Sardinië grossiert in schilderachtige bergdorpen
Schilderachtig Sardinië
Schilderachtige bergdorpjes. Sardinië grossiert erin. Net als kurkbomen, maar dat is een ander verhaal. Van alle pittoreske Sardijnse plaatsjes is Orgosolo door de grote hoeveelheid muurschilderingen waarschijnlijk het bijzonderst en een goed bewaard geheim. Maar de kleurige schilderingen zijn niet het enige geheim dat zich in deze bergen schuilhoudt.
Gekleurde vlaggetjes die dansen in de wind. Alsof de mediterrane helblauwe hemel niet zonder omlijsting kan. De zon geeft ze een swingende schaduw op de felgekleurde stucwerkmuren. Een zwerm spreeuwen zorgt zingend voor tjilpende achtergrondmuziek, af en toe onderbroken door een gammele, toeterende Fiat Panda. Ik verdwaal heerlijk in de steegjes van Orgosolo. Vandaag de dag een gemoedelijk bergstadje in het oosten van het eiland. Vandaag de dag, want achter de zonnige kalmte en kleurig beschilderde muren schuilt een turbulent verleden. In de steile steegjes drukken mijn tenen bijna door mijn sandalen heen en met mijn hele lichaam leun ik balancerend naar achteren. De afgebrokkelde stukjes knarsend asfalt geven nét genoeg grip onder mijn voeten zodat ik niet naar beneden rol.
Dit rustieke stadje was jarenlang hét decor van de Sardinische onderwereld. (Huur)moorden en gijzelingen waren hier ooit de orde van de dag. En het lieftallige geelgouden kerkje onder aan de heuvel was het epicentrum van dit kwaad. Ik daal af naar de hoofdstraat, Corso Repubblica. De muren staan vol met muurschilderingen. Orgosolo staat bekend om de vele protestprenten. De graffiti met politieke boodschap vult het hele centrum. Met meer dan honderd verschillende werken lijkt elk hoekje, muurtje, kiertje, trapje of kronkeltje in de stad voorzien van een kunstwerk. Corso Repubblica is het kleurige middelpunt.
Dit rustieke stadje was jarenlang hét decor van de Sardinische onderwereld
Navigatie blijkt amper nodig. Ik kijk even zoekend om me heen, met mijn rechterhand boven mijn ogen als zonnescherm. Op een bankje in de schaduw zitten drie oudere mannen. Rokend en lachend worden ze volledig opgenomen in het Sardinische straatbeeld. Hun ongehaaste rust doet vermoeden dat ze elke dag op precies dit bankje te vinden zijn. Hangen met een drankje en een peukje is een gewoonte die ik vooral ken van jongeren in bomberjack met nektasje, nog net niet oud genoeg voor het café. Maar in de Italiaanse bergdorpjes zijn het de ouderen die hangend in de zon hun dagen slijten. Een van de drie grijze mannen wenkt me terwijl een ander met zijn kromme wandelstok kordaat naar een nog steilere zijweg van de straat wijst alsof hij weet wat ik zoek. “Grazie,” wuif ik terug, ik zet me weer schrap voor de afdaling. “Prego,” mompelen de drie.
Corso Repubblica schreeuwt in stilte: een bloedrode protesterende menigte, dikke dansende vrouwen, een met geld smijtende oud-president en een in elkaar stortend World Trade Centre, allemaal bevroren in de verf. De muurschilderingen trekken veel bekijks. Eilandbewoners, Italianen van het vaste land en buitenlandse toeristen dringen door de straat. Maar sla een van de kronkelende steegjes in en je waant je in een nooit ontdekte privé-expositie. Dat kunst de maatschappij weerspiegelt, is in dit gratis openluchtmuseum een feit.
Je waant je in een nooit ontdekte privé-expositie
De huizen dienden voor het eerst als canvas in de jaren zeventig. Sindsdien wordt de kleurplaat die Orgosolo heet steeds verder ingekleurd. Op 25 april vieren de Italianen de bevrijding van de nazi’s en fascisten. Als eerbetoon aan deze dag besloten in 1969 lokale docenten en studenten iets ludieks te doen; samen met overlevenden van de Tweede Wereldoorlog maakten zij posters. Grote papieren vellen met prenten over de oorlog, de vrijheid en de democratie. Deze hingen in de scholen, maar ook buiten in de straat. Helaas bleek papier niet erg lang stand te houden, een paar regendruppels, een bergwindje en de kunst was niet meer te herkennen. Dus werd de verf direct op de muren van huizen aangebracht. En zo werd het stadje zélf het schilderdoek.
Door de vele verschillende stijlen, haarfijn realistisch tot bijna kubistisch, is het een gezellig chaotisch geheel. Toch werd het inkleuren van de stad in de jaren zeventig strak gecoördineerd door één man: Prof. Francesco Del Casino. Del Casino is een oud kunstdocent op de lokale middelbare school, samen met zijn leerlingen bracht hij veruit de meeste tekeningen aan. Veel van de kunst richt haar pijlen op de lokale politiek. Al snel werd deze politieke uitingsvorm ook ontdekt door kunstenaars van buiten het eiland, waardoor de Vietnamoorlog, het kapitalisme en het wereldvoedselprobleem tegenwoordig ook breed uitgemeten zijn.
Samen met zijn leerlingen bracht hij veruit de meeste tekeningen aan
Een hol, opgewekt geluid schudt me plotseling wakker uit de artistieke droomwereld waar ik nu al een paar uur, rozig van de zon, doorheen zwerf. Kerkklokken. Door de weerkaatsing van de smalle straatjes lijkt het geluid van overal te komen. Ik loop naar een van de balustrades van de hooggelegen Corso Repubblica en tuur over het stadje. Orgosolo is omringd door glooiend groene heuvels vol kurkbomen en wijnranken met daarachter robuuste bergen. Beneden, aan de rand van de huizen, staat een goudgeel kerkje dat luid de mis aankondigt.
Op weg naar beneden vallen mij niet langer alleen de schilderingen op. Langs gedeukte deuren en met kogels doorzeefde verkeersborden daal ik af richting de kerk. Voordat Orgosolo als canvas voor kunst diende, was het berucht om de hoge criminaliteitscijfers. Alleen al in het jaar 1950 werden er 13 moorden gepleegd in het stadje met slechts een paar duizend inwoners. Orgosolo was het kloppend hart van de Sardinische onderwereld. Herders die niet gevonden wilden worden, vestigden zich hier. Beschut door de bergen. Herders die geen eigen kudde konden kopen, en dus het vee van rijke boeren stalen. Later sloeg de Robin Hood-achtige criminaliteit om in gijzelingen voor geld en moord in opdracht. Ook toen bleken gebouwen een populaire uitingsvorm; op de deur van de kerk werden namenlijsten getimmerd. De namen van de mensen die op de dodenlijst stonden.
Herders die niet gevonden wilden worden, vestigden zich hier
Vandaag de dag is daar niets meer van te merken. Orgosolo is de veiligheid zelve. In de kerk is maar weinig van het armoedige, criminele verleden te zien. Een volronde vrouw met parel oorbelletjes wier hoog opgetrokken rok een taille forceert, begroet eerbiedig de nonnen en paters. Haar grijze haar zit keurig in een knotje in haar nek gebonden. Hoe langer de kerkklokken aanhouden hoe meer chic geklede eilandbewoners zich verdringen rondom de kerkingang.
Porceddu
Ristorante Supramonte, een openluchtrestaurant met een stenen barbecue, is maar zeven minuten rijden vanaf Orgosolo. Een mooi minitochtje over de SP48. De spectaculaire vergezichten en kleine wijngaarden, die golvend de bergwanden op groeien, leiden zo af dat ik het uithangbord aan de kant van de weg bijna mis. Ik zit aan een houten tafel bij Supramonte. Het is een zinderende dag maar door de hoogte is het hier koel. Uit het dal klinken koeienbellen en het bergwindje draagt de zwoele geur van gerookt hout en spek. Ristorante Supramonte, een openluchtrestaurant met een stenen barbecue. Elke tafel is voorzien van terracotta kannen met wijn. Na een plankje van chorizo en ricotta komt de porceddu op tafel, het vlees dat al die tijd zorgt voor de smakelijke rooklucht. Speenvarken van het spit. Volgens de kok, die het vlees direct van de gril naar je bord brengt, moet je het met je handen te eten.
Na het eten, maak ik nog even een ommetje in Orgosolo. Dat is goed voor de spijsvertering tenslotte. Mijn hakken drukken achter in mijn sandalen in de steile straat. Per stap zet ik extra kracht door met mijn arm op mijn knieën te duwen. Ik verdwaal weer in de kronkelende steegjes. Een hoekige Fiat Panda toetert. Of ik aan de kant wil gaan. Tuurlijk. “Grazie!” roept de bestuurder, “Prego!” roep ik terug, terwijl boven mijn hoofd de kleurige vlaggetjes gezellig meedansen in de wind.
Met Corendon vloog ik naar Sardinië. Hotel Pedraladda bood hier de perfecte uitvalsbasis voor allerlei tochtjes en avonturen. Het hotel met wijd uitgestrekt zeezicht ligt aan de rand van het gezellige Castelsardo. Rondom Castelsardo is er van alles toe doen én vanuit het stadje gaan er mooie routes om de rest van het eiland te zien.