De stilte, de storm en de speeltuin
Kirgizië
Diep verstopt in het Tianshangebergte, op een van de meest afgelegen plekken op aarde, leven nomadenfamilies al duizenden jaren min of meer hetzelfde. Dirk Wijnand de Jong reisde naar de geïsoleerde bergweides van Kirgizië om hun leefgebied te verkennen.
Zondagmorgen, het meer van Soň-Köl. Of zou het al maandagmorgen zijn? Boven mijn hoofd beweegt een eenzaam wolkendek over de vlakte. Voor de rest staat de wereld stil. Zover ik kan zien, aan beide kanten, bergtoppen, soms puntig, soms glad als satijn, ertussen het kilometerslange bergmeer omzoomd met enkelhoog gras. Een landschap zo wild, woest, geïsoleerd en dramatisch dat ik zonder dat ik het doorheb Ennio Morricones The Good, the Bad and the Ugly neurie.
In deze allesverslindende nietsheid staat het joertenkamp van Akyl en zijn familie, geminimaliseerd tot Madurodamproporties. Akyl, 31, zijn vrouw Nargiza, 27, hun dochters Janyl Myrza en Cholponai, 5 en 3, opa en oma Mamytbek en Tinatin, gepensioneerd, en de negen maanden oude Ali. Verder vijf joerts in een rechte lijn, een hekwerk voor de schapen, een kraantje in de vorm van een emmer op een paal, een hondenhok gemaakt van koeienmest en vlak daarnaast een buitentoilet. En, niet onbelangrijk: 350 schapen, 70 paarden, 25 koeien, 20 yaks en de honden Sherhan, Jesbilek, Sharik en Laika.
‘Ontbijt je mee?’ vraagt Nargiza als ik mijn hoofd om de hoek van de familiejoert steek. Door de gekleurde doeken waarmee de ronde tent bekleed is, hangt er een oranjeroze gloed binnen, alsof ik door een kijkdoos van papier-maché gluur. Samen met gids Vlad en chauffeur Ilya, beiden etnische Russen, nemen fotograaf Frits Meyst en ik plaats aan de lage tafel, tegen een schot waarachter de matrassen liggen opgestapeld. Van opa krijgen we een bescheiden welkomstknikje, uitdrukkingloos bijna, en van Janyl Myrza en Cholponai, die geen kans laten liggen om over opa’s ronde buik te klimmen, een nieuwsgierige blik.
Het is het eerste familiemomentje van de dag. Vanochtend zijn de paarden gemolken, de slaapkamer is tot woonkamer omgebouwd, Nargiza heeft brood gebakken, oma heeft water gekookt en opa heeft de knip van het schapenhek gehaald. Ook heb ik hem een mes zien slijpen.
We delen de groene oevers met grazende paarden die briesten van geluk
BLINDE VLEK OP DE WERELDKAART
Het voelt als weken geleden dat we zelf met tent en voedselvoorraden door de Tianshan trokken. Een gigantische bergketen die zich uitstrekt over Kazachstan, China, Oezbekistan en Kirgizië en die de nomaden hun huis noemen. In de oostelijke Karakolvallei volgden we de Karakolrivier stroomopwaarts, door een landschap dat op een stilleven thuishoort. De rivier leek rechtstreeks uit de hemel tussen de bergtoppen door te stromen, waarna het in verschillende stroompjes door een naaldbos langs onze voeten rolde. We deelden de groene oevers met grazende paarden die briesten van geluk. Net als wij.
Een ruiter steekt de rivier over bij Altyn Arashan
‘De weg naar Altyn Arashan is een van de mooiste routes in de Tianshan,’ zei Vlad toen we over een smalle brug van boomstammen de Karakolrivier overstaken, het bos in. ‘De verschillende landschappen volgen elkaar snel op en vlak onder de top ligt een gletsjermeer dat bij elk weertype van kleur verandert.’ Vlad kent de Tianshan als zijn broekzak. Jarenlang verkende hij te voet de bergketen en na stelselmatig bekenden van tips te hebben voorzien, besloot hij er zijn werk van te maken. ‘Er worden steeds nieuwe routes uitgestippeld. En dat is goed, meer en meer toeristen willen de schoonheid van ons berglandschap met eigen ogen zien.’
Sinds het afschaffen van het visum in de zomer van 2012 is de populariteit van Kirgizië flink gestegen. Bemind door natuurliefhebbers en op handen gedragen door avonturenjagers
Op onze eerste beklimming tilde een vochtige windhoos ons over de kale helling. ‘Het weer kan zomaar omslaan,’ zei Vlad. ‘In minder dan een paar minuten.’ Op een strategische plek in het bos, langs een rivier, sloegen we onze tenten op en omhelsden we de vlammen van een kampvuur. We deelden het bankje – een omgevallen boomstam – met een Frans koppel dat hun wereldreis in Kirgizië was begonnen vanwege de ongerepte natuur en een Amerikaanse die ze zich aangetrokken voelde tot de blinde vlekken op de wereldkaart. Ze zouden niet de enige buitenlanders zijn die we op de beklimmen zouden tegenkomen. ‘Sinds het afschaffen van het visum in de zomer van 2012 is de populariteit van het land flink gestegen’, wist Vlad te vertellen. ‘Bemind door natuurliefhebbers en op handen gedragen door avonturenjagers.’
Toen niet veel later zelfs het kampvuur ons niet langer warm kon houden, poetsten we onze tanden in de rivier en kropen we onhandig onze tent in. Die stond scheef en ondanks de thermokleding werd het er ook niet warm.
Ervaar de Kirgizische gastvrijheid
LAAT JE INNERLIJKE NOMADE VRIJ
Baibol laat internationale reizigers op een duurzame en bewuste manier kennismaken met de eindeloze ruimte van Kirgizië, waar spectaculaire natuur en eeuwenoude nomadentradities hand in hand gaan. Alles is mogelijk, van paardrijden tot roofvogeljacht met steenarenden en van meerdaagse trekkings door het Tien Shan-gebergte tot off-road avonturen door de ruige natuur. Waar je ook voor kiest, Kirgizië verwelkomt je met pure berglucht en adembenemende uitzichten. Laat je innerlijke nomade vrij!
LES JE DORST NAAR AVONTUUR
Ontdek de levendige multiculturele samenleving van Kirgizië door de ogen van de lokale bevolking met Feel Nomad, een team van doorgewinterde en gepassioneerde reisexperts. Liefhebbers van sneeuw beleven het avontuur van hun leven op de ongerepte hellingen van Kirgizië – of dat nu op ski’s is of tijdens een culturele wintertocht. In de zomer zijn de mogelijkheden werkelijk oneindig: met mountainbiketours, jeepexcursies, avontuurlijke en culturele reizen lest Kirgizië de dorst van elke ontdekkingsreiziger.
Akyl gaat voor in het gebed voordat jij het schaap slacht dat zijn familie zal voeden
Oma Tinatin maakt kurut, kleine balletjes gemaakt van uitgelekte yoghurt die gedroogd worden en erg zout smaken.
TE HUUR: EENVOUDIGE JOERT
In Akyls kamp loopt alles gesmeerder. Behalve voor het schaap dan, dat zich realiseert dat zijn laatste uur geslagen heeft. Opa overhandigt Akyl het mes dat hij vanmorgen geslepen heeft en de kinderen pendelen heen en weer met schaaltjes voor het vlees. Als de familie Allah heeft bedankt voor zijn voorzienigheid, laat Akyl het mes in het schaap verdwijnen en fileert hij het dier in minder dan een half uur in hapklare stukken – voor twee dagen lunch, avondeten en ontbijt – totdat er weinig meer overblijft dan een glanzend, trillend vachtje aan de waslijn. En een leeg kannetje bloed, dat de honden hebben opgeslokt.
Ik kijk er met bewondering naar. Misschien moet je ook gewoon nomadengenen hebben om hier te overleven. Voor Akyl en zijn familie, en de nomaden die de jailoos, de hoger gelegen alpenweides, al sinds mensenheugenis bewonen, lijkt het kinderspel, voor mij een onmogelijke opdracht. Een leven tussen rotsformaties en besneeuwde toppen, gegeseld door weer en wind, met pieken die tot hoog in de hemel reiken en die je deelt met wolven, lynxen, beren en sneeuwluipaarden, je eigen schaap fileren? Ik zou niet weten waar ik moest beginnen.
Ilya knikt instemmend. ‘Maar zij hebben duizenden jaren ervaring. Behalve tijdens de Sovjetunie, toen moesten herders hun dieren inleveren en in staatsfabrieken werken.’ Een messcherpe wind blaast langs de voet van de Khrebet Bauralbas. Ilya, wiens grootouders elkaar ooit in een kolchoz ontmoetten, trekt zijn capuchon over zijn hoofd. ‘Sinds de onafhankelijkheid in 1991 leeft de nomadencultuur gelukkig weer op. Ook vanuit het buitenland is er een groeiende interesse, met de tweejaarlijkse World Nomad Games, een soort Olympische Spelen voor Centraal-Aziatische nomadensporten, als publiekstrekker.’
Ook Akyl heeft een manier gevonden om zijn leven iets makkelijker te maken. Sinds twee jaar verhuurt hij een joert aan reizigers. Een eenvoudige tent, met bedden, een kacheltje en een bontjas ter decoratie. Stromend water is er niet, net zomin als televisie of telefoon- en internetverbinding. Veel belangrijker: het is een unieke kans om mee te kijken in het dagelijks leven van een nomadenfamilie. Vriendschappen ontstaan hier in een oogwenk. Janyl Myrza en Cholponai demonstreren met enthousiasme hoe ze hun met lucht gevulde wangen kunnen laten ploffen en bij het passeren van het hondenhok laat ook Laika, de herdershondpup, geen kans onbenut om te stoeien.
Die namiddag wil Vlad toch een poging wagen om te bellen. Een paar kilometer verder ligt een zwarte steen die door de reflectie van een antenne soms verbinding geeft. Wel is er een handleiding: alleen via een van de grote providers en uitsluitend met een oude telefoon. Geamuseerd kijken Ilya, Frits en ik vanuit de auto toe hoe Vlad met een geleend toestel van een buurherder om de steen heen wandelt. Dan schiet zijn arm omhoog, klimt hij óp de steen, loopt hij hoofdschuddend de berg op, de berg weer af en stapt hij onverrichterzake in de auto. De strekking is duidelijk: hier moet je geen pech hebben.
De hemel veranderde in een Teslabol en telefoons, wandelstokken en kapsels zoemden, schokten en schoten overeind. De Tianshan leek te schreeuwen: jullie zijn niet langer welkom
RUZIE MET DE TIANSHAN
Tijdens onze tocht door de Tianshan waren we vanaf het tentenkamp in twee uur naar Ala-Köl geklommen. De zon scheen door een loep en de weg over puntige rotsblokken ging steil omhoog. Maar Vlad kreeg gelijk. Eenmaal boven keken we uit over een oogverblindend gletsjermeer, dat als een badkuip vol heldergroen Kneippwater aan onze voeten lag.
Op de weg over de badrand richting de top werden we achternagezeten door donderwolken, dik als gebruikte koffiefilters. Tijd om een panoramafoto te schieten, was er niet. De hemel veranderde in een Teslabol en telefoons, wandelstokken en kapsels zoemden, schokten en schoten overeind. De Tianshan leek te schreeuwen: jullie zijn niet langer welkom, en zo snel als we onze spullen bij aankomst op de top hadden afgegooid, zo snel verlieten we haar weer.
Hagel, sneeuw, wind en donderwolken ontnamen elk zicht op de vallei. De weg naar beneden was steil, zigzagde en om te voorkomen dat het gruis op de flanken weggleed, plaatste ik mijn voeten met precisie.Kouwe natte sneeuw plakte aan mijn handen en in mijn gezicht, terwijl het landschap al snel wit kleurde. Uiteindelijk ging de storm liggen en vonden we een plekje in het groene gras om onze tenten op te zetten.
De volgende morgen waste ik mijn gezicht in de rivier. Aan de zijkant, tussen de stenen, trilden vliesjes, kwetsbaar als laagjes crème brulée. De kalmte was terug. Vanachter de bergen lichtte de morgenzon de wandelroute voor ons op, die ons leidde over drassige grashellingen, door schaduwrijke bossen, dieper de Keldike-kloof in, langs ronde, gelige slijtageplekken die verraadden dat nomaden onlangs hun zomerverblijf verlaten hadden. In een achtergelaten hutje dat uitkeek op de laatste expeditiekilometers, maakten we ontbijt.
In het basiskamp gingen dan eindelijk de bergschoenen uit – een van de meest bevredigende bergklimmomenten – en gaf een oude sleutel ons toegang tot een schuurtje waarvan de bodem was uitgegraven en verstevigd met cement. De beloning voor drie zware dagen in de Tianshan waren de hotsprings van Altyn Arashan, een simpele stenen kuip waar heet, helend water vanuit de aardkorst omhoog kwam stromen. De wereld kon me op dat moment gestolen worden.
BUITENSPEELKWARTIER IN SON-KÖL
Zondagmiddag, het meer van Soň-Köl. Of was het inmiddels maandagmiddag? Aan de horizon verschijnen caramelbruine stofwolken. Rookgordijnen, in kleine plukjes, waaruit we een seconde later een tiental paarden zien galopperen. Het is vijf uur in de middag en de buurtjongens – lees: herders die op de hoogvlakte wonen, soms kilometers van elkaar vandaan – komen buitenspelen.
Het potje kok boru, ‘dode-geitpolo’, begint wanneer een van de ruiters het karkas van een geit uit de achterbak van een oude Audi trekt. Onderaan de heuvel schieten de mannen tussen twee ronde plateaus die als doelen dienen heen en weer. Opnieuw ontstaat een ondoordringbare stofwolk waarin de spelers in een poging de geit van elkaar af te pakken hun paarden tegen elkaar op laten botsen. Doffe kloppen vullen de normaal zo stille vallei, van gespierde borstkas op gespierde borstkas, enkel onderbroken door vurige cowboykreten. Het gaat er fel aan toe en de mannen tonen zich waanzinnige ruiters. Dan weer hangen zij zijdelings aan hun paard om het karkas van de grond te rapen, het tuig tussen hun tanden, dan weer valt er een gaatje in de wirwar van paardenlijven en wordt een ongekende sprint ingezet.
Aan de horizon verschijnen caramelbruine stofwolken, waaruit even later een tiental paarden komen galopperen
Ook onze terugreis wacht. Nog even vermaken we ons met het uitzicht door de vierkante opening van de toeristenjoert. Aan de horizon zien we een ruiter op zijn paard steeds kleiner worden en in de lucht glijdt een arend op thermiek. Opa sjokt voorovergebogen over de vlakte om koeienpoep te verzamelen voor de kachel en Akyl steekt zijn hoofd naar binnen om te melden dat ik vannacht met mijn voeten richting Mekka heb geslapen. En wanneer ook Janyl Myrza en Cholponai langs het vierkante gat marcheren, van links naar rechts, herhaaldelijk, gevolgd door de honden, constateren we dat je hier geen televisie nodig hebt.