Parel van de Italiaanse Alpen
Livigno
Van geïsoleerd bergdal en smokkelbolwerk tot belastingvrij wintersportparadijs. Het Italiaanse Livigno heeft – naast een intrigerende geschiedenis – perfecte pistes, belastingvrij shoppen én een culinaire scene volgens smaakvolle Italiaanse standaarden. We gingen eens kijken.
Een heldere sterrenhemel is vaak een teken dat het morgen flink fris gaat zijn. Dat kun je zien als een nadeel, maar op kou kun je je prima kleden. Het voordeel is het licht, of beter het blauwige schijnsel van sterren en maan. De bergtoppen die het dal van Livigno beschutten tegen de buitenwereld kijken verstild op ons neer. Het nachtschijnsel kleurt de besneeuwde toppen bijna onaards lichtblauw, omzoomd door de zwarte hemel die bespikkeld is met het fonkelende vuur van sterren, duizenden lichtjaren weg. Ik zwoeg omhoog op een smal, steil landweggetje net buiten de grenzen van het dorp. Soms glibbert mijn voet even weg, maar beetje bij beetje komt de eeuwenoude berghut Tea da Memi in zicht.
Smokkelaars
Zo onder het schijnsel van de maan en de sterren moeten ook eeuwenlang de legendarische smokkelaars van Livigno gezwoegd hebben met hun clandestiene handel. Houvast zoekend in de sneeuw en op het ijs op steile paadjes en kronkelende geheime routes, enkel en alleen bekend bij de inwoners van het dorp in het dal in de Noord-Italiaanse regio Lombardije, op de grens van Zwitserland. De smokkel bracht de broodnodige centen op in dit straatarme dal hoog in de Alpen. En niemand die er eigenlijk wat aan deed als er eens een smokkelaar onverhoopt werd gepakt. De geharde dorpelingen van de hooggelegen vallei hadden in de 8ste eeuw al een stukje autonomie gekocht door jaarlijks een vat wijn te brengen naar de kapucijner monniken in het nabijgelegen Bormio. De opeenvolgende machten die, in principe, de scepter zwaaiden over dit gebied, lieten het uit wanhoop maar links liggen wat betreft belastingen en zo.
De legendarische smokkelaars van Livigno zwoegden met hun clandestiene handel, houvast zoekend in de sneeuw en op het ijs op steile paadjes en kronkelende geheime routes
Je kon er toch bijna niet komen, er was weinig geld en er werd gefluisterd dat zij die ooit probeerden de bewoners belasting te laten betalen, nooit weeromkwamen. In 1910 werd het echter officieel, toen de Italiaanse overheid besloot om het gebied belastingvrij te verklaren. De uiteindelijke reden hierachter was een soort stimulans voor de arme boeren om toch maar in de regio te blijven wonen in plaats van allemaal te emigreren. Het werkte. Vandaag de dag zorgt de belastingvrije status voor een aanzuigende werking van reizigers uit heel Europa. Maar Livigno moest, vooral in de winter, eerst ontsloten worden. Dat gebeurde pas in 1953.
Met 6 gondels, 13 stoeltjesliften,
115 km ski-terrein en 40 km langlauf loipes, trekt Livigno elke winter meer dan 1 miljoen bezoekers
Winterontsluiting
Cristina Bormolini (82) was zestien toen de weg opende. “Dat was de redding van het dorp,” vertelt ze, terwijl ze met enkele andere dames de oude kunst van het spinnen en weven van wol in ere houdt in het plaatselijke historische museum. MUS!, zoals het museum heet, vertelt over de geschiedenis van de vallei, maar Cristina heeft veel van de tentoongestelde geschiedenis zelf meegemaakt. “Er was al wel een weg. Maar zodra de eerste sneeuw viel, waren we op onszelf aangewezen,” vertelt ze. “De winters waren lang, er was weinig voedsel, geen geld. Ik heb als kind geleerd gelukkig te zijn met de kleine dingen in het leven. Wanneer er iemand ziek werd en naar de dokter in Bormio moest, dan was dat een tocht van meer dan twaalf uur door de sneeuw. Nu is het een half uurtje rijden.”
Zodra de eerste sneeuw viel, waren we op onszelf aangewezen. Wanneer er iemand ziek werd en naar de dokter in Bormio moest, dan was dat een tocht van meer dan 12 uur door de sneeuw. Nu is het een half uurtje rijden
De inwoners van Livigno hadden al vrij vroeg door dat het toerisme wel eens een goede bron van inkomsten zou kunnen zijn, zeker in combinatie met de belastingvrije status. In de jaren 50 startten de inwoners van Livigno daarom op eigen houtje de winterontsluiting van het dorp. “Ik weet nog dat er een grote sneeuwruimer werd aangeschaft. Een man zorgde er eigenhandig voor dat de Passo Foscagno berijdbaar bleef in de winter, ook de weg naar Bormio werd eigenhandig sneeuwvrij gehouden. Maar stel je voor, iedere keer als het sneeuwde moest deze man dus met de sneeuwruimer de 36 kilometer lange weg naar Bormio schoonmaken. Een hels karwei, maar hierdoor konden toeristen ons in de winter wel bereiken.” Met het vrijhouden van de weg in 1953 ging tevens de eerste skilift open en in 1959 werd de skischool opgestart. Livigno begon definitief aan de omschakeling van afgesloten landbouwgemeenschap naar open dorp.
Sportparadijs
Tegenwoordig komt men uit heel Europa, en zelfs van daarbuiten, om van de natuurlijke schoonheid van Livigno te komen genieten. In zowel de winter als de zomer is het hier geweldig vertoeven. Maar nu is het winter, en dan is Livigno een feest voor iedereen die van wintersport houdt.
De sneeuw en torenhoge bergtoppen die Livigno lang tegen politieke grillen beschermden, zijn veranderd in een natuurlijk sportparadijs. Met zes gondels, dertien high-speed stoeltjesliften, 115 kilometer ski-terrein en 40 kilometer langlaufloipes, trekt Livigno elke winter meer dan 1 miljoen bezoekers. In tegenstelling tot veel moderne skigebieden heeft Livigno zijn rustieke charme behouden. Hier vind je nog pittoreske blokhutchalets die 600 jaar oud kunnen zijn. Bekend als ‘báit’ in het lokale dialect, en ‘baita’ in het Italiaans, boden de blokhutten gedurende de lange winter onderdak aan schapenhouders. Ook het lokale historische museum bevindt zich in een ‘baita’ en is meer dan 300 jaar oud.
Valtellina wordt ook wel Klein Tibet genoemd vanwege zijn historische isolatie en hoge ligging
De stad kronkelt langs een smalle strook langs de rivier de Spöl, een winterwonderland geflankeerd door twee bergmassieven. De betoverende 12 km lange vallei gelegen tussen Engadin en Valtellina wordt ook Klein Tibet genoemd vanwege zijn historische isolatie en hoge ligging.
Door die hoge ligging kan het flink fris zijn, daar kun je je uiteraard prima op kleden, maar ook koolhydraatrijk voedsel helpt om de interne kachel flink op te stoken. Dat weet men hier al eeuwen. En de Italianen weten wat lekker is. Goed voedsel is een serieuze aangelegenheid vol tradities waar je maar beter niet aan kunt tornen. En waar de lekkerbek alleen maar heel erg gelukkig van wordt. Culinair genot is overal. Zelfs het spinnewiel van Cristina Bormolini wordt gesmeerd met het vet van prosciutto crudo. Maar de lokale specialiteit is pizzoccheri: boekweitpasta met kool, snijbiet, aardappel en Bitto en Casera, twee uitmuntende lokale kazen. Geloof me, heerlijk. Maar ja, dat is zo’n beetje alles wat ze hier op de verschillende kaarten in de uitmuntende restaurants hebben staan.
Culinaire berghut
Leo Silvestri schenkt de glazen vol met Sforzato di Valtellina, een machtig volle, ronde rode wijn van 90% Nebbiolo druiven die licht ingedroogd zijn voor fermentatie. Godennectar uit de streek. Leo, de eigenaar van Tea da Memi, mag dan 58 jaren tellen, hij ziet er geen dag ouder uit dan 45. Misschien is het de berglucht, misschien het bizar lekkere lokale voedsel dat hij serveert en eet, misschien de puike wijnen. Feit is dat Tea da Memi waarschijnlijk een van de meest knusse, bijzondere eetplekken is waar ik ooit gegeten heb.
Alleen al de salamini asini en de slinzega manzo, puike worsten die perfect smaken bij de Sforzato, zijn de steile klim al waard. Het vlees komt enkel en alleen van eigen dieren die heerlijk vrij grazen op de bergweides rond Livigno. Tea da Memi is eigenlijk een huiskamerrestaurant. Leo woont hier met zijn gezin en in de avond mogen er maximaal een man of twintig aanschuiven aan de grote houten tafel in de woonkamer van de eeuwenoude berghut om vervolgens te genieten van alle lokale heerlijkheden die Leo serveert. Een feest voor de zintuigen.
Gouden licht
Een visueel feest is trouwens het zien opkomen van de zon op de piste. Ik neem je even mee naar 7 uur deze ochtend. Een donkere deken ligt over het nog half slapende stadje. Ik zit in de gondel met Giorgo Roca, lokale held en olympisch skikampioen. “Het zien opkomen van de zon over deze bergtoppen, verveelt me werkelijk nooit,” zegt hij. “Het kleurenspel is majestueus.” Hij heeft meer dan gelijk. De nacht wordt gespleten door de gloed van het tweelicht. Blauw en roze nemen de lucht langzaam maar zeker over, terwijl ik als eerste over de perfect geprepareerde piste naar beneden zoef. In de skilift dwalen mijn ogen over de gouden bergkammen en nog lege pistes met in het dal dat idyllische, uitgestrekte bergdorp. Wanneer je gaat wintersporten in Livigno, grijp dan de kans om dit schouwspel mee te pakken.
De buiken zijn inmiddels goed gevuld door Leo Silvestri. Maar ook de puike wijn is in de man. Kan er nog een klein glaasje zelfgemaakte likeur bij? Ach ja, twee ook nog wel. Dan moet de reis naar beneden toch echt ingezet worden. We stappen naar buiten in het blauwige schijnsel van de maan en de heldere sterren en kijken naar het weggetje dat naar beneden leidt. Misschien is lopen best inspannend? Misschien is dat weggetje best steil en glad? Misschien is het beter om te glijden? Leo komt aanzetten met vuilniszakken die het prima doen als provisorische slee. En zo sleeën en buitelen we vol van goede moed en in opperste geluksstemming richting dal waar het pittoreske Livigno ons toelacht.

Sunrise Emotions
De zon op zien komen op de lege pistes. Gelukkiger kun je niet worden als je van sneeuw en bergen houdt. Het kan twee keer per week op dinsdag en donderdag van 7.00 tot 9.30 uur inclusief een stevig en luxe ontbijt. Kost € 38,- per persoon. En dat is het meer dan waard, al was het alleen maar omdat je op dit tijdstip het allermooiste licht hebt voor je selfies.
Olympische Spelen
Dat Livigno een geweldig wintersportgebied is, wordt bekroond met de Olympische Winterspelen van 2026. “Met een hoogte van 1.816 meter is Livigno een natuurlijke omgeving voor de Olympische Spelen en een bestemming die veel sporters en teams al kiezen voor de training op grote hoogte,” zeg Luca Moretti, directeur van de Livigno Tourist Promotion Board. “We zijn gewend om topatleten als gast te ontvangen, net als gezinnen. Samen vormen zij onze hoofddoelgroep.”
Eten en Drinken
We hebben werkelijk waar overal geweldig gegeten. Maar twee plekken sprongen er echt uit. Tea da Memi, reserveren is nogal noodzakelijk. Leo heeft geen website, maar je kunt wel bellen (+39 333 491 1586). Daarnaast is agriturismo La Tresenda een enorme uitblinker. Niet alleen hebben ze mooie kamers in een fijne setting net buiten het dorp, maken ze mooie worsten en kazen van vlees en melk van eigen dieren en hebben ze een hottub waar je onder de sterrenhemel van het uitzicht op de bergen kunt genieten. Maar het restaurant is ook helemaal picobello.
Overnachten: Hotel Paradiso
Wij mochten verblijven in Hotel Paradiso. Een heerlijk hotel met geweldig eten en uiterst prettige wellness. Maar het fijnste van dit hotel is de warme familie Canepari die deze plek al veertig jaar bestiert. Een aanrader.
Livigno in de zomer
Zoals Livigno evolueerde van smokkelbolwerk naar een internationaal skigebied, is het ook uitgegroeid van een winter- tot een zomerbestemming voor liefhebbers van het bergbuitenleven. Of je nu van wandelen, klimmen, mountainbiken, kajakken, paardrijden of golfen houdt, in Livigno kun je je sportieve hart ophalen.