehouden. Jorge: “Veel Amerikanen reden rond met een Lada-motor, of motoren van Russische vrachtwagens. Ze werden, wanneer nodig, bijgeverfd met gewone verf bij gebrek aan beter.” Dat is nu wel anders. Met precisie en liefde zijn de meeste oldtimers inmiddels perfect gerestaureerde exemplaren. Inclusief nieuwe laklaag in originele kleuren. Een feest voor de autoliefhebber en een goudmijn voor de eigenaren. Want op het egalitaire Cuba is taxichauffeur zo’n beetje het hoogst haalbare én bestbetaalde beroep. Jorge: “Iedereen die voor de Staat werkt, verdient ongeveer 30 CUC per maand. Sinds een paar jaar zijn kleine zelfstandigen, zoals taxichauffeurs, toegestaan. Voor een rondrit van tweeënhalf uur betalen toeristen zo’n 40 CUC per persoon. En een taxi kan er zo drie tot vier per keer meenemen. Reken maar uit, dan weet je waarom taxichauffeurs de ‘nieuwe rijken’ van dit eiland zijn.”
Ook de eigenaren van de Casas Particulares, zeg maar particuliere hotels en pensions, doen goede zaken. Ook zij mochten een aantal jaar geleden officieel kamers gaan verhuren als zelfstandigen. Vaak deden ze dat al, maar soort van illegaal. Het werd oogluikend toegelaten. Maar nu het echt mag, gaan de eigenaren er vol voor. En dat betekent uitstekende service. Wat in de staatshotels nogal eens ver te zoeken is, uitzonderingen daargelaten. Het met kamerverhuur verdiende geld wordt veelal met liefde geherinvesteerd in het gebouw om beter dan de concurrentie te worden. Maar, je moet wel de plekjes weten.
De laagstaande zon schijnt dromerig door de heiige lucht
In het openluchtrestaurant op het dakterras van de Fábrica de Arte Cubano trekken we een Bavaria 8.6 open en bestellen een uitstekende maaltijd. De tijd dat je alleen rijst met bonen kon bestellen, is ook voorbij. “Het is jammer dat nog niet alle Habaneros het geld hebben om uit te gaan,” mijmert Jorge. “Maar ik heb goede hoop. Beetje bij beetje wordt de regering soepeler. Beetje bij beetje gaan we mee in de vaart der volkeren. Het zou wat sneller mogen. Maar wij Habaneros maken er altijd het beste van. Ook als je minder te besteden hebt, kun je plezier maken. En dat doen we. Met passie.” Beneden vanaf het podium klinkt een vette ritmische samba. De mensenkluwen danst, terwijl de zwoele avondlucht haar laatste tinten blauw prijsgeeft. Er klinkt gelach. De nacht is net begonnen, maar geeft nu al de belofte af van oneindig plezier. De Cubaanse politieke lente is ingezet. Hoe meer zinderend gaat Havana nog worden als de Cubaanse zomer is gearriveerd?
Better Places kwam afgelopen jaar in het nieuws met duurzame initiatieven en sloot zich aan bij B Corp, een internationale beweging van duurzame bedrijven. Een bijzondere reisorganisatie. Ook hoe ze reizen samenstellen voor haar reizigers is bijzonder. “Ons concept is dat we reizigers op de bestemming rechtstreeks in contact brengen met reisexperts op de bestemming die een reis op maat voor ze maken,” legt Saskia Griep uit. “Onze mensen kennen niet alleen het land heel goed, maar ook de wensen van Westerse reizigers. Op de site hebben we voorbeeldreizen staan, maar we merken dat veel van onze klanten daar niet eens naar kijken. Ze sturen rechtstreeks een aanvraag in: ‘Ik wil daarnaartoe, dit is het budget, kom maar met een plan.’ Op die manier kunnen we perfect afgestemd maatwerk bieden.”