De zwart-als-roetstad die kleur kreeg
Leeds
Ooit keken mensen je medelijdend aan als je vertelde dat je uit Leeds kwam. Nadat de stad uit zijn as was herrezen kreeg het de bijnaam ‘Knightsbridge van het noorden’, omdat het een waar shopping mekka is geworden. Maar dit is niet het enige kenmerk van het nieuwe Leeds: ook in cultureel opzicht
Clifford Stead is kunstenaar en stadsgids. Zijn werk is uitgesproken kleurrijk en uitbundig, en dat is niet zonder reden. ‘Als je vroeger zei dat je uit Leeds kwam keken mensen je geschrokken of medelijdend aan. De stad had een vreselijke reputatie. Leeds is groot geworden als wolstad: hier werd de wol verwerkt van de vele schapen die de heidevelden van Yorkshire en elders bevolkten. De fabrieken hier stootten ongelooflijke hoeveelheden roet uit en de hele stad werd ermee overdekt. De mensen hier wisten niet beter of steen was zwart. Toen, nog niet zo lang geleden, een begin werd gemaakt met het reinigen van de gebouwen en hun prachtige terracotta kleur zichtbaar werd, dacht menigeen dat ze de gebouwen aan het verven waren. Mensen hadden geen idee dat die gebouwen van nature niet zwart waren.’ Wie in zo’n grauwe en sombere stad opgroeit, gaat als kunstenaar vanzelf kleur omarmen.
Zoals het een kunstenaar betaamt, organiseert Clifford zijn rondleidingen op een eigenzinnige manier, ‘quirky’ noemt hij het zelf. Zijn Leeds Owl Trail voert langs de vele afbeeldingen van uilen die de stad rijk is. Wie het uilenspoor door de stad volgt, komt vanzelf langs vele van de interessante plekken van de stad.
Natuurlijk hoort er bij die uilen een verhaal. In de Middeleeuwen bezat ene John Saville grote stukken grond in de omgeving. In zijn wapen had hij drie oehoe’s: een uilensoort die in een groot deel van Europa en Azië voorkomt, maar niet in Groot-Brittannië. Vermoedelijk was John een bereisd man. Toen Leeds in 1893 stadsrechten kreeg, moest het ook een wapen hebben. Men koos voor drie uilen, maar wel vergezeld van een schaap: want tja, dat mocht dan een wat minder tot de verbeelding sprekend dier zijn, de stad dankte er wel zijn rijkdom aan.
Gouden brievenbus
Een van de zaken die bij een wandeling door Leeds meteen opvallen is de veelheid aan bouwstijlen. ‘Zelf vind ik dat een van de aantrekkelijke kanten van de stad’, aldus Clifford. Hij legt uit dat de moderne gebouwen die de Victoriaanse afwisselen vooral het product zijn van stadplanners en projectontwikkelaars. ‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog is eigenlijk alleen ons museum verwoest door bommen. Toen was een vliegtuigfabriek vlakbij het vliegveld het doelwit.’
Tijdens de wandeling kom en we langs de Corn Exchange, waar vroeger graan werd verhandeld, wat bijdroeg aan de rijkdom van de stad. Het stijlvolle gebouw huisvest nu een groot aantal levendige winkels en horecagelegenheden. In de onmiddellijke omgeving bevindt zich Leeds Kirkgate Market, de eerste overdekte winkelstraat van de stad. Hier onsttond ooit Marks & Spencer.
Ook stuiten we op een brievenbus die niet zoals vertrouwd rood is geschilderd, maar goud. Het is een eerbetoon aan local heroine Nicola Adams, die op de Olympische Spelen van 2012 in Londen goud won bij het boksen. In heel het Verenigd Koninkrijk hebben goudenmedaillewinnaars in hun woonplaats een gouden brievenbus.
Winkelmekka
Na een economisch moeilijke periode die volgde op de Tweede Wereldoorlog, kroop Leeds uit het dal en ontwikkelde zich vanaf het eind van de twintigste eeuw tot het ‘Knightsbridge van het Noorden’, oftewel een van de grootste shopping mekka’s van het land. Alleen Londen en Glasgow tellen meer winkels.
“Harvey Nichols, Vivienne Westwood en Luis Vuitton. Alsof je in Milaan rondloopt!”
Belangrijk om te weten: de grote shopping centra in Leeds zijn geen zielloze malls die uitsluitend uit glas en beton bestaan. Kijk eens rond in Victoria Quarter met zijn schitterende County Arcade en dito winkels, zoals Harvey Nichols, Vivienne Westwood en Luis Vuitton. Alsof je in Milaan rondloopt! ‘Harvey Nichols zat aanvankelijk alleen in Londen’, vertelt Clifford, als we voor de chique winkel staan, waar een portier de klanten in- en uitlaat. ‘Maar toen ze de gerenoveerde County Arcade zagen, zeiden ze: hier willen we wel zitten.’
De charme van veel winkel- en horecagebieden in Leeds – The Light is een goed voorbeeld – is dat er gebruik is gemaakt van bestaande bebouwing. Bankgebouwen werden hotels, straten kregen glazen overkappingen, de menselijke maat bleef behouden.
De verdwenen uitvinder
We wandelen door het stationsgebied, gelegen in het hart van de stad. De beelden van halfblote nimfen op City Square dateren uit 1903, twee jaar na de dood van Victoria. Bij Victoria was alle bloot uit den boze. Toen haar zoon, Edward VII, koning werd, maakte hij aan dat verbod een eind. Zo werd Leeds de eerste Engels stad met naakte beelden. Ooit liep hiervoor het station een wirwar van drukke wegen, maar sinds de herinrichting is er een plein met bankjes. Er zijn terrasjes in de buurt, wandelgebieden en fietspaden. ‘Jawel, tegenwoordig wordt er gefietst in Leeds’, glimlacht Clifford. Over fietsen gesproken: wist je dat Leeds op 5 juli 2014 de Grand Départ had van de Tour de France?’
Wist je dat Leeds op 5 juli 2014 de Grand Départ had van de Tour de France?
Bij Leeds Bridge over de River Aire hoort een nieuwe anekdote. Hier maakte Louis Aimé Le Prince vanuit het Waterways-gebouw in 1888 het eerste geslaagde filmpje: van verkeer dat de brug passeert. Twee jaar daarna verdween Le Prince spoorloos. Hij zou op de trein van Dijon naar Parijs zijn gestapt, maar kwam daar nooit aan. Zijn lichaam werd nooit gevonden. Een ongeluk? Zelfmoord? Moord? Niemand die het weet. ‘Le Prince heeft zijn vinding nooit gepatenteerd. George Eastman deed dat in 1888 wel. Ik heb het gevoel dat het beroep van uitvinden soms best gevaarlijk kan zijn.’
Kloppend stadshart
Misschien wel het beste bewijs van de wederopleving die Leeds heeft doorgemaakt, is het feit dat er momenteel weer zo’n 20.000 mensen wonen in de binnenstad. Twintig jaar geleden was dat aantal om en nabij nul. Ook Clifford zelf woont sinds een jaar weer in het stadshart. ‘Vroeger sloten alle winkels en alle horeca als de mensen van kantoor naar hun huis in de buitenwijk of buiten de stad gingen. Nu bruist het stadscentrum weer. Er wordt ontzettend veel in Leeds geïnvesteerd. De stad is behoorlijk recessie-proof gebleken, omdat we ons niet op één specifieke industrie richten. Eigenlijk gaat het beter dan ooit.’
Highlights
Leeds Art Gallery: vooraanstaande Britse schilders als Constable en Gainsborough, maar ook werk van Renoir, Courbet en hedendaagse kunstenaars als Jacob Epstein en Barbara Hepworth
——————–
Leeds Corn Exchange: sfeervol gehuisveste verzameling winkels, boetieks, galeries en cafés
——————–
Harewood House: schitterend Engels landhuis met spectulair interieur
——————–
Royal Armouries Museum: met onder meer het harnas van Hendrik VIII en een verzameling wapens en zwaarden gebruikt in The Lord of the Rings
——————–
Leeds Industrial Museum: iets buiten het stadcentrum leer je alles over de befaamde wolindustrie
Eten & Slapen
Iberica, Hepper House, 17a East Parade. Stijlvol ingericht tapasrestaurant met een mooie kaart, van cecina, sobrasada en croquetas tot pulpo, calamares en tortilla.
—————-
The Dakota Deluxe Hotel Luxueus en buitengewoon stijlvol boutique-hotel van vijfsterrenniveau
I