Breekbaar evenwicht in de Heilig Grafkerk
Omwille van de vrede
Er klinken welluidende gezangen uit de ene hoek, het gemurmel van gebed uit de andere. Priesters en hun volgelingen wandelen in processie door de ruimte, die wordt gevuld met de geur van wierook. Overal zie ik beweging, overal komen de kleuren van religieuze gewaden op me af. Er zijn vele kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en hun assistenten hier. En gelovigen, pelgrims. Maar waarschijnlijk minstens zoveel toeristen: belangstellenden die zijn afgekomen op de beroemdste en heiligste christelijke kerk ter wereld.
Dit is de Heilig Grafkerk, de plek waar volgens de traditie Christus werd gekruisigd, stierf, werd begraven en herrees. Er heerst niet de sfeer van sereniteit die veel christelijke kerkgangers gewend zijn van hun eigen godshuis. Dat heeft zijn redenen. Natuurlijk is er de voortdurende aanwezigheid van pelgrims en toeristen. Maar ook het feit dat maar liefst zes verschillende christelijke denominaties gebruik maken van de kerk speelt een rol. De Heilig Grafkerk wordt gekoesterd door Katholieken, Grieks-Orthodoxen en door Armeens-Orthodoxen – de drie invloedrijkste kerken –, alsook door Koptisch-Orthodoxen, Syrisch-Orthodoxen en Ethiopisch-Orthodoxen. Zij zijn gezamenlijk eigenaar van het heiligdom, mogen elk een ervan het hunne noemen en hebben elk hun timeslots voor vieringen en rituelen. Alles vastgelegd in nauw omschreven afspraken. Opvallend: Protestantse kerken ontbreken. Tegen de tijd dat zij tot ontwikkeling kwamen, waren alle plaatsen in de Heilig Grafkerk al vergeven.
MACHTSEVENWICHT
Voor de geschiedenis van de Heilig Grafkerk moeten we terug naar de vierde eeuw. Toen maakte Helena, moeder van de tot het Christendom bekeerde Romeinse keizer Constantijn de Grote, een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Daar trof ze, op de plek waar volgens de vroege Christenen Christus was begraven, een ‘heidense’ tempel, gewijd aan de godin Venus. Op voorspraak van Helena liet Constantinus de tempel verwoesten, waarna Helena onder de puinhopen drie kruizen aantrof. Ze twijfelde geen moment: dit moesten de kruizen zijn waaraan Christus en de twee moordenaars waren genageld. Toen een zieke man een van de kruizen aanraakte en vervolgens genas, was duidelijk welke van de drie het Ware Kruis was.
Helena liet de eerste Heilig Kruiskerk bouwen, die in de loop der eeuwen verschillende malen zou worden verwoest, herbouwd en uitgebreid. Met de komst van de befaamde Islamitische generaal Salah ad-Din Ayyub (‘Saladin’) naar Jeruzalem, bereikte de kerk een nieuwe fase en belandde de sleutel van de kerk in Moslimhanden. Die situatie duurt tot de dag van vandaag voort. Daarover kan de huidige sleutelbewaarder, Adeeb Joudeh, alles vertellen.
‘In 1187 verjoeg Salah ad-Din de kruisvaarders,’ vertelt Joudeh, gezeten nabij de ingang van de kerk. ‘Hij was een wijs man en wilde niet dat de Heilig Grafkerk na zijn dood door Moslims zou worden verwoest, zoals eerder was gebeurd. Dus stelde hij een Moslim-sleutelbewaarder aan. Dat was een voorvader van mij. Ik ben de 28ste generatie sleutelbewaarders van de kerk.’
Om zeker te zijn van een zo evenwichtig mogelijke machtsverdeling, wees Salah ad-Din een tweede persoon aan die de kerkdeuren daadwerkelijk mocht openen, nadat de sleutelbewaarder hem de sleutel had overhandigd. Dat werd een lid van de Nusseibi-familie, die deze functie tot de dag van vandaag vervult.
‘De kerk sluit dagelijks om negen uur ’s avonds. Dan ga ik naar huis om te slapen, maar in de kerk beginnen de Grieks-Orthodoxen dan tot aan de ochtend te bidden. Om half vier ’s morgens ga ik weer naar de kerk, zodat deze kan worden geopend. Ik geeft de sleutel aan de vertegenwoordiger van de Nusseibi-familie. Die klopt op de deur, waarna een Grieks-Orthodoxe priester een luikje in de deur opent en daardoor een ladder aangeeft. Het bovenste slot van de kerkdeur bevindt zich namelijk op vijf meter hoogte.’
VERLOOR NOOIT DE SLEUTEL
Adeeb Joudeh haalt de sleutel, die hij overdag meestal bij zich draagt, tevoorschijn. Het is een flink exemplaar, dat 250 gram weegt. ‘Hij stamt uit 1149, dus 39 jaar voor de komst van Salah ad-Din.
Oorspronkelijk waren er trouwens twee sleutels. Een ervan is 500 jaar geleden gebroken, maar deze is gelukkig nog intact. Nee, hij is in al die jaren nooit zoekgeraakt. Mijn huissleutels ben ik wel een verloren, maar deze sleutel draag ik echt in mijn hart.’ En dan, met een glimlach: ‘Misschien verschaft hij me wel de toegang tot het paradijs.’
Sleutelbewaarder zijn van de Heilig Grafkerk mag dan een gezaghebbende en verantwoordelijke functie zijn, hij wordt niet gehonoreerd. Gelukkig maakt Adeeb Joudeh deel uit van een vooraanstaande en welstandige Jeruzalemse familie. De Joudehs bezitten veel vastgoed en winkels en ontlenen daar hun inkomen aan.
“Er zijn verhalen over strijd tussen de Griekse en Armeense patriarchen, waarbij mensen elkaars heilige vuur uitbliezen”
‘Mijn vader was de laatste leider van de Al Aksa-moskee. Hij stierf in 1992. Van hem heb ik alles geleerd. Een van de dingen waar ik het meest trots op ben, is het mogen aanbrengen van zijn zegel aan de graftombe, de Aedicula, middenin de kerk. Dat is een Paasritueel. Op de zaterdag voor Pasen ga ik samen met de Grieks-Orthodoxe en de Armeense patriarch de graftombe binnen, om vast te stellen dat zich daar geen vuur bevindt. Dan blijven de beide patriarchen in de tombe achter en verzegel ik de ruimte.’
Alvorens verder te gaan mij zijn verhaal – een verhaal dat mij zal verbazen, zo verzekert hij – bestelt hij twee koffie bij een langslopende verkoper. Dan begint hij te vertellen.
‘De twee patriarchen knielen neer en bidden. En dan, zonder dat iemand het kan zien, vindt het wonder plaats. Er stijgt een blauwachtig Heilig Vuur op vanuit het graf. De Grieks-Orthodoxe patriarch ontvangt het via een kaars. Dan opent hij de deur, verbreekt mijn zegel en komt naar buiten met het Heilig Vuur. De patriarch deelt het vuur met de Armeniërs en de Kopten, die het ook weer doorgeven. Dan wordt het naar andere plaatsen gebracht, zoals Bethlehem, Ramallah en Gaza en ook naar de Orthodoxe kerken het buitenland. Want het zijn met name de Orthodoxe kerken die in dit wonder geloven.’
Het ritueel van het Heilige Vuur is door de eeuwen heen niet altijd vlekkeloos verlopen. Er zijn verhalen bekend van worstelingen tussen de Griekse en Armeense patriarchen in de Aedicula, waarbij men elkaars vuur uitblies en andere minder verheven taferelen.
STATUS QUO
Het verhaal rond het ritueel van het Heilig Vuur is een van de illustraties van het feit dat de hele situatie rond de Heilig Grafkerk er een is van een wankel evenwicht tussen de diverse christelijke denominaties, een evenwicht dat door de kleinste gebeurtenis kan worden verstoord. Na eeuwenlange schermutselingen tussen de diverse religieuze richtingen, besloten de Ottomanen in 1757 dat er een zogeheten Status Quo moest worden ingesteld. Voor de Heilig Grafkerk, maar ook voor Bethlehem en het Graf van Maria. Die Status Quo kwam erop neer dat vanaf dat moment de bestaande situatie niet meer veranderd mocht worden. Het openings- en sluitingsritueel van de kerk maakt daarvan deel uit, het ritueel van het Heilig Vuur, maar ook wie op welk moment op welke plek voeringen mag organiseren, hoeveel kaarsen daarbij mogen worden gebrand en wie die mag aansteken. Zelfs op het schoonmaakwerk wordt stikt toegezien. Een vloertegel aanvegen die ligt in een gedeelte van de kerk dat aan een andere denominatie is toegewezen is uit den boze. Het vegen van de tegel impliceert immer dat hij van jou is.
Voor Vader Alberto Pari, afkomstig uit Italië, betekent het dat hij zijn favoriete muziekinstrument niet kan gebruiken bij zijn muzikale activiteiten in de kerk. Vader Alberto is lid van de Franciscaner Orde, die traditioneel de Rooms-Katholieke vertegenwoordiging in de Heilig Grafkerk vormt. Hij is musicus en ziet het als zijn taak de traditie van het Latijn als taal en het Gregoriaans als muziek levend te houden. Hij is eerste cantor bij de mis die elke ochtend in de kerk wordt gehouden en zingt bij de Gregoriaanse gezangen de antifoon, oftewel de voorzang, waarna de andere aanwezigheid invallen.
‘We zingen met een klein koor van broeders, waarbij de worden begeleid door een broeder die orgel speelt. Omdat ikzelf fluit speel had ik graag ook dat instrument willen gebruiken. Maar dat stonden de Grieks-Orthodoxen niet toe. Toen de Status Quo werd ingesteld behoorde namelijk wel het orgel tot de gebruikte instrumenten, maar niet de fluit. Ik speel het nu nauwelijks meer. Maar aan het zingen ontleen ik ook veel voldoening.’ Op verzoek zingt hij, met vaste en heldere stem, de Hymne voor Pinksteren, een van zijn favorieten:
Veni, creator Spiritus
mentes tuorum visita,
imple superna gratia,
quae tu creasti pectora.
Oftewel: ‘Kom, Schepper, Geest, daal tot ons neer/ houd Gij bij ons uw intocht, Heer/ vervul het hart van U verbeidt/ met hemelse barmhartigheid.’
LADDER MOET BLIJVEN
Zoals gezegd zijn de leden van de Joudeh-familie de sleutelbewaarders van de Heilig Grafkerk. Op één dag per jaar na: Witte Donderdag. Dan ontvangen de Katholieken gedurende 24 uur de sleutel.
‘Op die dag verzamelen we onze bij de ingang van het klooster van de Heilige Verlosser, waar ikzelf ook woon’, vertelt Vader Alberto. ‘Vandaar gaan we in processie naar het Cenakel, de plek waar het Laatste Avondmaal heeft plaatsgevonden, dan naar de Armeense Sint Jacobuskathedraal en daarna naar de Syrisch-Orthodoxe Sint Marcuskerk. Vervolgens mogen de Franciscanen bidden in de Heilig Grafkerk, terwijl de Grieken en Armeniërs bidden op het plein voor de ingang. Als het regent of anderszins slecht weer is mogen zij op de deur kloppen. Meestal worden ze dan binnengelaten, maar het is geen recht.’
“Als het regent, mogen ze op de deur kloppen. Meestal worden ze dan binnengelaten, maar dit is geen recht”
Aldus de Status Quo, die het heikele evenwicht al sinds 1757 bewaakt. Als ik de Heilig Grafkerk uitloop en mij omdraai, zie ik boven de ingang, steunend op een richel, een houten ladder. Nee, hij is niet gisteren vergeten door de glazenwasser. Ook deze ladder staat er al minstens sinds 1757, waarschijnlijk langer. Sommigen zeggen dat hij van de Armeniërs is, anderen dat hij gemeenschappelijk bezit is, maar niemand weet het zeker. Zeker is slechts één ding: dat hij moet blijven staan waar hij staat. Omwille van de vrede.
Ontdek de heilige stad