De schatkamers van
Oezbekistan
Jarenlang leek het achtervoegsel – stan toeristen te intimideren. Maar Centraal-Azië is nu ontketend, met Oezbekistan voorop. Het ooit zo gesloten land herrijst momenteel als een kleurrijke feniks uit grauwe Sovjet-as en smoezelig woestijnstof.
Interessant weetje: er bestaan op heel deze planeet slechts twee ‘double landlocked’ landen en Oezbekistan is er een van. Landlocked betekent dat het land niet grenst aan een oceaan. Zo zijn er wereldwijd vierenveertig. Double landlocked betekent dat ook de buurlanden niet grenzen aan een oceaan. En daarvan zijn er dus maar twee: Oezbekistan en Liechtenstein.
Het zijn zulke gedachten die me op de zes uur durende vlucht van Parijs naar de Oezbeekse hoofdstad Tasjkent overvallen. Zou dat kunnen kloppen? Ik staar uit het raampje van de ouderwetse Boeing en zie het kurkdroge landschap onder me gedwee instemmen. Onbestemde woestenij, zo ver het oog reikt. Niet veel later sta ik in het levendige centrum van Tasjkent, vlak voor het iconische Hotel Uzbekistan, en val ik in katzwijm. Het kan soms snel gaan. Wellicht is het die brutalistische Sovjetstijl in combinatie met kraaknette straten vol witte Chevrolets en aftandse Lada’s. Visueel onweerstaanbaar. Mijn gids Nilufar haalt opgelucht adem. En dan heeft ze me haar favoriete metrostations nog niet laten zien. “Het zijn trouwens de Russen die destijds zijn begonnen aan de renovatie van de oude bezienswaardigheden in Samarkand, Boechara en Xiva.” Daar verheug ik me al op, want die drie steden – ooit onmisbare haltes op de zijderoute – vormen het toeristische hart van Oezbekistan en de reden waarom de vluchten van Uzbekistan Airways haast altijd volgeboekt zijn. Tasjkent, met zijn prachtige moskeeën, mausolea, musea en metrostations, is een smakelijk extraatje.

STAATSIEPORTRET
En dus zit ik een dag na aankomst op de Afrosiob, de moderne sneltrein die zorgeloos over de oude zijderoute tuft, in de voetsporen van tot stof weergekeerde avonturiers als Dzjengis Khan en Alexander de Grote. Eenmaal aangekomen in Samarkand leidt een jonge politieagent me via de vipruimte van het station naar buiten, waar hij me – uit het zicht van bazen en collega’s – om een foto vraagt, type staatsieportret. “Rahmat,” mompelt hij terwijl hij zichzelf keurt op het schermpje van mijn fototoestel. “Dank.” Dan pas valt me op dat ik lang niet de enige ben met flink wat fotoapparatuur, laat staan de enige toerist. “Tot voor kort was het voor buitenlanders erg lastig om een visum te regelen,” verduidelijkt stadsgids Fatima, die me opvallend hip gekleed, kortgerokt en kleurrijk geschminkt opwacht. Ze maakt kennelijk een punt van de vele vrijheden in haar land en bijgevolg komaf met enkele hardnekkige vooroordelen over Oezbekistan. Vrouwonvriendelijk? Streng islamitisch? Ouderwets? Nonsens. “Maar met de benoeming van onze nieuwe president (Sjavkat Mirzijojev, red.) brak een nieuw tijdperk aan. Hij schafte begin 2019 de visumplicht af voor reizigers uit een zeventigtal landen. Dat verklaart de enorme toeristische groei.”
Vrouwonvriendelijk? Streng islamitisch? Ouderwets? Nonsens!

Een van de vele prachtige metrostations in hoofdstad Tashkent.
GLASNOST
Het duurt niet lang voor ik besef op welke toeristische goudmijn Oezbekistan al decennialang in het geniep zit te broeden. Fatima neemt me achtereenvolgens mee naar het Ulugh Beg Observatory, het mausoleum Shah-i-Zinda, de Bibi-Khanummoskee en naar het centrale plein Registan, zonder twijfel het pièce de résistance in Samarkand. Met open mond en één oog door de zoeker van mijn camera staar ik naar elk van de eeuwenoude bezienswaardigheden. De madrassa’s (islamitische scholen), moskeeën en mausolea kleuren goudgeel in de brandende herfstzon en zijn in zulke picobello staat dat ik haast achterdochtig word. Alsof ze er nog vlug-vlug zijn neergepoot. Maar Fatima stelt me gerust. Alles is hier minstens vier-, vijf-, zeshonderd jaar oud. Handelaars op de zijderoute in de late middeleeuwen kregen exact hetzelfde plaatje voorgeschoteld, besef ik: een welvarende en oogverblindend mooie oasestad in een verder kurkdroge, loeihete woestenij. De recente Oezbeekse glasnost lijkt plots de logica zelve. “If you have it, flaunt it,” glimlacht Fatima. Vrij vertaald: als je het hebt, pronk er dan mee. Nou!
GEEN DUITSERS
Hoe meer tijd ik in Oezbekistan doorbreng, hoe duidelijker het wordt dat mijn beeld vooraf – noem het gerust een vooroordeel – mijlenver van de waarheid ligt. Vertel een familielid, vriend of collega over Oezbekistan en je wordt bedolven onder de opgetrokken wenkbrauwen, bezorgde blikken en nieuwsgierige vragen. Met stip op nummer 1: is dat niet gevaarlijk? Niet dus. Sterker nog: er zijn weinig landen waar ik me meer op mijn gemak voel. In de sneltrein naar Boechara laat ik deze woorden van Fatima nog even nazinderen: “Wat had je gedacht? Dat wij ons hier op ezels verplaatsten? Oké, er is nog veel werk aan de winkel, we zijn geen Duitsers, you know. Maar vergeet niet dat dit nog een jonge natie is.” Goed punt. In Boechara word ik opnieuw verrast door mijn gids, Manfur genaamd, die me voorbereidt op een propvolle tweedaagse in wat hij ‘de parel van Oezbekistan’ noemt. Zulke beloftes heb ik al vaker gehoord, maar na een visite aan het Ismail Samani Mausoleum, het Po-i-Kalyan Complex en de Ark van Boechara bied ik geen weerwerk meer. “Boechara is meer dan tweeduizend jaar oud en is het meest intacte voorbeeld van een middeleeuwse stad in Centraal-Azië. De stad herbergt meer dan 350 moskeeën, meer dan 100 religieuze colleges en meer dan 140 architecturale monumenten. Boechara is eigenlijk meer een openluchtmuseum dan een stad,” grapt Manfur. Het kan dan ook niet verbazen dat Boechara is uitgeroepen tot wereldwijde Hoofdstad van de Islamitische Cultuur in 2020.

Ervaar De Gastvrijheid Van Oezbekistan
SPROOKJESACHTIGE BETOVERING LANGS DE ZIJDEROUTE
Treed in de voetsporen van Alexander de Grote, Genghis Khan en Timoer Lenk tijdens een magische reis langs de Zijderoute, vol opwindende contrasten en sprookjesachtige betovering. Heb je hulp nodig om de grootste avonturiers aller tijden te volgen? Dolores Travel kent elke verborgen hoek van Oezbekistan en helpt je de vele wonderen van het land te bereiken, van het UNESCO werelderfgoed in Bukhara tot de exotische bazaars van Tasjkent.
GEGARANDEERDE WOW-FACTOR
Er is geen land in Centraal-Azië dat je zo verbluft met de grootsheid van de Zijderoute als Oezbekistan, waar majestueuze minaretten, rijk versierde madrassa’s en geglazuurde tegels je opwachten in oude oasesteden. Asia Tour Elit organiseert vol trots reizen naar dit prachtige land, even rijk aan geschiedenis als onaangetast door massatoerisme. Of je nu het erfgoed van Samarkand, de blauwe koepels van Bukhara of de sterrenhemel boven de Kyzylkumwoestijn bewondert, de wow-factor is in Oezbekistan overal gegarandeerd.
ALADDIN EN DE WONDERLAMP
Van hieruit is het niet meer ver naar Xiva, de wonderbaarlijke oasestad in de Karakumwoestijn waarvan de binnenstad – Itchan Kala gedoopt – het in 1990 als eerste plek in Oezbekistan tot UNESCO Werelderfgoed schopte. Met een beetje slechte wil zou je Xiva anno 2020 een toeristenval kunnen noemen, maar dat zou beledigend en onterecht zijn. Het stadje is klein, ommuurd en tot aan de nok gevuld met minaretten, moskeeën, mausolea, musea en andere highlights die reizigers uit de hele wereld moeiteloos rond hun vinger winden. Een eeuwenoud labyrint vol kleine steegjes die – welke kant je ook kiest – uitkomen op een brokje Oezbeekse geschiedenis. Een Brugge of Venetië in zakformaat, maar met een even groot toeristisch belang voor de regio. “Toch is het zeker geen dode stad,” benadrukt mijn nieuwe stadsgids Kamaladdin, die zich voorstelt als Aladdin. Hij maakt een gebaar alsof hij over een wonderlamp wrijft, maar na een week in Oezbekistan zijn de meeste van mijn wensen al ruimschoots vervuld. “Binnen de eeuwenoude stadsmuren wonen ongeveer drieduizend mensen. Het is dus geen openluchtmuseum dat ’s avonds sluit. In de lente en herfst komen daar natuurlijk nog een hele hoop toeristen bij. Als onze toeristische groei zo aanhoudt, ben ik wel benieuwd wat er met Xiva gaat gebeuren.” Ik stem in. Het is nu al een drukte van jewelste in de binnenstad, en de hogesnelheidslijn naar Xiva is nog in aanbouw. De massa komt met andere woorden nog, en zal dan in lange rijen moeten staan om bijvoorbeeld de Juma Mosque in te duiken, een woud met 213 gebeeldhouwde houten zuilen dat dienstdoet als vrijdagsmoskee. Zou dit het allermooiste plekje in Oezbekistan kunnen zijn, vraag ik me luidop af. Kamaladdin knikt minzaam.
Doen en zien in Oezbekistan








