Winterrust rond Innsbruck
Verse sneeuw!
Natuurlijk, kilometers maken over vers geprepareerde pistes is fantastisch. Maar er is een toenemende behoefte aan minder drukte en meer natuur. Plekken die even de snelheid uit het leven halen. In de bergen rondom Innsbruck is de keuze enorm: van sneeuwschoenwandelen op het Mieminger plateau tot toerskiën op de flanken boven het Sellraintal. Met een beetje geluk ligt er een dik pak verse sneeuw.
MIEMINGER PLATEAU, OVER WINTERWEGEN
Het is tijdens een wintersportvakantie het mooiste moment van de dag. Je schuift het gordijn voor je raam opzij en… ziet dat het vannacht heeft gesneeuwd. En niet te zuinig. Dertig centimeter vers. De hele wereld is gehuld in smetteloos wit. Het landschap heeft zijn scherpe kantjes verloren en is toegedekt door ronde, zachte vormen.
Zodra de eerste zonnestralen over de verste toppen glippen, staat het Mieminger Plateau in helder licht. Het Sonnenplateau, zoals de bewoners zeggen, ligt op een hoogte van 850 tot 1.000 meter aan de voet van een enorme kalkmuur tussen het Inntal en het Wetterstein massief. Goed voor 2.000 zonuren per jaar en een prachtig uitzicht.
Naar buiten, want dit is zo’n dag die je maar een paar keer per seizoen kunt meemaken: verse sneeuw, blauwe lucht, volle zon. Perfect voor een wandeltocht op sneeuwschoenen door de intense stilte. Alleen de voetstappen maken geluid. De kou doet neus en wangen gloeien. Je voelt dat je buiten bent, dat het gezond is.

Inwoners van Innsbruck komen graag naar het plateau. Even de stad verruilen voor pure natuur zonder dat het extreem bergachtig wordt. Ook skiliften ontbreken. Dit is een plek voor wandelaars, langlaufers en genieters. Er zijn in elk geval genoeg cafés en Jausenstations om uit te rusten.
De hoogvlakte biedt een groot netwerk van winterwandelwegen, loipes of routes door de vrije natuur die je alleen op sneeuwschoenen of toerski’s kunt volgen. Eén van de mooiste plekken is het gehucht Weisland, dat al sinds de 13de eeuw bestaat en uitkijkt over het plateau en de bergen aan de andere kant van het Inntal. Ook prachtig: Simmeringalm met fijne warme Almstube.
Met een draaikolk van stuifsneeuw op onze hielen dalen we de helling af.
Een gevoel van intense vrijheid raast door mijn lichaam. De hele wereld voelt licht, mooi en opgeruimd
Hoewel Mieming vooral bekend staat om Erholung en Genuss kun je er ook pittige tochten maken. Onze favoriet: Wankspitze. Deze 2.209 meter hoge top bereik je via een mooie route langs het Lehnberghaus (pauze!) en een stevige klim. Vanaf de zuidkant ogen top en landschap vriendelijk, maar eenmaal boven krijg je een ander gezicht te zien. De noordflank. Grillig, woest en ruig. Het maakt de finish, terug op het Mieminger Plateau, er alleen maar fijner op. Met je rug tegen het oude hout van een authentiek Gasthof bestel je Kaffee und Kuchen in de fijnste winterzon. Onthaasten gegarandeerd.
RINNER ALM OP HET SLEETJE
De zon zakt. Nog even en dan gaat het schemeren op de flanken boven Innsbruck. In de stad worden de eerste lichtjes aangestoken. Dit is het ideale moment om aan de klim naar de Rinneralm te beginnen. Tijdens de bijna anderhalf uur die daar voor nodig is, verandert de breekbare hemel voortdurend van kleur: oranje, roze, paars, donkerblauw.
Wandelen door een wintersprookje van besneeuwde bomen en bergen omhoog. Met het sleetje aan een touw achter je aan. Af en toe opent het bos zich en kun je uitkijken over de omgeving. De spectaculaire toppen van de Nordkette aan de overkant van het dal, de stad Innsbruck beneden.
Eenmaal boven op 1.394 meter hoogte wacht de warme gastvrijheid van de Rinner Alm, zoals dat in Tirol zo vaak gaat in de bergen. Een gezellige stube, een knapperend vuur en op de menukaart Tiroolse specialiteiten die vers worden gemaakt met klassiekers zoals Speck- of Kaspressknödel.
Hoewel het binnen supergezellig is, moet het mooiste nog komen: de afdaling over de rodelbaan van Naturschnee. In de regio rondom Innsbruck heb je keuze uit bijna dertig banen met allemaal hun eigen plus- en minpunten. De één blinkt uit in lengte, de ander is spannend steil. Bijzonder geliefd zijn onder meer Gleirsch Alm (eenvoudig), Mutterer Alm (middel) en Sistranser Alm (moeilijk).
Eenmaal buiten voel je meteen dat het koud is geworden. Met een beetje geluk staat de Melkweg aan de hemel. En dan gaat het één, twee, drie omlaag over de baan die enkel uit natuurlijke sneeuw bestaat. Met een gemiddelde steilte van 11.7 graden kun je het sleetje lekker laten lopen. Plat liggen om snelheid te maken, remmen en sturen in de bochten, maar niet teveel om het verlies van vaart te beperken.
De afdaling is bijna vier kilometer lang en na de finish staat er gegarandeerd een grote glimlach op je gezicht. Maar dat kan ook aan de Glühwein liggen.
AXAMER LIZUM, OLYMPISCH EN GEMOEDELIJK
Op de 2.340 meter hoge top van Axamer Lizum heb je als skiër een prettig probleem. Kiezen. Uit de Olympische afdaling van de dames, de Olympische reuzenslalom van de dames of de Olympische reuzenslalom van de heren? Wat het ook wordt, neem in elk geval een keer de damesafdaling onder de toppen van de Habicht, Widdersberg en Schlicker Seespitze. Voor het lekkerste skiën én voor het wow-effect.
De piste is breed en heeft op grote delen precies de goede hellingshoek om ontspannen te cruisen. Ski’s op de kanten en mooie ronde bochten maken. Meer dan de helft van het traject ligt boven de boomgrens om uiteindelijk onder het sfeervolle restaurantje Dohlennest het bos in te duiken. Het is kenmerkend voor een skigebied dat kilometers maken combineert met gemoedelijkheid.
Even uithijgen en dan met de tram – de Olympia Bahn – omhoog. Het is een voertuig van ijzer en staal, met een James Bond-achtig station van beton aan het einde. Een reliek uit 1964, toen Axamer Lizum speciaal voor de Olympische Spelen werd aangelegd. Tot die tijd was dit een alm, bedoeld om ’s zomers de koeien naartoe te brengen. Wie goed kijkt, kan bij het dalstation de hut van de kaasboerin nog zien. Nu in gebruik voor de après-ski.
Zoals de stad Innsbruck zich stevig opfrist met moderne architectuur en hippe adressen, zo is ook in Axamer Lizum een begin met de 21ste eeuw gemaakt. Op de top is het restaurant Hoadl Haus gebouwd, een strakke constructie van staal en glas die prima uit de jaren zestig zou kunnen komen, maar dan met een eigentijdse knipoog. Zo kan de enorme pui bij mooi weer in zijn geheel open en dan zit je in de stralende buitenlucht aan je Apfelstrudel mit Sahne.

SELLREIN, LANGLAUFEN IN EEN DROOMDECOR
Ze hebben het ooit wel geprobeerd hoor, in het Sellraintal. Maar de klassieke wintersport met liften en pistes is er nooit serieus van de grond gekomen. De probeersels werden al snel weer afgebroken, opgeruimd en vervangen voor iets dat beter past bij de streek: wintersport in de vrije natuur ofwel Sanfter Tourismus.
Anno nu is het Sellraintal een geliefde bestemming bij wandelaars, toerskiërs en langlaufers. Vanaf de doorgaande route voeren verstilde zijdalen weg van de bewoonde wereld. En dat is precies waar je moet zijn voor een topdag in de bergen.
Zo vinden de langlaufers in het Lüsenertal verschillende loipes en een prachtige decor. Aan het einde van dal botst de relatief vlakke bodem van de vallei op een bergmassief met toppen die tot boven 3.000 meter hoog gaan. Als je er over de 5,5 kilometer lange Fernboden Loipe of 11 km lange Sportloipe richting het daleinde skiet, wordt je horizon voortdurend beheerst door de 3.298 meter hoge Lüsener Fernerkogel, de markante Hausberg van dit gebied.
Het Lüsenertal leent zich perfect voor langlaufen omdat het langgerekt en hooggelegen is tussen 1.600 en 1.700 meter. Bovendien heerst er bij gebrek aan een skigebied een ingetogen wintersfeer van gelijkgestemden. Hier kom je niet naartoe voor het scoren van zoveel mogelijk afdalingen, maar om je in alle rust onder te dompelen het droomdecor.

KÜHTAI, TOERSKIËN OP GROOTSE HOOGTE
Kühtai hoort tot de hoogst gelegen skidorpen van Oostenrijk (2.020 m). Daar staat het ook om bekend. Maar waarom zou je je beperken tot de strak geprepareerde afdalingen van het skigebied? Met de vellen onder je ski’s en een lawinesetje op je rug opent zich daarbuiten een nieuwe bergwereld: desolaat, puur, stil.
Zelf naar boven klimmen. Dat doe je op de eerste plaats voor de ultieme beloning: een ongespoorde afdaling door de diepe sneeuw. Maar soms is het omhoog lopen minstens zo mooi. Je zoekt naar het juiste ritme, de lucht wordt ijler, de cadans neemt het over. Met die machtige rauwe bergwereld om je heen voelt dat bijna als meditatie. Alle aardse zorgen glijden van je schouders.
De mogelijkheden om te toerskiën boven Kühtai zijn enorm en dankzij de hoge ligging ook sneeuwzeker. Van korte eenvoudige uitstapjes tot meerdaagse uitdagende routes. Dé klassieker is de Pirchkogel (2.828 m). De klim is met 800 hoogtemeters prima te doen en ligt deels in de nabijheid van het skigebied. Vanaf het Gipfelkreuz heb je meesterlijk uitzicht rondom.
De tocht naar de Wetterkreuzkogel (2.591 m), op de grens met het Oetztal, gaat door een spannender omgeving, ver weg van liften en pistes. Het aantal te overwinnen hoogtemeters is ongeveer gelijk, maar de afstand van bijna tien kilometers is aanzienlijk groter. Het mooist van deze route is echter de afdaling. Die gaat over enkele fraaie hellingen en soms dwars tussen de bomen door.
Op een dag met een halve meter verse sneeuw voelt het als powderskiën in Amerika.
Ski plus city pass
Innsbruck is de eerste stad met een skipas die toegang geeft tot pistes, musea én openbaar vervoer. Met de Ski plus City Pass heb je toegang tot 13 skigebieden in de omgeving van de stad en kun je kiezen uit 22 lifestyle-, cultuur- en sightseeing attracties zoals de Hofburg, Swarovski Kristallwelten, Tirol Panorama, een stadswandeling, bezoek aan het zwembad en de Bergisel Springschans die net als de Nordkettenbahn is ontworpen door Zaha Hadid. De pas is verkrijgbaar vanaf 2 dagen. Een 5-daags ticket kost € 244 voor volwassenen en € 122 voor kinderen.