De Bedoeïenen van El-Bariyah Al Quds
Jeruzalem Wildernis
In het achterland van Jeruzalem vind je een adembenemende halfwoestijn vol okerkleurige bergen, diepe kliffen en groene oasen. El-Bariyah Al Quds, oftewel de Wildernis van Jeruzalem. We gingen op bezoek bij de bedoeïenen die hier nog wonen.
Verschrikte geitenogen kijken me recht aan. Dat men vroeger dacht dat deze beesten de duivel in zich hebben, snap ik wel. De gebogen hoorns, die rare horizontale pupillen. Maar ja, dankzij die liggende zwarte streepje in hun ogen, zien geiten wel mooi in panorama. En dat is handig als er nogal wat beesten (en mensen) je op willen eten. Deze specifieke geit staat vol in de zon, schuin op een okerkleurige rots, als een soort gehoornde poortwachter van het bedoeïenen dorpje waar ik naar toe ga. Schichtig schiet hij weg.
Exact op dat moment komt er een man van een jaar of zestig de kleine vallei uitgelopen. “As-salamu alaykum,” zegt hij zachtjes als hij naast het raam van de Landrover van onze gids Ahmad staat. Vertaald betekent dat vrede over u, de beleefde Arabische groet. “Wa-Alaikum-Salaam,” zeg ik terug. Ook over u de vrede.
Hij stelt zich voor als Abu Mohammed Kirshen. Letterlijk betekent Abu Mohammed, Vader van Mohammed. Bedoeïenenmannen krijgen namelijk de naam van hun oudste zoon zodra ze vader worden en de oudste zoon van Abu Mohammed heet… Mohammed. De man heeft vriendelijke bruine ogen in een bijna gelooid gezicht. De erfenis van een leven in de zinderende zon van de El-Bariyah Al Quds, de Wildernis van Jeruzalem.

DODE ZEE
El-Bariyah is gelegen op de Westelijke Jordaanoever in Palestina, heeft een halfwoestijnklimaat en strekt zich uit vanaf de heuvels van Jeruzalem, Bethlehem en Hebron in het westen en de Dode Zee in het oosten.
En het is adembenemend ruig en mooi. De okerkleuren van het land, contrasteren spectaculair met de wolkeloze, intens blauwe lucht. Heuvels, ravijnen en valleien voeren je van een hoogte van duizend meter in Jeruzalem naar de Dode Zee, die met z’n 421 meter onder de zeespiegel de laagste plaats op aarde is.
De wildernis van Jeruzalem loopt dramatisch over in de verzoutte Dode Zee aan de oostelijke rand. Vanaf de steile kliffen heb je uitzicht op het azuurblauwe water van de Dode Zee.
Aan de oostelijke rand valt de Jeruzalem Wildernis dramatisch in de verzoutte Dode Zee. Vanaf de steile kliffen die tot wel vijfhonderd meter hoog zijn, heb je een oogverblindend uitzicht op het azuurblauwe water van de Dode Zee en Jordanië. “Die kliflijn is ontstaan als gevolg van de Grote Slenk, de beweging van de tektonische platen die ook de vallei van de Dode Zee hebben gecreëerd,” weet gids Ahmad.

De Wildernis van Jeruzalem maakt ook deel uit van een beschermd gebied dat wordt bewoond door bedoeïenen van de Al Kabna’a, Hathaleen, Al Rashida en Jahaleen stammen.
Abu Mohammed behoort tot die laatste, de Jahaleen. Hij loopt voor onze Landrover uit naar zijn dorp. De zon weerkaatst op zijn witte keffiyey, het traditionele hoofddeksel van de bedoeïenen in de Levant die beschermt tegen de zon, stof en zand. Een zwarte agaal, zoals de band heet, houdt de witte doek op z’n plaats. Die agaal diende vroeger om dromedarissen mee te drijven. Maar geiten drijven moet er ook wel mee lukken.
De Jahaleen werden voor het eerst beschreven in 1875 door de Brit Claude R. Conder. Hij ontmoette een van hun sjeiks, Abu Dahuk, en noteerde de grootte en kracht van hun paarden en hun voorliefde voor tabak. De Jahaleen stam telde honderdvijftig man met honderd tenten. Ook roemde hij hun enorme beleefdheid en gastvrijheid.
Koffie is niet zomaar ‘een kopje koffie drinken’ onder Bedoeïenen; het is een essentieel ritueel in Bedoeïense tradities
KOFFIE EN KARDEMOM
Die gastvrijheid zit er nog steeds in. Abu Mohammed gaat ons voor naar een van de gebouwen van het dorpje. Een soort verbouwde container doet dienst al gasthuis. Er zijn geen meubels, bedoeïenen zitten immers op de grond. We krijgen koffie aangeboden. De geur van de koffie en kardemon vult de lucht. Koffie is in bij de bedoeïenen niet zomaar ‘een bakkie pleur doen’, het is een belangrijk ritueel binnen de tradities van de bedoeïenen. Hele oorlogen zijn uitgevochten boven een kopje koffie, huwelijken beslist en relaties beklonken.
El-Bariyah is, naast de bedoeïenen cultuur, rijk aan cultureel erfgoed. “Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat verschillende delen van het gebied voortdurend bewoond zijn geweest, vanaf het paleolithicum tot de moderne tijd,” vertelt Ahmad. “Bewoningssporen uit de vroege prehistorie (100.000-10.000 v. Chr.) zijn nog goed te zien aan de noordzijde van Wadi Khareitun. Daar vind je drie grotten, Iraq al-Ahmar, Umm Qal’a en Umm Qatafa. Ooit boden die groten woonruimte aan onze prehistorische voorouders. Al was het uitzicht toen compleet anders. In die tijd was het een bosrijk landschap met uitzicht op een rivier. Umm Qatafa is helemaal bijzonder. Daar zijn sporen gevonden die het vroegste bewijs leveren van het huishoudelijk gebruik van vuur in Palestina.”

El-Bariyah is van oudsher de plek geweest voor mensen om de beschaving te ontvluchten. Dit was de woestijn waar Jezus ’40 dagen en 40 nachten’ ronddwaalde. Na de opkomst van het christendom begonnen kluizenaars de grotten van El-Bariyah te bewonen en bouwden een reeks kloosters. Sommige van deze kloosters bestaan nog steeds. Overigens liggen die kloosters vaak wel op plekken die het beste omschreven kunnen worden als oasen. Zo gek waren de monniken nu ook weer niet.
El-Bariyah is van oudsher de plek voor mensen om aan de beschaving te ontsnappen. Dit was de woestijn waar Mozes werd begraven en waar Jezus 40 dagen en 40 nachten rondzwierf.
Abu Mohammed laat ons trots zijn geiten zien die achter de nederzetting in lage stallen wonen. “Hoeveel het er zijn, weet ik niet precies,” lacht hij. “Ik denk ergens tussen de driehonderd of vierhonderd.” Een van zijn zonen rent vrolijk achter een geit aan, houdt het beest staande en melkt wat geitenmelk voor ons. Het beestje heeft zijn kopje naar me toe. Zijn verschrikte geitenogen kijken me recht aan.