Een stad om uit te blazen
Ochtend in Oostende
De nachtcafés gesloten, de meeuwen net ontwaakt. Uitwaaien doe je hier bij voorkeur vroeg. Wanneer de boten uitvaren en het zacht aan begint te waaien.
Sst… hier rust een zeehond. Het staat er echt. Het bordje staat aan het begin van de pier, die driehonderd meter door het water meandert en de haven van Oostende met zijn basaltblokken moet beschermen tegen de golven. Er zijn nog geen golven. Het is nog vroeg. Ook zie ik geen zeehond. Maar het klopt wel. In de baai van Oostende zwemt een zeehond, ik heb hem gisteren nog gezien: een rond zwart koppie boven het zeeoppervlak.
DE LANGE NELLE
We hadden gisteren fietsen gehuurd en waren met het fietspontje naar de overkant van de haven gevaren voor een bezoek aan Fort Napoleon. De stad in de rug en de Lange Nelle nóg langer, want we waren vlakbij. De Oostendenaren zijn bijnamengevers. Hun vuurtoren is de Lange Nelle, het weelderige beeld dat de zee symboliseert en je meteen ziet liggen wanneer je de stad binnenrijdt, noemen ze hier Dikke Mathille. Op de dijk, vlakbij de carrousel staat een groot monument voor de omgekomen zeelieden: de Pisser. Iets verderop loop je tegen het borstbeeld op van Lucy Loes, die bekend stond om haar zeemansliedjes. Lucy heeft geen bijnaam, maar och me jong, wát was ze geliefd. Tijdens de stadsfeesten van 2010, toen ze net was overleden, stonden drommen mensen gelijk oesters op een meerpaal uit volle borst mee te zingen met haar grootste hit M’n Zeekapitein: Gie zie m’n zeekapiting, gie bluf m’n zeekapiting! Ik verheug me op het uitzicht als ik straks op de punt sta van de pier. Op het zien van de skyline van Oostende met haar appartementsgebouwen, die traag ontwaken. Pas later op de dag pakken ze zon, net als de vele bezoekers van de stad, die ook later op de dag zullen arriveren. Ze komen voor een dagje Oostende of een meerdaagse citytrip om uit te waaien. Vanuit het zeestation lopen ze zo de stad in, langs de haven waar de Mercator ligt afgemeerd, een driemaster die herinnert aan de tv-serie The Onedin Line, voor wie dat nog iets zegt.
‘Sst… hier rust een zeehond’. Het bordje staat aan het begin van de pier, die 300 meter door het water meandert
SOUL FOOD
Marvin Gaye liep hier ook graag. Winter 1981. Op de pier was hij het dichtst bij de zee, zou hij hebben gezegd, maar ook het dichtst bij Amerika. Hij miste zijn familie, maar moest tot rust komen na een jarenlange cocaïneverslaving en gedoe met de fiscus: 4 miljoen kregen ze nog. Daarom was hij hier. Kroegbaas Freddy Cousaert had hem persoonlijk naar Oostende gehaald. Februari. Denk je dát eens in: de prince of Motown lopend over de pier van Oostende. Mist. Koud. Wind.
Na het joggen dronk hij graag een Lefke in café Floride, inmiddels het enige overgebleven café op de Promenade, de rest is allemaal restaurant geworden. Eergisteren ben ik er even neergestreken, koptelefoon op.
U weet zeker wel waarvoor ik kom? vraag ik de uitbater.
Ja, ja, mompelt hij: Marvin Gaye. Hij klinkt niet echt enthousiast. De man is druk. Blond of donker? roept hij in het voorbijgaan.
Ik ben nog in Motown-sferen en begrijp niet wat hij bedoelt.
Uw Lefke, blond of donker?
De uitbater nam het café over in 1987. Marvin Gaye was toen al vermoord, door zijn eigen vader nota bene. Ik wil er nog niet aan. Ik ben nog in 1981 en zie hem lopen over het strand, in zijn rood-witte Adidas-joggingpak. Gaye logeerde in Hotel Mercury, ook van Freddy Cousaert, en sliep graag uit. Tot een uurtje of drie. Dan stond hij op en liep hij de keuken binnen. Kind aan huis. Hij zou zes kilo aankomen in Oostende. Kip met curry had hij graag: Soul Food.
Marvin Gaye Midnight Love Tour
Via de app ontmoet je de hoofdrolspelers in het boeiende verhaal van Marvin Gaye’s tijd in Oostende. Ze nemen je mee naar de sleutelplekken van zijn bestaan, zoals het appartement waar de monsterhit ‘Sexual Healing’ tot stand kwam. De digitale wandeling is beschikbaar voor € 5,49 via Google Play Store en in de App Store.
Er is een filmpje te vinden op YouTube, waarin Marvin Gaye een Oostends café binnenkomt. Hij steekt zijn hand uit en zegt tegen een vaste klant: Hoi, ik ben Marvin Gaye, ooit van gehoord? De klant kent hem niet. Wel wil hij een potje met hem darten. Een andere klant herinnert zich de blonde mopkes die Marvin Gaye meenam als hij op café ging. Hij glundert er nog van.
Marvin Gaye was natuurlijk alles wat Oostende niet was en dat maakt zijn aanwezigheid hier historisch. Alsof je een nettenbreister uit de Kaaistraat neerzet op Times Square. Het tempo lig hier lager, zei hij over zijn Belgische toevluchtsoord. Geen kicks, geen drugs. Oostende gaf hem de rust om aan een nieuw album te werken. Zo schreef hij hier zijn monsterhit Sexual Healing. Op de vierde verdieping van Residence Jane om precies te zijn. Ik probeerde er nog naar binnen te kijken, maar zag niemand.
Dan het debacle. Freddy wilde zijn protegé zien optreden in de Kursaal. Gaye zelf had er een hard hoofd in en kreeg gelijk. De zaal was maar voor de helft gevuld. De mensen kwamen destijds voor Nana Mouskouri naar Oostende, zoals ze nu in de rij staan voor Helmut Lotti.
De mensen kwamen destijds voor Nana Mouskouri naar Oostende, zoals ze nu in de rij staan voor Helmut Lotti
Laten we vooraf een hondenshow doen, stelde Marvin Gaye nog voor. Oostende is een stad van hondenliefhebbers, was hem opgevallen. Als we die hondenmensen binnen hebben, is de zaal al snel gevuld. Werkte niet. Er kwam geen hond.
Oostende is nog altijd een stad voor hondenliefhebbers, valt me op. Wel zijn de hondjes hier opvallend klein. Klein behuisd, zoek ik als verklaring.
Een mevrouw in het Leopoldpark maakt elke dag een toerke, van het strand naar het park, met haar Fifi. Ik kwam met haar aan de praat. Over het leven hier, dat goed smaakt. Daarna ging het over de naamgever van het park. Leopold heeft in de Congo een hoop teweeg gebracht, niet fraai, maar allee, da’s geschiedenis, vindt mevrouw. Dat ze tegenwoordig allemaal beelden willen omhalen, vindt ze te zot voor woorden.
“Ik moet om 13 uur in het visserskwartier zijn”, verander ik het onderwerp. “Daar ga ik een garnaalkroketje eten. Mijn allereerste.” Ik glim als een kind dat in de rij staat voor een ijsje.
Onderweg naar mijn garnaalkroket stuit ik op muurschilderingen. Geweldig! Ze zijn kleurrijk, soms politiek, maar in alle gevallen ontregelend door hun enorme formaat. Op de fiets kwam ik ze ook al tegen. Bij de haven: drie enorme Delfblauwe vazen van Leon Keer in 3D geschilderd. Bij Keer geen molentjes, maar Delfblauwe doemscenario’s die gelinkt zijn aan het klimaat. Zie je wel, denk ik. Oostende is helemaal niet saai en lelijk. De stad is gelijk een oester, voor de echte parels moet je naar binnen.
Oostende is helemaal niet saai en lelijk. De stad is gelijk een oester, voor de echte parels moet je naar binnen
“Da’s schoon hè”, zegt een man die ziet dat ik foto’s maak van een muurschildering op het Achturenplein. Wanneer hij hoort dat ik uit Nederland kom, brandt hij los: “Ik was een paar jaar geleden op Aruba. Binnen een week was ik zo bruin als een aap.”
“Hier in Oostende kun je toch ook op het strand gaan liggen”, gooi ik op.
De man slaat mijn opmerking in de wind. “Als ik hier op het strand ga liggen, ben ik na drie maanden nog altijd zo wit als het schuim van de zee!”
OP HAAR MOOIST
Ach, de zee. Daar ben ik nu, want verder kan ik niet. Ik sta op het uiteinde van de pier, de plek waar je automatisch halt houdt om te mijmeren en wat te staren over het onmetelijk pekelsop.
Was de as van Hugo Claus hier niet uitgestrooid? De man die op de hoogste verdieping van een leeg, naoorlogs Hôtel de Londres logeerde en daar zijn Metsiers schreef? De man met de boksersneus die België haar verdriet zou gunnen en uitgroeide tot de grootste schrijver van het land?
Paul Snoek was het daar trouwens niet mee eens: hij was de grootste. Ik had nog nooit van de goede man gehoord en leerde de bluffende dichter pas kennen na het beluisteren van de zeer aan te bevelen podcast Kamer in Oostende. Snoek gooide graag de zinsvolgorde om. Zo schreef hij: In Oostende de ochtend is het heldere Uur. Het doet gewoon pijn aan mijn ogen als ik het opschrijf, maar hij heeft wel gelijk. Wanneer de zon langzaam klimt, steeds hoger achter de bleke gevels van de appartementsgebouwen, is de Koningin der Badsteden op haar mooist. Het heldere uur.
Het Groen Lint
Fietsen in Oostende
Uitwaaien kan natuurlijk ook op de fiets, al denk je daar misschien niet zo snel aan als je naar Oostende gaat. Je komt voor de zee, de mensen en de oesters. Kan ook allemaal fietsend.
Er zijn verschillende routes. De Kustroute is 85 km lang en voert langs het strand met zicht op zee. Twee fietspontjes brengen je in de havens van Nieuwpoort en Oostende naar de overkant. Het Groen Lint (35 km) is een grotendeels autovrije fietsroute die je laat kennismaken met de buitenrand van Oostende. Je fietst door het Geuzenbos, langs de Oostendse Kreken en het natuurgebied De Zwaanhoek en maakt kennis met de transformatie van de stadswijk Oosteroever en het vernieuwde zeefront van De Stad aan Zee. Ook kom je op tijdens deze fietstocht een aantal spectaculaire muurschilderingen tegen.
I