Expeditie in de grootste grot op aarde
Son Doong, Vietnam
Het geldt als de grootste grot op aarde en werd pas 2009 ontdekt: de Son Doong grot in Vietnam. Slechts voor zeer weinig mensen is het mogelijk dit unieke en streng beschermde wonder der natuur te bezoeken. Onze Lead Explorer Malte Clavin was er bij op een 5 daagse expeditie in deze nederwereld.
“Loop nooit zonder licht rond in de grot, er kunnen overal plotseling tot 100 meter diepe gaten en afgronden opduiken!“ benadrukt de Britse speleoloog Howard Limbert. Ik zit in de veiligheidsbriefing op het terrein van Oxalis. Naast mij 9 andere expeditie deelnemers, waaronder een Amerikaanse landschapsfotograaf, een Australische offshore werker en een Thaise Youtube ster. Howard waarschuwt ons: “Houd jullie voeten droog. Wrijf ze elke avond met talkpoeder in, anders krijg je dit…” Hij laat ons foto´s zien van voeten met onsmakelijke aandoeningen die uit een horrorfilm zouden kunnen stammen. Nadat we over allerlei gevaren zoals slangen, schaafwonden, voetschimmel en valpartijen gehoord hebben, sloffen we allemaal 2 uur later een beetje geïntimideerd naar onze accommodatie.

De volgende ochtend heerst op het terrein van Oxalis levendige activiteit. Het hele expeditie team is aanwezig: 20 dragers, 10 deelnemers, 5 assistenten voor de fotografen, 2 Britse speleologen, een Vietnamese gids, 2 koks, 2 parkrangers en de leider van de dragers. Deze laatste waakt over de verdeling van alle expeditiebepakking: tenten, eten en drinken voor 5 dagen, kleding, klimuitrusting, kookspullen, medicijnen en nog veel meer. De dragers pakken alles in een ontelbaar aantal groene kunststof rugzakken totdat die bijna niet meer te tillen zijn. Ik zie de slechts twee vingerbrede schouderriemen van de rugzakken en ben blij dat ik de komende vijf dagen niet tot de dragers behoor.
Na een busrit van een uur wordt het hele team bij het beginpunt afgezet. We hangen onze rugzakken om en lopen langs een pad dat de hele tijd naar beneden loopt. Na ongeveer een uur doorwaden we voor de eerste keer de Rao-Thuong rivier. Onze gids Ian ‘Watto’ Watson, een 62 jarige Brit, herinnert ons in zijn zware Yorkshire tongval er luid aan: “Denk er maar niet aan om je sokken uit te wringen. Dat kost te veel tijd! Over twee minuten moeten we sowieso weer door de rivier.” De meesten van ons dragen canyoning laarzen waar het water weer uitloopt. Ik had voor crosscountry schoenen gekozen en ontdek een minuscule opdruk “GoreTex”. Dat betekent dat het rivierwater in mijn schoenen blijft staan en een ritmisch klotsend geluid me de hele dag begeleidt. Ik moet plotseling weer denken aan de foto´s van mismaakte voeten van gisteren.

Na een tijdje passeren we het kleine dorp Ban Doong met slechts 35 tot 40 inwoners. Ik lach naar een meisje en wijs op mijn camera. Ze lacht terug en knikt. Twee uur lang trekken we, in de ondertussen genadeloos brandende zon, verder stroomopwaarts en doorwaden de rivier talloze keren. Alles onder de navel is en blijft drijfnat. Opeens verdwijnt de rivier in een hoge rotswand. Watto richt zich tot ons: “Welkom in de Hang En grot! Morgen trekken we daar doorheen om bij Son Doong te komen.” We houden een korte pauze en trekken onze grotuitrusting aan: een helm met een sterke lamp en stevige handschoenen die ons tegen de vlijmscherpe rotsen moeten beschermen. Moeizaam klauteren we over enorme rotsblokken langzaam door de grot naar boven. Zo moeten mieren zich voelen. Ik kijk vanaf een verhoging op ons nachtbivak in de diepte, de tenten staan als bonte legosteentjes in de bek van een gigantisch rotsmonster.
Een half uurtje later bereiken we het tentenkamp. Ik zoek verfrissing in het water en tientallen galavisjes doen zich te goed aan mijn wit uitgeslagen voeten. 80 meter onder ons kwetteren duizenden steenzwaluwen. Voor het avondmaal tovert de Vietnamese keukencrew met hun mobiele gaarkeuken een groot aantal delicatessen tevoorschijn van kleefrijst, kool, omeletten, aubergines, tomaten, uien, pinda´s aardappelen en varkensvlees. “Afvallen zullen jullie hier niet!” lacht Watto.
De volgende ochtend gaan we vroeg op pad om de Hang En grot te doorkruisen en bereiken we de monumentale uitgang van de grot.

Na nog eens drie uur trekken langs en door de rivier, en enkele klimpartijen door dicht begroeid oerwoud, bereiken we de laatste halte voor de Son Doong grot. Ik versterk de inwendige mens met muesli- en chocoladerepen en trek de klimuitrusting aan. Na een laatste krachtslopende doorgang staan we voor een dampende kloof van rots en steen: de ingang van de Son Doong grot! Koude lucht, diep uit het binnenste van de grot, ontmoet hier de hitte van de dag en condenseert tot nevel. Precies hier stond de Vietnamees Ho Khanh 1990, toen hij voor een tropische regenbui wilde schuilen. Hij klom toentertijd een paar meter de grot in totdat het te steil en glad werd. Ho Khanh geldt als ontdekker van de grot, maar hij doorzag toen niet de enorme afmetingen. Na een mislukte poging vond hij de ingang pas in 2008 weer terug. Vervolgens deelde hij dit met Howard Limbert, die een jaar later een expeditieteam samenstelde die de grot voor het eerst verkende. Howard kan herinnert zich: “Toen we daar naar binnen gingen, wisten we niet dat we het hier met de grootste grot op aarde te doen hadden. Het was alsof je een bergbeklimmer bent en je een nieuwe Mount Everest vindt. Een absoluut hoogtepunt voor een speleoloog!“
Direct achter de ingang van de grot gaat het steil naar beneden. Aan het touw dalen we 80 meter af de duisternis in. Aansluitend waden we met water tot de borst door ondergrondse rivieren en klimmen over messcherpe rotsen. Ik kijk terug naar de ingang van de Son Doong grot waar de misflarden door het daglicht oplichten. Daar zijn we zojuis 80 meter per touw afgedaald. De Son Doong grot doet verbazen door de bijna onvoorstelbare afmetingen.
Son Doong verrast keer op keer met haar ongelooflijke afmetingen
Ik loop steeds weer door plotseling opduikende ‘stoombaden’, die mij het zicht ontnemen: ondergrondse wolken! Anette, onze jonge Vienamese gids legt ons uit: “De Son Doong grot heeft een eigen klimaat omdat hij zo groot is. In het dak van de grot zijn meerdere openingen zodat de lucht kan circuleren en windvlagen kunnen ontstaan.” Mijn koplamp verlicht de weg voor mijn voeten prima, maar naar het plafond van de grot kijkend verdwijnt de lichtbundel in het niets. De recordhoogtes van de grot laten zich pas met de sterke grottenlampen uit Zweden bewonderen. De Son Doong grot geldt met de maximale afmetingen van 200m hoog, 145m breed en 5km lang als grootste grottendoorgang ter wereld. Het volume van 139 Empire State Buildings. Onze assistent, die een rots aan het plafond belicht, is nog net als een zwart streepje te zien. Ongelofelijk is ook dat deze adembenemende grot pas in 2010 verkend en opgemeten werd.

In de Son Doong grot zijn geen wegen, trappen of andere faciliteiten. Elke voetstap, elke greep moet met grootste aandacht genomen worden. Wie struikelt, uitglijdt of naar beneden glijdt, kan diep vallen of iets verstuiken. Wonden kunnen bijna niet genezen in de permanente vochtigheid. Ik bewonder de Vietnamese dragers die met hun meer dan manshoge zware rugzakken – met slechts plastic sandalen aan de voeten – zingend, gekscherend en een sigaret rokend mij voorbij rennen. De Son Doong rondleiding is niet voor onsportieve of angstige mensen. Herhaaldelijk moeten we ons aan het touw zekeren, abseilen of rivieren tot aan de borst doorwaden.
Aan de horizon verschijnt een zinkgat, een natuurlijke lichtkoker. Gedurende miljoenen jaren heeft de onderaardse rivier zich een tunnel door de rots gesleten
Plotseling verschijnt aan de horizon een sprankje licht: een zinkgat, een natuurlijke lichtkoker. Gedurende miljoenen jaren heeft de onderaardse rivier zich een tunnel door de rots gesleten.
Daardoor is het rotsplafond steeds dunner geworden en ingestort. Voor het zinkgat slaan we ons tweede nachtbivak op. Ik ben dankbaar dat we in het daglicht van de grot genieten kunnen. De volgende ochtend klimmen we moeizaam een uur lang over reusachtige keien richting het licht van het zinkgat. Voor onze ogen strekt zich een groen begroeide plek uit, rondom begrensd door een steile, glibberige wand die loodrecht 200 meter tot de opening van zinkgat verrijst. Ik passeer planten, struiken en tot 30 meter hoge bomen. “Dit grottenoerwoud is de enige in zijn soort op deze wereld.” verklaart Watto, “een lekkere cocktail van luchtvochtigheid, uitwerpselen van vleermuizen en daglicht heeft hier een eigen ecosysteem doen ontstaan. En omdat het er hier zo uitziet als in de oertijd, hebben mijn grottenvrienden uit Yorkshire deze zinkgat ‘Watch out for Dinosaurs’ gedoopt.”

Aan de andere kant dalen we weer af, de duisternis in. Uren later krijgen we zicht op het tweede zinkgat. Drie assistenten gaan met de sterke grotlampen vooruit om het zinkgat uit te lichten. Het duurt 15 minuten om ze op de juiste plaats te krijgen, die we gebruiken als een welkome adempauze. Voor mij is dit een tijd van bezinning en me in te prenten Hoe speciaal dit is. Er waren immers al meer mensen op de top van de Mount Everest dan in de diepten van deze grot!
Drie mensen uit onze groep beklimmen het tweede zinkgat in het licht van hun hoofdlampen. Vanuit mijn positie zie ik zelfs de bomen op de bodem van het zinkgat.
Er waren al meer mensen op de top van de Mount Everest dan in de diepten van deze grot

Ik stel mijn statief op en wil mijn camera schoonmaken, maar ik vind aan mijn lichaam geen enkele droge vezel meer. Van mijn heupen tot mijn schoenen ben ik door het rivierwater doorweekt, alles boven mijn middel is doorgezweet. Tim, de Amerikaanse fotograaf, struikelt bij terugkeer over een steen en valt lelijk op zijn camera. Hij vloekt en kijkt beteuterd naar zijn vernielde Nikon en de verbrijzelde groothoeklens. Gelukkig heeft hij nog een tweede camera bij zich.
We doorkruisen de ‘zalen’ en komen bij een meer uit. “Ha, wat een mazzel!” roept Watto, “gewoonlijk zouden we ons hier nog kniediep door de modder moeten buffelen, maar de regen van de laatste weken is nog niet afgevloeid. Nu kan ik jullie uitnodigen voor een kano tour!” De eersten van ons stappen in de boten en laten de grottenlampen fel schijnen. Vanuit mijn positie heb ik 600 meter zicht tot aan het einde van de Son Doong grot. Het is werkelijk adembenemend. Ongeveer 30 meter boven de boten zie je een witte sluier: wolken! De grot heeft een eigen klimaat.
Dan stap ik ook in een boot en peddel naar de overkant van het meer. Hier, aan het einde van de grot, verrijst de 200 meter hoge, zeer glibberige ‘Grote muur van Vietnam’ uit het water. Om aan de achteruitgang van deze grot te geraken zouden we de muur moeten bedwingen en daarna een moeilijk begaanbaar, zompig moeras moeten doorzwoegen. Omdat dat zeker te gevaarlijk en krachten slopend is, zien mijn ´Cavemates´en ik ervan af. Er is wel iets anders wat we kunnen: we trekken de uitrusting uit en springen in het heerlijk koele, kristalheldere water. Ik bevrijd me van zweet, stof en zand, voordat we ons vervolgens opmaken voor een trektocht van anderhalve dag terug naar de ingang van de grot.