Tussen de ruïnes van de Nakba
Sataf & Lifta
In de heuvels van Oost-Jerusalem staan stille stenen getuigen van wat de Palestijnen de Nakba noemen, de Ramp. Wat speelde zich hier af? En waarom dragen veel Palestijnen oude sleutels om hun nek?
Tussen de bloemen en bomen staan op oude, door mensenhanden aangelegde terrassen de overblijfselen van huizen en andere gebouwen van de ooit bloeiende, millennia oude nederzetting Sataf. Wanneer je je ogen sluit, hoor je de schapen en geiten drinken van het water van Ein Sataf en Ein Bikura, twee nog immer vloeiende bronnen. Zo’n zesduizend jaar geleden kwamen de eerste herders hier om hun dieren te laten laven. En waarom zou je weer weggaan van een plek met dat kostbare vocht?
Water bij de hand betekent tevens landbouw. Vandaar de terrassen, waarvan de eersten waarschijnlijk aangelegd zijn door de Byzantijnen, zoals de Romeinen zich gingen noemen na de val van Rome. Zo kon het water van terras naar terras lopen om de oogst te maximaliseren.
ANTIEKE SLEUTELS
Het uitzicht op Oost-Jerusalem is geweldig. Maar waarom woont hier dan niemand meer? Waarom alleen die verlaten stenen, die langzaam afbrokkelen onder invloed van de elementen? En waarom dragen zoveel Palestijnen een oude sleutel om hun nek?
Onze gids Shadi Kharouf is wat stilletjes. Voor hem zijn dit pijnlijke vragen. “Die oude sleutels zijn het symbool van wat wij Palestijnen de Nakba noemen, de Ramp. Om de staat Israël te creëren, vielen zionistische troepen in 1948 grote Palestijnse steden aan en vernietigden zo’n 530 dorpen. Meer dan 750.000 Palestijnen werden uit hun huizen verdreven. De meeste woningen werden verwoest, moskeeën en kerken werden voor andere doeleinden gebruikt en begraafplaatsen werden omgeploegd.”
STILLE GETUIGEN
Veel van die ontheemde Palestijnen dragen sindsdien hun sleutel bij zich. Als herinnering aan die laatste, noodlottige, verschrikkelijke draai in het slot van hun voordeuren.
“Het zou slechts voor een paar dagen zijn,” vertelt Sadi. “De meesten van hen waren ervan overtuigd – of dachten te weten – dat ze na een week of twee zouden terugkeren, die voordeuren weer zouden openen en de huizen zouden binnengaan die velen al generaties lang in hun bezit hadden.” Het mocht niet zo zijn. De heuvelruïnes van Sataf zijn voor de Palestijnen zowel een stille getuige van de Nakba als een symbool van het recht op terugkeer.
LIFTA
Een paar kilometer verderop vinden we nog zo’n stille getuige. Lifta ligt ten noordwesten van Oost-Jeruzalem. Kleine groepjes huizen staan verspreid over de heuvels, hun zanderige bakstenen verschuilt tussen woekerde vegetatie. Broze klaprozen groeien tussen de rollen vers prikkeldraad. “Terwijl hun vroegere eigenaars en hun nakomelingen in de buurt blijven wonen, terugkeren mag niet, zijn de gebouwen al tientallen jaren onbewoond – en dreigen nu helemaal te verdwijnen,” vertelt Sadi.
“Lifta was een van de eerste van 38 dorpen in het district Jeruzalem die in 1948 onder dwang werden ontvolkt,” gaat Sadi verder. “De nederzetting dateert al uit de tijd van de Kanaänieten, toen het bekend stond onder de naam Nephtoah. Vóór de Nakba woonden er ongeveer 3.000 mensen in 600 huizen in Lifta. Volgens ontheemde inwoners van Lifta staan er vandaag de dag nog maar 73 huizen – 56 daarvan zijn quasi-intact en 17 ruïnes.”
HERINNERINGEN
Yaqoub Odeh, die in 1940 in Lifta werd geboren en nu het hoofd is van de commissie voor de bescherming van het cultureel erfgoed van Lifta, is een van de meest deskundige bronnen, en ooggetuige, over de geschiedenis van het dorp.
Het is inmiddels meer dan 70 jaar later. Maar Yaqoub herinnert zich nog levendig de omstandigheden van zijn gedwongen vertrek uit Lifta. “Toen ik Lifta verliet zat ik in de tweede klas,” zegt Yaqoub. “Ik herinner me nog hoe ik op weg van school naar huis van de ene rots naar de andere sprong. Ik weet ook nog hoe ik met de andere kinderen rondhing bij de waterbron in het dorp.” Toen Zionistische milities in maart 1948 het dorp afsloten, was dat voor de
Palestijnen aanleiding om vrouwen en kinderen te evacueren naar nabijgelegen grotten.
DE VLUCHT
“Mijn vader zijn had mijn kleine zusje op zijn schouders, en hield de hand van mijn broertje beet,” vertelt Yaqoub. “Hij vroeg mijn andere zus en mij achter hem aan te lopen. Er werd op ons geschoten. Binnen een uur gingen we van huiseigenaren in ons eigen dorp naar vluchtelingen in andermans huizen. We verlieten onze woningen met niets anders dan de kleren die we op onze rug hadden en dachten dat we de volgende dag zouden terugkeren. Het is 74 jaar geleden sinds die dag.”
WERELDMONUMENTENFONDS
“Hoewel het gebied in 2017 door Israël tot natuurreservaat werd verklaard, en in 2018 door het Wereldmonumentenfonds op de lijst van bedreigd erfgoed is geplaatst, zijn er Israëlische plannen om het te ontwikkelen,” vertelt gids Sadi. “Het wordt aangeprezen als een plan voor 250 wooneenheden, hotels en commerciële centra, allemaal met een prachtig uitzicht op de heuvels van Jeruzalem. Het zou de sloop van de resterende huizen en monumenten van Lifta betekenen.”
Dankzij de activiteiten van de vooruitstrevende Israëlische organisatie Zochrot, die streeft naar bewustwording van de Nakba, zijn de Israëli’s zich tegenwoordig iets meer bewust van de ramp die zich afspeelde tijdens de oorlog van 1948. Maar of het genoeg is, en op tijd, om Lifta te redden?