Met een 4x4 camper over Vancouver Island
Into the Wild (1)
Als we het over het wilde westen van Canada hebben, dan dacht ik niet meteen aan Vancouver Island, waar al menig toerist de weg goed kent. Die gedachte is verleden tijd sinds ik voor WideOyster Magazine met een 4×4 truck camper over de onverharde boswegen het eiland afspeurde naar onbekende baaitjes en wilde campsites.
‘Caution give way to logging trucks’ waarschuwt het knalgele bord naast de onverharde weg die voor ons in het bos verdwijnt. Het avontuur gaat beginnen! Het is half september en vanmiddag reden we in Langdale ten noorden van Vancouver de veerboot af. Het weer is precies waar de Sunshine Coast om bekend staat…. regen. Gewapend met een zware Ford pickup truck met camperopbouw, boodschappen voor een paar dagen, brandhout en berenspray gaan we ‘off the beaten track’.
Het begon allemaal met een telefoontje van Canada specialist Roderick Aalbers van GoCanada. Ik wilde wat nieuws, wat anders dan de meesten doen op het redelijk toeristische Vancouver Island en hij had dé tip: “Huur een 4×4 camper en trek de wildernis in over onverharde boswegen naar afgelegen juweeltjes van campsites. Je komt dan bijna geen toerist meer tegen.”
Zo gezegd, zo gedaan. Ik schafte voor vertrek het nieuwste exemplaar aan van de Canadese bijbel voor vrijbuiters: het Backroad Mapbook. Hierin vind je alle weggetjes, campsites, visstekken en wandelroutes. En nu staan we na een half uurtje rijden rond etenstijd op een droomplek aan Klein Lake, waar op dat moment net de zon doorbreekt. Het uitzicht over het spiegelende meer waar de damp opstijgt uit de beboste hellingen is magisch. Merel duikt de keuken in terwijl ik een vuurtje stook. De volgende ochtend nemen we de veerboot naar het noorden om in Lund te gaan kajakken.
Copeland Islands MP
Spiegelglad water
13 jaar geleden gooide John Hermsen, een brandweerman uit Arnhem, samen met zijn vrouw het roer om en emigreerde naar Powell River in Brits Columbia. De officiële reden was om bij de brandweer te gaan, maar eigenlijk lonkte ‘the great outdoors’ al sinds hun eerste bezoek aan Canada. En daarvoor zit hij aan de wilde kustlijn bij Lund gebeiteld. Hij liet zich omscholen tot kajakgids en neemt ons vandaag mee voor een peddeltocht in het Copeland Islands Marine Park. Ik stap samen met Merel in een tweepersoonskajak. Met een warm zonnetje in de rug peddelen we na een korte introductie de jachthaven uit.
Al gauw glijden we geluidloos door het spiegelende water waar hoge en knoestige dennen omhoog rijzen tussen de de grijze rotsen
Het groene zeewater is glad en in een lekker tempo varen we langs mooie houten huizen die op de rotsen gebouwd zijn. Als de laatste huizen uit het zicht verdwijnen,glijden we het marine park binnen. Knoestige dennen rijzen omhoog tussen de grijze rotsen. Ik adem diepe teugen van de schone lucht. Merel gaat uit haar dak: “Kijk daar!”,roept ze. “Al die oranje en paarse zeesterren. Wat ontzettend mooi..” Ik zat me net te verbazen over het groengele rendiermos dat als een zachte deken over de rotsen hangt. We worden overdonderd door de ongeschonden natuur. Dit is waarvoor we naar Canada wilden: Off the beaten track. Het is net alsof we het zelf aan het ontdekken zijn.
John vertelt dat de eerste bewoning van dit gebied al 15.000 jaar geleden plaatsvond en wijst op een traditionele val voor vissen van de indianen. In een natuurlijke kom tussen de rotsen zijn stenen geplaatst zodat vissen op laag tij in de val komen te zitten. “Indianen is niet een woord wat we hier in Canada gebruiken. Hier heten ze First Nations, de eerste bewoners van Canada.” legt John uit.
Onder water zijn zeeleeuwen machtige jagers, maar op het land liggen ze te blubberen in hun zware lijven
In de verte steekt er een rots uit de zee. Als we dichterbij komen, wordt de geur van rotte vis sterker. De rots is de ‘hang out’ van groepen zeeleeuwen en zeehonden die in de omliggende wateren jagen op vis. Onder water zijn zeeleeuwen machtige jagers, maar op het land liggen ze te blubberen in hun zware lijven. Het geluid is niet te beschrijven. “Het zijn brulboeren” lacht Merel, “Alsof ze drie weken aan de hachee gezeten hebben en de onderkant verstopt zit.” Beter had ik het niet kunnen omschrijven. Achter de kajak klinkt gesnuif: de zeehonden komen een kijkje nemen bij de indringers van hun territorium en ik tel zo’n 8 koppies. We nemen afscheid van onze nieuwe vrienden en zetten koers naar Lund waar de camper al klaar staat voor een hete douche op het pittoreske campinkje. Morgen nemen we de veerboot naar Comox. Vancouver Island here we come!
Toba Inlet
Berensnacks
“Wees er op voorbereid, vandaag worden we nat..” Dit zijn de eerste woorden die Jos Krynen zegt na een korte briefing over de speedboot waar we zo op stappen. Jos is eigenaar van Eagle Eye Adventures in de haven van Campbell River. Het stadje wordt ook wel ‘whale watching capital of the world’ genoemd. Het is op dat moment windstil en er schijnt een genadig warm zonnetje na 3 dagen regen. Samen met 14 anderen trek ik een survival pak aan en doe mijn camera apparatuur in een drybag. Als we de haven uitvaren zie en voel ik wat hij bedoelt. Er staat een stevige bries van zo’n windkracht 7. Grote schuimkoppen en brekende golven waaien al snel horizontaal over ons heen als we het open water oversteken. Jos pakt zoveel mogelijk luwte in deze archipel van de Discovery eilanden. We zijn op weg naar de Toba inlet, een fjord dat diep in het vaste land van Brits Columbia klieft. Er zijn daar geen wegen en de enige manier om er te komen is een twee uur durende boottrip. Door de afwezigheid van mensen en de aanwezigheid van honderden zalmen is dit de plek waar Grizzlyberen samenkomen voor de jaarlijkse zalmtrek. Iedereen kent ze wel, de indrukwekkende beelden van beren die in snelstromend water zalmen aan het vissen zijn. Dit is het Mekka voor de fotograaf en wildlife spotter en ik kan niet wachten om de beren te zien.
Zonder eten tussen de beren
De bergen rond Toba Inlet zijn gehuld in mistflarden waar soms de zon doorbreekt en het landschap in een schimmenspel veranderd. De wind is gaan liggen en hier en daar storten grote witte watervallen enthousiast van de rotsen in het water naast de boot. We leggen aan in het territorium van de Klahoose indianen en worden welkom geheten door Jerry Francis onze First Nation berengids. “Check je zakken en tassen en zorg dat je geen eten, repen of snoepjes meeneemt op deze tour. Een beer kan dat op kilometers afstand ruiken en zal het willen pakken. Dat is niet zo leuk als die tas op je rug zit.”
We staan net op een uitkijkplatform naast de rivier als ik gekraak hoor in het bos. Het komt dichterbij en dan steekt er een grote neus uit het struikgewas op de plek waar we net nog liepen. Het is dan ook niet raar dat we op een platform staan. De beer komt tevoorschijn, keurt ons geen blik waardig en banjert het strandje op. Snuivend langs de waterkant loopt hij voorbij. Het gaat allemaal zo snel, dat ik mijn camera nog nauwelijks heb ingesteld. Hij stopt en staart in het water. Dan neemt hij een sprong en plonst met een bommetje op een onfortuinlijke zalm. Triomfantelijk komt hij boven met een spartelende zalm in zijn bek en verdwijnt weer in de bosjes.
De hele actie duurde misschien een minuut en de beer is net zo snel weer weg als dat hij opdook. M’n hart bonst in mijn keel. Heb ik de beelden? Zijn ze scherp? Snel kijk ik in mijn camera en krijg een euforisch gevoel. Gelukt! De eerste beelden zijn binnen en dat al na een paar minuten. Mijn dag kan niet meer stuk. Het blijft een tijdje stil en we verhuizen naar een platform waar een andere beer in de rivier naar karkassen zoekt.
“Waarom is het zo stil?” vraag ik aan Jerry. “Op de televisie zag ik altijd meerdere beren tegelijkertijd vissen.” Jerry kijkt me aan: “We merken dat de zalmtrek afneemt. Ze komen terug naar deze paaigronden waar ze geboren zijn om na een trek van duizenden kilometers eieren te leggen. Helaas wordt hun habitat steeds vaker bedreigd door bosbouw en waterverontreiniging van de rivieren en door overbevissing.” De zalmtrek is van het grootste belang voor de beren, die zichzelf in de periode van half september tot half oktober vetmesten met de proteïnerijke zalm voordat ze zich ingraven voor hun winterslaap.
“Ik vrees dat het de grizzlies en de zalm net zo zal vergaan als onze rijke cultuur. Als er niks veranderd zal het allemaal verdwijnen”
Jerry zucht: “De Klahoose Nation waren de eerste bewoners van dit gebied dat zich uitstrekte van Toba Inlet tot aan de staat Washington in de VS. We leefden van de visserij in deze kustgebieden. In de 19e eeuw kwamen de immigranten en hun agenten en stopten ons in 10 indianenreservaten waardoor we mogelijkheid tot vissen en jagen verloren. Tegenwoordig wonen er nog maar 75 stamgenoten permanent op Cortes Island en zo’n 300 buiten de First Nation gebieden. Ik vrees dat het de grizzlies en de zalm net zo zal vergaan als onze rijke cultuur. We moeten iets veranderen, anders verdwijnt het allemaal. ” We nemenafscheid van Jerry en hebben gelukkig toch nog 4 beren bezig gezien. Het is wildlife spotten en daar moet je ook altijd wat geluk bij hebben.
Discovery Islands
Historische postvlucht
Onder ons zien we de Discovery Islands in het donkerblauwe water liggen. De wind van de berentoer gisteren waait nog lekker door en het kleine vliegtuigje wordt regelmatig door een onzichtbare hand in het diepe gegooid. Als ik achterom kijk zie ik Merel een beetje groen naar buiten staren, de luchtzakken doen hun werk. “It’s a bumpy day, today.” Behendig stuurt piloot Doug Kilian zijn DHC-2 Beaver tussen de eilanden door. Ik zit voorin en de motor klinkt als een ouwe Harley Davidson. Het geluid van een tijdperk dat eigenlijk al lang achter ons zou moeten liggen, zij het niet dat de Beaver vandaag de dag nog steeds de ruggengraat is van de Canadese wildernis. “Dit vliegtuig is ouder dan ik!”, roept de piloot over de intercom. ”Tussen 1947 en 1967 werden er 1600 Beavers gebouwd en nog steeds zijn we de lifeline tussen de afgelegen nederzettingen en de geciviliseerde wereld.” Ik bekijk de instrumenten op het dashboard. Verschillende klokjes geven hoogte, snelheid en oliedruk aan. In de rondingen van het aluminium dashboard staat in jaren 50 relief ‘DeHavilland’ geperst. Doug is gekleed in een pilotenjack en dito zonnebril en vliegt met 1 hand aan het gehavende stuur. De iPad met de navigatie is het enige in de cockpit dat ons eraan herinnert dat we daadwerkelijk in de 21e eeuw leven.
“Echt tof is dit!” roept Merel vanaf de achterbank. We vliegen mee op de Corilair postvlucht naar Blind Channel met tussenstops in Surge Narrows en Big Bay. Een paar keer per week vertrekken er vanuit Campbell River en Gold River watervliegtuigjes om post, pakketjes en mensen af te leveren in de afgelegen dorpen en nederzettingen rond Vancouver Island. Als er plek is,nemen ze toeristen mee.
Donna Keeling runt het drijvende postkantoortje van Surge Narrows en bedient vijf eilanden. “Het is hier een hechte gemeenschap en een tripje naar het postkantoor is ook een sociaal moment want er is geen café. Ik vind het heerlijk om met de mensen te praten.” Doug en Donna maken een kort praatje terwijl ik de plaatjes schiet.
Nadat hij een paar kratten heeft ingeladen, duwt Doug de Beaver af met een voet tegen de steiger, klimt snel in de cockpit en start de motor. In de lucht vertelt hij: “Elke gemeenschap is anders. In Surge Narrows leven de mensen vooral zelfvoorzienend en off-grid, in Big Bay komen de ‘rich and famous’, Refuge Cove is het eigendom van een commune. Mijn klantenkring is dus heel verschillend.”
Na 2 uur vliegen we terug naar Campbell River. “Wat een fantastische trip is dit! Jij hebt de mooiste baan in de wereld.” zegt Merel. “Ja, als het weer meezit en het niet druk is, is dit inderdaad de mooiste baan.”, antwoord Doug. “Maar als er druk op de ketel staat en het weer verslechterd, je brandstof opraakt en het donker wordt, dan denk je daar wel anders over.”
“Het is hier een hechte gemeenschap en een tripje naar het postkantoor is ook een sociaal moment want er is geen café”
Je hebt campings en campings op Vancouver Island. Sommige zijn juweeltjes, andere campings kennen we meer als de RV parks uit Amerikaanse films. Dat zijn plekken vol met oude caravans waarin rondreizende arbeiders wonen. Ook wel trailer trash genoemd. Vandaag hebben we stroom, water en riool nodig dus gaan we voor een leuke camping. De eerste campsite bij de haven laten we schieten. Na een tijdje zoeken, constateren we dat mooie campings hier niet lijken te bestaan, dus stoppen we bij een RV Park. In de stromende regen loop ik de receptie binnen waar de ‘hound of the Baskervilles’ me van dichtbij laat weten dat ik goed volk moet zijn. Ik geef $30 aan de eigenaar, die vanachter zijn morsige bureau de toegangscode voor de douches opschrijft. Merel is ook onder de indruk als ze uit de badkamer komt: “Wow! Het t is hier echt zoals in de film waar iemand op de vlucht is en dan snel in de wc zijn haar blondeert en afknipt.” Maar het is maar voor 1 nachtje en uiteindelijk zullen we er later deze trip zelfs nog een keer slapen want zo erg was het nou ook weer niet.
Little Bear Bay
End of the Road
We verlaten Campbell River. Het is tijd voor wilde natuur en Little Bear Bay klinkt als een mooie bestemming. We volgen Highway 19 naar het noorden en slaan na een uur af richting de baai. “Oei! Dit is wel een heel smal weggetje.”, mompelt Merel als de autonavigatie ons de wildernis in stuurt. We volgen het bandenspoor de berg op en ook ik begin te vermoeden dat dit niet de weg is die we moeten hebben. Een blik in het Mapbook bevestigt ons vermoeden. We zitten op een kleinere weg, maar hij gaat wel de goede richting op. In de hoop dat we geen tegenliggers tegenkomen rijden we verder door het bos. Op sommige plekken schuren de dennentakken langs de zijkant, op andere plekken is de hele heuvel kaal gekapt.
Wat een avontuur is deze rit en wat een pareltje is de eindbestemming! Als we de camper neerzetten komt net de Noordam van de Holland Amerika Lijn door de Johnstone Strait gevaren. We delen de baai met Alan, een dakloze pensionado, die hier al 3 maanden staat. “Ach, ik moet rondkomen van een klein pensioentje en als je hier de hele zomer gratis kunt staan, waarom zou je dan in een huis willen wonen?” lacht hij. Alan blijkt onze lokale expert en weet een waterval niet ver van de campsite. Als een kievit gaat hij ons voor over de steile helling in het bos en dan staan we bij de Little Bear Falls. Als Merel en ik alleen geweest waren, hadden we nu samen gebadderd onder de waterval.
Aan het eind van de middag maak ik vuur en beginnen de zelf gemarineerde spareribs aan hun langzame garing. De zon zakt langzaam richting de horizon en wij kruipen steeds dichter rond het kampvuur. Alan kluift lekker mee aan de ribbetjes, ook voor hem kan de dag niet meer stuk.
Johnstone Strait
Bultruggen en Orka’s
Telegraph Cove is een toeristisch plaatsje dat bestaat uit een jachthaven met daaromheen een bonte verzameling houten huisjes uit 1912 die door steigers verbonden worden. Ooit was dit het eindpunt van de telegraaflijn die de hele kust van Vancouver Island volgde. Tegenwoordig vormt het de noordelijke basis voor whale watching tours.
BCY0729, beter bekend als Argonaut is zo ongeveer de meest waargenomen bultrugwalvis van het noorden
Zodra we vanuit het haventje de Johnstone Strait in varen is het raak: “Blow!!!” roept de walvis gids en wijst naar rechts. Op honderd meter zie ik nog net het kenmerkende fonteintje dat de walvis maakt als hij na een diepe duik weer boven komt. “Het is een bultrug! Maken jullie een foto van de staart, dan vertel ik je welke walvis het is.” vervolgt hij. Ik tuur door mijn lange lens en wacht op het moment dat de walvis weer duikt. En dan gebeurt het: de walvis kromt zijn rug en met een soepele beweging komt de staart uit het water. Het water druipt er af en net voor hij onder gaat kijken we tegen de onderkant van de staart. Zwart met witte vlekken aan de rand. De gids hoeft niet in zijn map te kijken. “Dit is BCY0729, beter bekend als Argonaut. Hij is zo ongeveer de meest waargenomen walvis in het noorden.” Argonaut is in zijn element en heeft totaal geen probleem met onze aanwezigheid. Samen met vier anderen duikt hij regelmatig naar voedsel.
Na de bultruggen gaan we op zoek naar orka’s. De schipper heeft op de radio een orka-waarneming gehoord en we gaan er op af. Op de rotsen kijken twee zeeleeuwen ons loom aan als we voorbijvaren. In de volgende baai klieft het zwarte zwaard van een mannetjes orka door het water met naast hem een dolfijn. Samen jagen ze op de vis die hier in scholen moet rondzwemmen, gezien de vele watervogels die er ook op afkomen. Het wordt een mooie plaat: de orca en de dolfijn tegen de Rocky mountains. Een mooiere afsluiter van deze trip kan ik me niet wensen.
Grizzlyberentoer
In het najaar komen de beren op de zalmtrek in Toba Inlet af. Van 25 augustus tot 15 oktober kun je dit fenomeen met je eigen ogen aanschouwen
Historische post vlucht
Ga mee met de postbode in een watervliegtuig naar de Discovery archipel bij Vancouver Island en ontmoet de lokale bevolking in deze afgelegen nederzettingen.
Walvissen spotten
Telegraph Cove is het noordelijke epicentrum van de bultrugwalvissen en orka’s op Vancouver Island. Van hieruit ga je ze op de boot gegarandeerd zien.
Wie wil er nou niet een hele baai voor zichzelf hebben?
Op avontuur met je eigen 4x4 camper
Laat de andere toeristen ver achter je en treed binnen in een wereld van ongebaande paden. Met de de 4×4 truck campers van GoCanada verdubbel je het avontuur. Laat je voorlichten door dé Canada specialist uit Naarden.
I